[ad_1]

De provincie Noord-Holland, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Tata Steel Nederland hebben op 15 juli jl. een intentieverklaring (Expression of Prinicples) ondertekend over verduurzaming. Tata Steel wil 2030 5 Megaton minder CO2 uitstoten en in 2045 CO2 neutraal zijn. Ook zijn extra ambities voor verbetering van de leefomgeving opgenomen in deze nieuwe Expression of Principles.

Hoewel de intentieverklaring niet bindend is, is deze verklaring wel richtinggevend. Het document dient als raamwerk voor de maatwerkafspraak tussen de overheid en Tata Steel.

Terugdringen van CO2

Een belangrijk onderdeel om Tata Steel te verduurzamen is het terugdringen van de CO2-uitstoot. In de intentieverklaring spreekt Tata Steel Nederland de ambitie uit om in 2030 5 megaton minder CO2 uit te stoten en versneld in 2045 volledig klimaatneutraal te zijn. Tata Steel besloot in september vorig jaar over te gaan van de ondergrondse opslag van CO2 naar de productie van groen staal met het Direct Reduced Iron– productieproces. Dit proces is duurzamer en schoner dan de huidige manier van staal maken, en maakt bij de productie gebruik van groene waterstof. De overgang naar deze manier van staal produceren is complex, omdat het hele staalproductieproces moet worden aangepast en bestaande hoogovens moeten worden vervangen.

Minister van Economische Zaken en Klimaat, Micky Adriaansens: “We willen dat Tata Steel sneller schoner wordt. Minder CO2-uitstoot en het beperken van de impact op de leefomgeving: met deze intentieverklaring leggen het bedrijf en de overheid de ambities vast. Dit werken we nu verder uit in de maatwerkafspraken met het bedrijf. Een belangrijke mijlpaal. Samen met de provincie Noord-Holland onderzoeken de Staatssecretaris en ik hoe we de plannen kunnen ondersteunen.”

Verbeteren milieu- en gezondheidssituatie voor 2030

In de gewijzigde intentieverklaring zijn extra ambities opgenomen over het verminderen van de impact van het bedrijf op de leefomgeving. Zo is onder andere afgesproken dat Tata Steel Nederland onderzoek gaat doen naar het verder verbeteren van de milieu- en gezondheidssituatie vóórafgaand aan de transitie in 2030. Maar ook om de mogelijkheid te onderzoeken van het al eerder sluiten van bepaalde bedrijfsactiviteiten, zoals de Kooks- en gasfabriek 2.

Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen: “Ik vind dat de toekomst van Tata Steel alleen schoon en duurzaam kan. Dat staat heel helder in deze intentieverklaring. Met daarin ook extra ambities voor de verbetering van de leefomgeving voor 2030. We houden een vinger aan de pols zodat de ambities realiteit worden. Verbeteringen zijn nodig voor het klimaat, het milieu en voor de gezondheid van omwonenden.”

Samen de ambities waarmaken

Het Rijk, de Provincie Noord-Holland en Tata Steel onderstrepen het belang van een meer duurzame en schone staalproductie voor Nederland. In de intentieverklaring geven de overheden aan bereid te zijn te onderzoeken hoe de plannen en projecten om het bedrijf om te vormen tot een meer duurzame en schone staalfabriek ondersteund kunnen worden. Naast eventuele benodigde financiële ondersteuning, gaat het ook om tijdige besluitvorming over vergunningaanvragen en het realiseren van de nodige waterstofinfrastructuur. Ook wordt er aandacht besteed aan het stikstofvraagstuk.

Met deze intentieverklaring is de richting bepaald die de komende tijd in de bindende maatwerkafspraken tussen Tata Steel en het Rijk verder uitgewerkt wordt.

Hans van den Berg, CEO Tata Steel: ”Onze ambitie is om zo snel mogelijk groen staal in een schone omgeving te maken. Dit betekent een hele nieuwe koers waarbij we inzetten op waterstof. Daarmee kunnen wij een forse bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen. We voelen ons gesteund door de overheid die deze uitdaging samen met ons wil oppakken.”

Jeroen Olthof, gedeputeerde Leefbaarheid, Milieu en Gezondheid: ‘Voor de inwoners van de IJmond is belangrijk dat we in de intentieverklaring gezamenlijk afspraken maken over de omschakeling naar een duurzame staalproductie en dat gezondheid daar onderdeel van uitmaakt. De Expression of Principles is een mooie eerste stap, die zo spoedig mogelijk moet worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma.’

[ad_2]

Source link

[ad_1]

HyCC lanceert in samenwerking met Port of Amsterdam het project H2era voor de bouw van een groene waterstof fabriek van 500 megawatt in de haven. Daarmee wordt een grote stap gezet in de ontwikkeling van de waterstofeconomie in het Noordzeekanaalgebied om de industrie en mobiliteit te verduurzamen.

