[ad_1]

De Johan Cruijff ArenA zet de volgende stap op haar reis naar verduurzaming en zet zich volledig in voor een netto positieve exploitatie in 2030, wat betekent dat zij meer geeft aan de wereld dan dat zij ervan afneemt. Samen met partners als Ajax en de gemeente Amsterdam werkt de ArenA aan een netto positieve exploitatie van voetbalwedstrijden, concerten en andere evenementen in de ArenA. Bovendien wil de ArenA een nog grotere bijdrage leveren aan bijvoorbeeld de duurzaamheidsdoelstellingen van bands, clubs, organisatoren en de Gemeente Amsterdam. Daarmee helpt zij een standaard te zetten voor andere organisaties. De Johan Cruijff ArenA en partner GSES (Global Sustainable Enterprise System) lanceren daarvoor de Global Sustainable Venue Benchmark (GVSB) voor het meten van de duurzaamheid van organisaties, evenementen en leveranciers. Deze standaard biedt een leidraad voor het bevorderen van duurzaamheid. 

Dankzij de solide samenwerking met haar aandeelhouders, oprichters en partners heeft de Johan Cruijff ArenA sinds haar oprichting, ruim 25 jaar geleden, bewezen een maatschappelijk betrokken, duurzaam stadion te zijn dat wordt aangestuurd door voortdurende innovatie. Zo ontwikkelde de Johan Cruijff ArenA samen met diverse partners Europa’s grootste energieopslagsysteem in een commercieel gebouw voor de opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit.

Daarnaast voorzien ruim 4.200 zonnepanelen op het dak en de inkoop van windenergie de ArenA van groene stroom en heeft de ArenA zich aangesloten bij het initiatief ‘1.000 banen voor stadsdeel Zuidoost’, waarmee kansarmen aan werk worden geholpen. Dit geeft de Johan Cruijff ArenA een solide uitgangspunt om de volgende stap naar netto positief te maken.

De Johan Cruijff ArenA en partner GSES (Global Sustainable Enterprise System) lanceren daarnaast de Global Sustainable Venue Benchmark (GVSB) voor het meten van de duurzaamheid van organisaties, evenementen en leveranciers. Deze standaard biedt een leidraad voor het bevorderen van duurzaamheid.

“Met onze ambitie om netto positief te worden dragen wij ons steentje bij aan een duurzame, leefbare wereld voor toekomstige generaties en natuurlijk voor de omgeving, Amsterdam. Het wordt een reis met successen en mogelijkheden om te leren. Het doel is duidelijk en we hebben sterke partners met wie we deze ambitie haalbaar kunnen maken.” — Tanja Dik, CEO Johan Cruijff ArenA

Aanpak

Er is geen standaard stappenplan om een organisatie netto positief te maken. Het proces hangt volledig af van de bedrijfsvoering en de keten. Daarom heeft de Johan Cruijff ArenA samen met partner KPMG een grondige analyse uitgevoerd om na te gaan wat netto positief betekent voor de ArenA. Bovendien werd vastgesteld welke onderwerpen moeten worden aangepakt om netto positief te worden. Deze onderwerpen hebben betrekking op klimaatimpact, mens en maatschappij of Environment, Social en Governance (ESG).

Daarnaast lanceren de Johan Cruijff ArenA en partner GSES (Global Sustainable Enterprise System) de Global Sustainable Venue Benchmark (GVSB) om de duurzaamheid van organisaties, evenementen en locaties te meten. Deze standaard biedt houvast bij het bevorderen van duurzaamheid. De ArenA is gestart met het meet- en verificatieproces voor haar eigen organisatie, waarbij haar belangrijkste leveranciers zullen worden betrokken. Op het online GSES-platform hebben de ArenA en GSES een Net Positive dashboard en evenementenmodule ingericht waarin de ArenA met de gehele keten meet en rapporteert. De ArenA zal de voortgang en eventuele uitdagingen open en transparant communiceren, zodat andere organisaties zoals partners met vergelijkbare duurzaamheidsdoelstellingen hiervan kunnen leren en stappen kunnen zetten om ook Net Positief te worden.

Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam: ‘Ik ben ontzettend trots op de manier waarop de ArenA zich al jaren inzet voor verduurzaming van het gebied door innovatie. En nu op haar nieuwe ambitie om netto positief te worden. Het is een ambitie die we graag samen met de ArenA invullen. De ArenA heeft immers een voorbeeldfunctie voor de stad Amsterdam en voor de samenleving als geheel.

“Het GSES platform is een internationaal platform waarmee de ArenA zowel de eigen duurzaamheid prestaties meet alsook CSRD en de supply chain (inclusief scope 1, 2 en 3 ). Alle data op het dashboard is via GSES en Audit Independer onafhankelijk geverifieerd door een certificerende instelling, Control Union Certifications.” – Kelly Ruigrok, founder GSES.

Partners

Netto positief worden kan alleen als de hele keten meedoet. Daarom werkt de ArenA samen met haar aandeelhouders Ajax en de gemeente Amsterdam, oprichters, partners, leveranciers, branchegenoten, medewerkers en andere stakeholders. Het doel is om met deze groep na te gaan op welke onderwerpen we kunnen samenwerken om niet alleen de ambities waar te maken, maar ook een golf van positieve impact te creëren.