“De inzet van waterstof is cruciaal om emissies te reduceren uit industrieën zoals staal, chemie en luchtvaart” zegt Marcel Galjee, Managing Director HyCC. “Met project H2era kunnen we een belangrijk deel van de benodigde waterstof lokaal produceren en het fundament leggen voor een duurzame waterstofeconomie in de regio Amsterdam.”

Voornemen is dat HyCC de nieuwe fabriek in 2027 bedrijf zal nemen in de Amsterdamse haven. HyCC en Port of Amsterdam hebben hiervoor een eerste haalbaarheidsstudie afgerond. Het project wordt de komende maanden verder uitgewerkt tijdens de studiefase (pre-FEED).

H2era zal water splitsen in waterstof en zuurstof door middel van elektrolyse op basis van duurzame stroom. De fabriek zal worden aangesloten op wind op zee via het hoogspanningsnetwerk van TenneT, waarmee belasting van het lokale netwerk wordt voorkomen.

De waterstof zal onder andere worden gebruikt voor verduurzaming van bestaande industrieën in het Noordzeekanaalgebied en kan worden ingezet voor groene mobiliteit. Hiervoor lopen gesprekken met verschillende partijen. Ook kan de fabriek in de toekomst worden aangesloten op het landelijk waterstofnetwerk om uitwisseling tussen industriële clusters mogelijk te maken.

Dorine Bosman, Chief Investment Officer van Port of Amsterdam: “De 500 megawatt aan groene waterstofproductie is een enorme verrijking voor de waterstofeconomie. De Amsterdamse haven versterkt daarmee haar positie als koploper in de transitie naar een duurzame, circulaire economie.”

De verduurzaming van de industrie en mobiliteit in de regio vraagt om grote hoeveelheden groene waterstof, zoals voorzien in de Cluster Energie Strategie Noordzeekanaalgebied. Lokale waterstofproductie op basis van groene elektriciteit speelt daarmee een essentiële rol in de transitie. Op termijn zal in aanvulling hierop import van groene waterstof noodzakelijk zijn.

HyCC werkt ook al samen met Port of Amsterdam en Tata Steel aan project H2ermes, voor de realisatie van een 100 megawatt waterstoffabriek op het terrein van Tata Steel IJmuiden.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De toegevoegde waarde van de milieusector bedroeg 22,3 miljard euro in 2021, ongeveer 2,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2001 was dit nog 1,7 procent. De werkgelegenheid in hernieuwbare energie is in tien jaar tijd bijna verdubbeld. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de milieusector, waaronder een eerste snelle raming voor 2021.

De milieusector omvat bedrijven en instanties die goederen en diensten produceren gericht op het beschermen van het milieu en het beheren van natuurlijke hulpbronnen. Milieubeschermingsactiviteiten zijn bijvoorbeeld het meten, voorkomen en herstellen van milieuschade door lucht-, water- en bodemvervuiling. Bij het beheer van natuurlijke hulpbronnen kan gedacht worden aan het produceren van energiebesparende en CO2 reducerende technologieën, producten en diensten, zoals de productie van hernieuwbare energie, elektrisch vervoer, en isolatiewerkzaamheden.

Het aandeel van de milieusector in de Nederlandse economie is sinds 2001 gestaag toegenomen van 1,7 procent in 2001 tot 2,6 procent in 2021. Het aandeel van activiteiten gericht op  het beheer van natuurlijke hulpbronnen is verdubbeld in de afgelopen 20 jaar. Deze toename hangt nauw samen met de energie- en klimaattransitie. Het aandeel van milieubeschermingsactiviteiten in de Nederlandse economie nam in de periode 2001-2020 met 0,2 procentpunt beperkt toe.

Werkgelegenheid hernieuwbare energie stijgt door

De productie uit hernieuwbare energie en energiebesparing waren in 2020 goed voor ruim 72 duizend voltijdbanen, in 2011 waren dit er nog 40 duizend. Wel zijn er verschillen tussen de activiteiten. De grootste stijging is te zien bij zonne-energie, met name in de installatie van zonnepanelen, waar tussen 2011 en 2020 de werkgelegenheid ruim 11 keer zo groot is geworden. De werkgelegenheid uit windenergie is in dezelfde periode verdubbeld. Daarentegen is de werkgelegenheid gerelateerd aan warmte, geothermie en energie uit water de afgelopen tien jaar vrijwel constant gebleven.

Omvang Nederlandse milieusector gelijk aan het Europese gemiddelde

De bijdrage van de milieusector aan het bbp was in de Europese Unie gemiddeld 2,3 procent in 2019. In Nederland was dit ook rond de 2,3 procent. In Finland, Estland en Oostenrijk is de milieusector relatief het grootst, met respectievelijk 5,8 procent, 4,6 procent en 4,2 procent van het bbp. In deze landen wordt veel hernieuwbare energie geproduceerd, en ook het beheer van bosgebieden draagt relatief veel bij aan het bbp. Onderaan de ranglijst stonden Ierland (0,9 procent), Malta (1 procent) en België (1,1 procent).

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Essent en Solinoor gaan het eerste gezamenlijke waterstofproductieproject realiseren. Dat komt midden in Nederland, in IJzendoorn te staan. Het is een waterstoffabriek die draait op zonne-energie. De start van de bouw staat gepland eind 2023. Het gaat om een elektrolyse-installatie van 4MW die duurzaam opgewekte elektriciteit omzet in waterstof en restwarmte. Hiermee spelen Essent en Solinoor in op de groeiende behoefte aan lokale productie en levering van groene energie. Solinoor is eigenaar van het gebied en specialist op het gebied van drijvende en grondgebonden zonneparken.

Stephan Segbers, COO van Essent: “We zijn weer een stap verder in de energietransitie. Dit is het eerste project in Nederland waarbij we een drijvend zonnepark, batterijen en een elektrolyser inzetten voor duurzame productie van waterstof. Ook lossen we hiermee tegelijkertijd netcongestie op. Waterstof biedt grote kansen voor de industrie, tuinbouw, mobiliteit en de gebouwde omgeving. Niet alleen in de stad, maar juist ook in meer afgelegen gebieden. Fantastisch dat we samen met Solinoor de waterstoffabriek in IJzendoorn gaan ontwikkelen en ondernemers in de regio kunnen voorzien van duurzame energie.”

De waterstoffabriek werkt voor 25% op lokaal geproduceerde zonne-energie. De andere 75% komt van zon- en windenergie uit Nederland, aangeleverd via het elektriciteitsnet. In het zandwinningsgebied van IJzendoorn komen drijvende zonnepanelen. Die gaan 10,5 MWp aan zonne-energie leveren. Een elektrolyse-installatie van 4MW zet de zonne-energie om in waterstof en restwarmte. Om optimaal van de lokale zonne-energie gebruik te maken, en alleen te draaien op momenten dat er werkelijke wind en zonnestroom wordt opgewekt, komt er een batterij die tijdelijk de elektriciteit opslaat.

Duurzame energie voor de regio

Essent en Solinoor werken ook samen aan oplossingen om de geproduceerde waterstof te leveren aan lokale afnemers. Dit kan bijvoorbeeld via wegtransport of een directe pijpleiding. De waterstoffabriek levert straks duurzame energie aan verschillende sectoren in de regio. Denk aan de haven met bijvoorbeeld een waterstof-tankstation voor schepen en de regionale industrie zoals steenfabrieken. Daarnaast zijn er grote distributiecentra bij Tiel die er gebruik van kunnen maken voor het verduurzamen van hun transport.

Kansen voor verduurzaming

Vahid Kharidar, directeur van Solinoor ziet kansen: “Groene waterstof wordt geproduceerd uit duurzame elektriciteit. Solinoor ontwikkelt door heel Nederland zonneparken die kunnen worden gebruikt als elektriciteitsbron voor de productie van groene waterstof. Wij geloven dat er altijd een mogelijkheid is voor onze industrie om de volgende stap te zetten in de transitie naar 100% groene energie, zelfs op momenten waarin we uitdagingen tegenkomen met beperkte transportcapaciteit op het net. Essent en Solinoor gaan nog een stap verder en bieden een innovatieve geïntegreerde energieoplossing door het combineren van verschillende bronnen van groene energie: zon, wind, batterijen en waterstof. Onze capaciteiten in ontwikkeling, ontwerp, installatie en investering sluiten perfect aan bij de rol van Essent als energie marktleider. Samen hebben we een aantal concrete kansen gecreëerd om de energietransitie in Nederland te versnellen.”

Planning

Het project gaat nu het vergunningstraject en de subsidiefase in. Als alles volgens plan verloopt, dan start de bouw van de waterstoffabriek eind 2023.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het Nederlandse familiebedrijf AFAS Software biedt, in verband met de inflatie en hoge energieprijzen, aan al haar 650 medewerkers een klimaatfonds aan. Het betreft een lening van maximaal 25.000 euro per persoon om hun koophuis te verduurzamen. Medewerkers zijn vervolgens vrij om te kiezen wat zij willen verduurzamen aan het huis. Denk hierbij aan de aanleg van zonnepanelen, het installeren van een warmtepomp of het verbeteren van de isolatie. 

Met dit fonds hoopt het familiebedrijf uit Leusden een grote stap te maken in het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen. AFAS hanteert hierbij een aanzienlijk lager percentage dan de huidige marktrente, namelijk 2,9 procent. De bedoeling is dat medewerkers de lening binnen tien jaar aflossen via een aflossingsplan. AFAS heeft hier wel een aantal regels voor opgesteld. Zo wordt onder andere de kredietwaardigheid van de medewerker getoetst.

Stimuleren en tegemoet komen

“De hoge energieprijzen en de torenhoge inflatie zijn voor ons een reden geweest om als directie in actie te komen. Wat ons betreft is de crisis van vandaag namelijk een kans voor morgen”, vertelt Britt Breure, Directeur HR & CSR (Corporate Social Responsibility) bij AFAS. “Duurzaamheid is voor ons al lang een belangrijk thema en aandachtspunt in en rond ons hoofdkantoor. Aandacht voor duurzaamheid stopt niet buiten de muren van ons hoofdkantoor.” 

Breure: “Wij vinden dat we als bedrijf een voorbeeldfunctie hebben voor klanten, maar ook  eigen medewerkers zijn belangrijk in dat verhaal. Zij zijn onze ambassadeurs en wij vinden dat juist deze mensen gestimuleerd moeten worden om met verduurzamen te starten. Het fonds is tevens een mogelijkheid voor onze medewerkers om in deze turbulente tijden tot lagere maandlasten te komen. Dit fonds is voor AFAS bij uitstek een instrument wat bedrijf en medewerker samen moet brengen in de strijd voor beter klimaat en een beter leven voor de medewerkers die wij liefhebben.” 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Wallbox (NYSE: WBX), een van de internationale marktleiders in laders en energiemanagement systemen voor elektrische voertuigen (EV’s), en Svea Solar, een van Europa’s snelst groeiende cleantech bedrijven, kondigen vandaag hun samenwerking aan. Wallbox wordt de belangrijkste EV-laadoplossing binnen het consumentenaanbod van Svea Solar in Nederland, Zweden, België, Spanje en Duitsland. 

Svea Solar is een van de partners van IKEA in Nederland, Zweden, België en Duitsland, en daarmee aanbieder van zonnepanelen voor de particuliere klanten van het internationale concern in deze vier Europese markten. Als gevolg van de nieuwe samenwerking met Wallbox zullen de EV-laders van dit merk naast het bestaande aanbod van Svea Solar worden verkocht bij het warenhuis. Het doel is om hiermee het energie ecosysteem van consumenten aan te vullen en het voor hen gemakkelijker te maken om over te stappen op elektrisch vervoer.

Alle AC (wisselstroom) EV-laders van Wallbox worden standaard geleverd met de Eco-Smart oplossing van het merk. Deze software voor energiemanagement maakt het voor gebruikers mogelijk om hun elektrische auto op te laden met zelfopgewekte energie van hun zonnepanelen. Middels de Wallbox app kunnen zij ervoor kiezen om hun auto te laden met 100% groene energie of een mix met energie van het elektriciteitsnet.

“Met de drastische stijging van de energieprijzen zien we een grote interesse bij onze klanten om meer zelfvoorzienend te worden door middel van schone energiebronnen. Door samen te werken met Wallbox kunnen we onze klanten een slimme oplossing bieden, waarbij hun elektrische voertuig op het juiste moment kan worden opgeladen, wanneer het verbruik in huis laag is en de zon schijnt. Gecombineerd met ons aanbod van zonnepanelen, batterijen en hernieuwbare energiecontracten, kunnen onze consumenten hun kosten drastisch verlagen en de consumptie van schone energie verhogen”, vertelt Erik Martinson van Svea Solar.

“We zijn verheugd om deze nieuwe samenwerking met een innovatie gedreven bedrijf zoals Svea Solar te lanceren en zo de overgang naar duurzaam energieverbruik en de adoptie van elektrische auto’s te stimuleren. Door de handen ineen te slaan met Svea Solar zullen deuren worden geopend voor nieuwe consumentenprojecten op een internationaal niveau”, aldus Masud Rabbani, Chief Business Officer van Wallbox.

De samenwerking tussen Svea Solar en Wallbox maakt het voor consumenten mogelijk om te controleren op welke wijze hun elektrische auto wordt opgeladen, middels zelfopgewekte energie of via het elektriciteitsnet. Hiermee worden zij gestimuleerd om hun dagelijks leven te vergoenen, en hun voetafdruk op het klimaat en de druk op het elektriciteitsnet te verminderen. Naast bovengenoemde voordelen op het gebied van duurzaamheid, resulteert een gelijktijdige overstap op zonnepanelen en elektrisch laden in een besparing op de totale levensduurkosten van beide oplossingen.

Over Wallbox

Wallbox is een internationaal technologiebedrijf met de ambitie om het energieverbruik wereldwijd te verduurzamen. Door elektrisch rijden te stimuleren, werkt Wallbox aan een groenere toekomt. Wallbox biedt een compleet assortiment van geavanceerde laadsystemen en slimme energiemanagement systemen voor elektrische voertuigen voor de consument, bedrijven en openbare ruimtes. Dit met het oog op innovatie, design en de communicatie tussen voertuigen, het elektriciteitsnetwerk, het gebouw of de woning. Door de inzet van slimme management tools, zoals de my Wallbox app en OCPP-toegankelijkheid, biedt Wallbox de gebruikers controle over hun verbruik, om geld te besparen en duurzamer te leven. Het bedrijf is in 2015 in Barcelona opgericht en is inmiddels actief in meer dan 98 landen met meer dan 900 medewerkers in Europa, Azië en Amerika.

Over Svea Solar

Svea Solar is een van Europa’s snelst groeiende cleantech bedrijven en de grootste aanbieder van energieoplossingen in Zweden. Het bedrijf is opgericht in 2014 en inmiddels actief in vijf Europese markten, met meer dan 900 medewerkers. Svea Solar biedt de consument slimme oplossingen om duurzaam te leven zoals zonnepanelen, batterijen, laders voor elektrische voertuigen, fossielvrije elektriciteitscontracten en een platform waarmee klanten stroom kunnen produceren, consumeren en verkopen. Daarnaast ontwikkelt het bedrijf grootschalige energieproductie. Svea Solar streeft naar een wereld waarin iedereen zelfvoorzienend kan zijn in groene energieconsumptie. Svea Solar heeft vestigingen in Zweden, Duitsland, Spanje, België en Nederland

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Shell Chemicals Park Moerdijk, a subsidiary of Shell plc, today announced a new investment that supports its plan to transition the chemicals park into a site able to serve the changing needs of our customers. Customers want more low-carbon products and products made using recycled material. Shell Moerdijk will build a new pyrolysis oil upgrader unit that improves the quality of pyrolysis oil, a liquid made from hard-to-recycle plastic waste, and turns it into chemical feedstock for its plants. The investment marks a first major step in transitioning the park within ten years by increasing the use of circular and bio-based feedstocks, growing its offer of low-carbon products and becoming net-zero emissions through the application of hydrogen and CCS.

To achieve these ambitions, Shell intends to invest billions in Shell Moerdijk’s chemical complex over the next decade, subject to investment decisions and within existing capital allocation frameworks.

“As our customers demand more low-carbon and circular chemicals we are seeing the reinvention of the chemical industry. At Shell Moerdijk and across our global chemicals business, Shell is investing to be ready to meet our customers’ needs as they change. We are working together to deliver on shared decarbonisation and sustainability goals,” said Robin Mooldijk, Executive Vice President, Shell Chemicals and Products. “This pyrolysis oil upgrader investment is part of our commitment to developing the chemical recycling industry, which can turn hard to recycle plastics into new and useful products, helping society tackle the key issue of plastic waste.”

The new pyrolysis oil upgrader unit treats liquid made from plastic waste that cannot be mechanically recycled and would otherwise be incinerated. Expected to start production in 2024, the unit will have a capacity of 50,000 tonnes per annum, which is the equivalent to the weight of about 7.8 billion plastic bags; and supports Shell’s ambition to recycle one million tonnes of plastic waste in its chemicals plants by 2025. Shell will use the treated pyrolysis oil to produce circular chemicals which are the ingredients used in many end products that are all around us. The investment responds to growing customer demand.

“Shell Chemicals Park Moerdijk wants to accelerate the energy transition, be a leader in the transformation of the Dutch chemical industry and grow by making more circular, low-carbon products for our customers and society. This comes with three major goals: net zero emissions within ten years, increasing the use of circular and bio-based feedstocks and doubling the number of chemical products by investing in new product lines,” says Richard Zwinkels, general manager of Shell Chemical Park Moerdijk.

Richard Zwinkels continues: “We will have to be an active local partner, cooperate with governments and authorities and integrate with other businesses such as start-ups to increase the potential for sustainability improvements. We will open up to the outside world like businesses and universities by, for example, facilitating scientific research on our site.”

An important step to achieve net zero by 2032 is hydrogen. Shell Chemicals Park Moerdijk is developing plans, pending final investment decisions, to build a facility that will produce hydrogen from the residual gases from the Park’s production process. Shell will use this hydrogen to heat the industrial furnaces. The aim is to capture and store the CO2, a residue in the process of making hydrogen, in old gas fields under the seabed.

In addition to the use of circular pyrolysis oil, bio-based feedstocks can be used. In 2021, Shell decided to invest in the construction of a biofuels facility at Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. The biofuels facility is currently being built and is expected to start production in 2024.

Shell looks at doubling the number of plants at Shell Chemicals Park Moerdijk in the coming decade, subject to investment decisions. The expansion will support the introduction of a number of new products with a lower carbon footprint, while meeting society’s increasing demand for these.

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Nederland wil internationaal vooroplopen in verduurzaming van de industrie en daarmee onze economie versterken. Het kabinet wil ook dat de Nederlandse technologische én traditionele (maak) industrie een grote rol van betekenis blijft spelen in wereldwijde, cruciale productieketens, zoals microchips. Om dat te bereiken zet het kabinet in op een actief en strategisch industriebeleid door te investeren in innovatie en onderzoek en met maatwerkafspraken.

Dat schrijft minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in de industriebrief en de brief over maatwerkafspraken die aan de Tweede Kamer zijn gestuurd. Naast gericht investeren in innovatie en onderzoek, stimuleert het kabinet meer in digitalisering van productieprocessen en Europese samenwerking. Zo stelden het ministerie van EZK en de Europese Commissie samen met regionale publiek-private samenwerkingen eind vorige maand al 30 miljoen euro extra beschikbaar voor vijf Nederlandse European Digital Innovation Hubs (EDIH). Hierin werkt Nederland aan het toepassen van innovatieve technologieën als kunstmatige intelligentie, 3D-printen en autonome systemen in processen en producten.

Minister Adriaansens: “In Nederland hebben we alles in huis voor een sterke en duurzame industrie die toonaangevend is. Dat is ook hard nodig. We willen niet te veel afhankelijk zijn van andere landen bijvoorbeeld als het gaat om de productie van medicijnen, microchips en duurzame energie. Te vaak zit de industrie in een negatieve hoek, maar industrie is juist een cruciaal onderdeel van de oplossing. We zijn een kei in innovatie en door te investeren in innovatieve technologie op het gebied van verduurzaming kunnen we de beste worden, en tegelijkertijd klimaatverandering aanpakken.”

Een sterke industrie is belangrijker dan ooit. Bijna alles wat we dagelijks gebruiken komt voort uit de industrie: van kleding tot levensmiddelen, huishoudelijke apparaten, wasmiddel en van medicijnen tot verf. De industrie zorgt direct en indirect voor meer dan een miljoen banen in Nederland en is ontzettend belangrijk voor onze economie. Met de verduurzamingsopgave liggen voor de industrie grote kansen en uitdagingen.

Innoverend verduurzamen

Om de verduurzamingsdoelen in 2030 te halen moet de industrie in de komende periode grote besluiten nemen over kostbare investeringen voor verduurzaming. Nieuwe en verbeterde productiefaciliteiten moeten worden opgebouwd, bestaande productie omgebouwd en fossiele productiefaciliteiten afgebouwd. Daar staat tegenover dat de vraag naar klimaatvriendelijke en circulaire goederen, diensten, machines, energie en infrastructuur in de toekomst alleen maar zal toenemen. Door eerder dan anderen te verduurzamen en oplossingen te realiseren die daarvoor nodig zijn, kan Nederland zich door innovatie blijvend onderscheiden en wereldwijde exportmogelijkheden en verdienkansen benutten.

Maatwerk

Met de maatwerkaanpak kunnen de 20 grootste industriële uitstoters een extra stap zetten om nieuwe duurzame technologieën vorm te geven die leiden tot minder CO2-uitstoot. Daarmee worden bedrijven uitgedaagd zelf met hun ambitieuze plannen te komen om de CO2-uitstoot in hun eigen schoorsteen en elders in de keten te verminderen, en hun impact op de omgeving te verbeteren. Met maatwerk wil het kabinet de onzekerheden, obstakels en vertragende factoren rond verduurzaming zoveel mogelijk wegnemen. Bedrijven moeten wel een visie hebben op hun weg naar klimaatneutraliteit en circulariteit, zodat ze hun activiteiten nu en in de toekomst in Nederland kunnen blijven ontwikkelen. Daarnaast kunnen afspraken gemaakt worden over onder andere energie- en gasbesparing, scholing van technisch personeel, stikstofuitstoot en het matchen van vraag naar en aanbod van elektriciteit.

Het industriebeleid is niet vrijblijvend. Tegenover elke investering van de overheid moet ook een inspanning van de industrie staan om te investeren en te verduurzamen. Het kabinet gaat de Nederlandse industrie ook stimuleren te verduurzamen door regels te formuleren voor circulair gebruik van grondstoffen en zoals eerder aangekondigd door CO2-uitstoot te beprijzen.

Strategische positie behouden

Naast de uitdagingen op het gebied van verduurzaming, nemen de wereldwijde spanningen toe. We willen minder afhankelijk zijn van andere landen. Wanneer slechts een of twee partijen alle belangrijke technologie of grondstoffen in handen hebben, maakt dat Nederland ongewenst kwetsbaar. Voor belangrijke delen van onze industrie moeten we dus zelf ook een onmisbaar stuk van de puzzel in handen hebben. Denk bijvoorbeeld aan de industrie van microchips en opkomende technologieën als quantum computing, waterstoftechnologie en fotonica. Samenwerking met andere Europese landen is daarin cruciaal. Bijvoorbeeld in het grootschalige Europese project (IPCEI) voor een krachtige waardeketen in het opwekken, gebruiken, opslaan en transporteren van waterstof, als vervanging van fossiele energie. Ook komt het kabinet met een strategie voor kritieke grondstoffen.

Gericht investeren

Voor het stimuleren van technologische innovatie binnen de industrie en voor het opleiden en omscholen van talent maakt het kabinet gebruik van het Nationaal Groeifonds van 20 miljard euro. Het Nationaal Groeifonds investeert in projecten op het gebied van Kennisontwikkeling en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Voor de maatwerkafspraken is 3 miljard euro beschikbaar.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Revolt, de Nederlandse start-up gespecialiseerd in elektrische oplaadpunten, gaat een meerjarige samenwerking aan met Volkswagen Bedrijfswagens. Om de transitie naar duurzame mobiliteit mogelijk te maken is de inzet van betaalbare en innovatieve laadvoorzieningen van essentieel belang. Bij de aanschaf van de nieuwe elektrische Volkswagen ID. Buzz Cargo – en toekomstige elektrisch aangedreven modellen – kunnen klanten nu direct bij de Volkswagen Bedrijfswagens-dealer terecht voor een passende laadoplossing van Revolt.

Samen op weg naar Zero Emission Zones 

Tientallen steden in Nederland – waaronder Amsterdam en Rotterdam – stellen vanaf 2025 Zero Emission Zones in. In deze binnenstedelijke gebieden worden bestel- en vrachtvoertuigen met verbrandingsmotor geweerd. Elektrische bedrijfswagens zijn vanaf dan noodzakelijk om in deze gebieden te kunnen blijven werken. Met het vandaag aangekondigde partnership helpt Revolt ondernemers die kiezen voor Volkswagen Bedrijfswagens op deze weg naar zero emission. “Wij geloven dat de toekomst van mobiliteit schoon, betaalbaar en beschikbaar voor iedereen moet zijn,” aldus Rutger Bosch, mede-oprichter van Revolt. “Met ons ecosysteem van alles-in-één laad- en energieoplossingen helpen we ondernemers elektrisch te rijden en zo hun CO2-voetafdruk te verkleinen. De samenwerking met Volkswagen Bedrijfswagens versnelt de duurzame transitie en draagt bij aan onze missie om altijd en overal schone energie beschikbaar te maken. 

Laadinfrastructuur: uitdaging van de toekomst 

Wagenparken zijn in sneltreinvaart aan het verduurzamen: het aantal elektrische auto’s steeg afgelopen jaar met 38 procent (CBS, 2021). PwC voorspelt dat er in 2030 meer dan 1,9 miljoen elektrische auto’s in Nederland rijden. Meer elektrische auto’s betekent meer en slimmere laadinfrastructuur. “Wij merken dat veel van onze klanten klaar zijn voor een beslissende stap op weg naar duurzaam ondernemen. Maar voor veel ondernemers blijven laadpalen op de parkeerplaats een uitdaging,” verklaart Robert Jan van den Berg, Managing Director van Volkswagen Bedrijfswagens. “Met Revolt hebben we een partner gevonden die onze klanten daarbij perfect kan ondersteunen. Met de combinatie van een CO2-neutrale wagen en slimme laadpalen bieden we een totaaloplossing en zijn ondernemers klaar voor de toekomst. 

Over Revolt: alles-in-één laadoplossingen op maat 

Revolt is een pionier in de elektrische mobiliteitsindustrie en biedt slimme en duurzame alles-in-één laadoplossingen. De Revolt-service is beschikbaar via zorgeloze abonnementen en omvat alle diensten, van advies en installatie tot jaarlijks onderhoud. 

Revolt-laders zijn ontworpen met het oog op gemak en duurzaamheid. Ze combineren stijlvol design met high-end technologieën zoals load balancing en smart charging, welke bijdragen aan de toekomst van een robuust en duurzaam elektriciteitsnetwerk. Revolt is er trots op bij te dragen aan de radicale transitie die nodig is om duurzame mobiliteit de toekomst in te loodsen. Zie www.revoltincharge.com voor meer info. 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Enexis Netbeheer en PowerField hebben een nieuw soort overeenkomst afgesloten, waarbij PowerField een flexibele toegang heeft tot transportcapaciteit van het elektriciteitsnet op de momenten dat die capaciteit beschikbaar is. Door gebruik te maken van dit tijdgebonden contract kan PowerField haar bestaande zonnepark in Emmen uitbreiden door daar een tweede zonnepark op aan te sluiten, terwijl dat in de huidige situatie niet mogelijk zou zijn. In Meppel kan PowerField haar bestaande vaste aansluiting op momenten verkleinen, waardoor er transportcapaciteit beschikbaar komt voor aanvragers die op de wachtlijst staan. Het is voor het eerst dat Enexis Netbeheer dergelijke tijdgebonden contracten aanbiedt. Hierdoor kunnen duurzame initiatieven doorgang vinden waar in de huidige situatie geen transportcapaciteit beschikbaar voor zou zijn.

In Nederland wordt steeds meer elektriciteit verbruikt en teruggeleverd. Daardoor wordt in steeds meer delen van het Enexis-gebied de maximale belastbaarheid van het elektriciteitsnet bereikt. Om extra ruimte te creëren, moet de netcapaciteit worden uitgebreid, bijvoorbeeld door het bijbouwen of verzwaren van stations en het leggen van dikkere kabels. Dergelijke uitbreidingen duren inclusief voorbereiding en vergunningentrajecten soms wel zeven jaar. Het is dan ook belangrijk om de capaciteit van het bestaande net efficiënter te gebruiken.

Enexis Netbeheer is daarom vorig jaar begonnen met de ontwikkeling van tijdgebonden contracten. Door de inzet van dit type contract is het mogelijk om de beschikbare capaciteit van het elektriciteitsnet ook buiten de piekmomenten maximaal te gebruiken. Door deze tijdgebonden contracten wordt de beschikbare capaciteit van het elektriciteitsnet optimaal benut en kunnen nieuwe duurzame initiatieven worden aangesloten. Wanneer een tijdgebonden contract gecombineerd wordt met batterij-opslag, kunnen er tot wel vier keer zoveel zonnepanelen aangesloten worden achter dezelfde aansluiting. Voor partijen die door middel van een tijdgebonden contract aangesloten zijn op het elektriciteitsnet geldt dat Enexis geen financiële vergoeding uitkeert voor de beperkingen die in dit contract zijn vastgelegd.

Emmen

Het bestaande zonnepark van PowerField in Emmen heeft op dit moment een capaciteit van 4,8 MW. PowerField wil een nieuw zonnepark bouwen in Valthermond en dit aansluiten op de bestaande aansluiting. Hiervoor heeft het maximaal 12 MW extra transportcapaciteit nodig. Omdat er geen reguliere transportcapaciteit meer beschikbaar is, maakt PowerField gebruik van een batterij om hierin het op piekmomenten teveel aan opgewekte stroom op te slaan. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een tijdgebonden contract, zodat PowerField alleen tijdens vastgestelde tijdsvensters meer stroom mag terug leveren dan de 4,8 MW van de bestaande aansluiting. Op die momenten kan de batterij ingezet worden om terug te leveren aan het elektriciteitsnet.

Meppel

In Meppel is aan PowerField 36 MW netcapaciteit toegekend voor een nog te bouwen zonnepark. Door ook hier een batterij te plaatsen, heeft PowerField slechts 25 MW nodig op de piekmomenten. De resterende 11 MW wordt teruggegeven aan Enexis. Deze wordt vervolgens via een tijdgebonden contract gecontracteerd, waardoor PowerField alleen tijdens vastgestelde tijdsvensters 36 MW transportcapaciteit beschikbaar heeft en tijdens de piekmomenten 25 MW. Op momenten dat er geen 36 MW beschikbaar is, wordt de batterij benut voor het opslaan van de opgewekte stroom. Doordat PowerField hiermee 11 MW vaste transportcapaciteit minder nodig heeft, komt er capaciteit beschikbaar voor nieuwe duurzame initiatieven. Enexis zal deze aan partijen toekennen op basis van de volgorde op de wachtlijst.

Han Slootweg, directeur Asset Management Enexis Netbeheer: “Tijdgebonden contracten zijn een goed voorbeeld van een innovatieve oplossing die we samen met onze klanten hebben ontwikkeld. Ik ben er trots op dat we samen met PowerField het voortouw nemen om deze oplossing in praktijk te brengen. Hierdoor kunnen we het elektriciteitsnet veel beter benutten, waardoor we ook nog meer nieuwe duurzame initiatieven kunnen aansluiten. Groot voordeel daarbij is dat er geen financiële compensatie vanuit Enexis aan de orde is, zodat de netbeheerder geen extra kosten maakt voor het creëren van extra aansluit- en transportmogelijkheden.

Ivo van Dam, CTO PowerField: “Zonneparken leveren een significante bijdrage aan de verduurzaming van Nederland, maar het opwekken van zonnestroom trekt op momenten ook een grote wissel op de capaciteit van het elektriciteitsnet. Ook al zijn de netbeheerders verantwoordelijk om het netwerk uit te breiden, vind ik dat ook wij als zonneparkeigenaar verantwoordelijkheid moeten nemen om een bijdrage te leveren aan het optimaal benutten van de beschikbare capaciteit. Ik ben blij dat we samen met Enexis deze creatieve oplossing hebben gevonden.”

[ad_2]

Source link

Berichten paginering