“De ArenA wil met ons samenwerken om de wedstrijden zo duurzaam mogelijk te maken. Dat is echt een fantastische uitdaging. Voor Ajax, voor onze supporters en voor de ArenA” –  AFC Ajax Bestuur

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Dit jaar herijkt de Topsector Energie haar innovatieve focus, en daarmee de innovatiedoelen. De doelstellingen voor 2030 en 2050 zijn namelijk in grote lijnen duidelijk, zowel in Nederland als Europa. In de innovatie wordt steeds meer gestuurd op een integrale aanpak; iedereen gaat er wat van merken en alleen een technische oplossing is onvoldoende. Het energiesysteem van de toekomst is volledig elektrisch en dat vraagt veel van innovatie. 

Peter Molengraaf, boegbeeld van de Topsector Energie: “Als je kijkt naar de klimaatambities wereldwijd, dan moet er een tandje bij. Het uitstellen van wat we moeten doen, leidt ertoe dat er in de toekomst steeds drastischere maatregelen nodig zijn. Innovatie kan hierbij helpen. Uiteindelijk zullen we volledig op wind-, zon- en waterkracht ons energiesysteem draaien. Ik ben overtuigd dat het kan, maar we zijn er nog niet voor georganiseerd. Ten opzichte van onze buurlanden hebben wij in Nederland eigenlijk een achterstand in het elektrificeren omdat we altijd alles met gas hebben gedaan. We moeten nu snel ruimte gaan geven voor de ombuiging naar elektriciteit.

Meer dan technologie alleen

Peter Molengraaf: “We weten steeds beter wat er moet gebeuren; we weten alleen niet in welke volgorde, met wie en vooral ook: hoe alles straks samenwerkt. Daarom blijft innovatie noodzakelijk; innovatie die verder gaat dan de technische oplossing.” Er komst steeds meer nadruk op samenwerkingsverbanden die (bijna) alle schakels in de keten afdekken. En tegelijkertijd worden voor versnelling aan de vraagkant prikkels ingebouwd voor gebouweigenaren. Denk bijvoorbeeld aan het verbod tot het 1-op-1 vervangen van CV-ketels vanaf 2026. Deze insteek van ‘marktcreatie’ is een ontwikkeling die de laatste jaren veel nadrukkelijker wordt gekozen voor versneld bereiken van de doelen uit het Klimaatakkoord. Systeeminnovatie is daarbij een sleutelwoord. Die systeeminnovaties zijn nodig om echte tempo en schaal te bereiken (en dus versnellen). Dat betekent van warmtepompen naar innovatie op warmte-integratie, waarbij de warmtepomp of e-boiler een onderdeel in een opnieuw geoptimaliseerd systeem is. Of van elektrificatie-technologie naar koppeling tussen hernieuwbaar elektriciteits-aanbod en flexibele elektriciteits-vraag.

Inpassing van innovatie

Naast de techniek wordt de inpassing steeds belangrijker, bijvoorbeeld vanuit ruimtelijk, maatschappelijk, infrastructureel en sociaal (werk, omgeving) oogpunt. Het effect van de energietransitie wordt steeds voelbaarder. Peter Molengraaf: “Tegelijkertijd moeten we voorbij de horizon van 2030 kijken want dan moet het steeds weer een stapje harder, beter. Dat vergt een enorme inspanning van de innovatiecommunity en daar willen we nu mee aan de slag om op tijd klaar te zijn. Veel van de oplossingen die nu voorhanden zijn behoeven verbetering: kostenreductie, inpassing in het ‘systeem’, efficiënter, veiliger, minder gebruik van schaarse materialen, circulair etc.” 

Over naar volledig elektrisch

Het nieuwe energiesysteem van de toekomst is volledig elektrisch en moet flexibel inspelen op de wisselende beschikbaarheid van zonne- of windstroom. Vooral in de industrie vraagt dit om flinke wijzigingen. In de industrie worden op dit moment de eerste elektrolysers die duurzame waterstof produceren met duurzame elektriciteit geplaatst. Daarbij spelen bijvoorbeeld kosten en veiligheid een belangrijke rol: hoe kunnen we kosteneffectief waterstof produceren op een zo veilig mogelijke manier met de huidige technologie? Tegelijkertijd richten we ons op de lange termijn op onderzoek dat te maken heeft met het reduceren van het gebruik van schaarse grondstoffen in elektrolysers om de afhankelijkheid van bepaalde gebieden in de wereld te beperken.

Herijking van de innovatiedoelen

Opzet is het bereiken van de doelen zoals afgesproken in het Coalitieakkoord en Klimaatakkoord; wetende dat sommige van die doelen na verloop van tijd worden aangescherpt. Dus soms wordt er voorbij deze doelen gekeken. Het geheel is door de Topsector Energie uitgewerkt in een lijvige set documenten die in detail beleidsmakers, innovatoren, onderzoekers en politici helpen om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. De documenten heten de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogrammas (MMIP). Op basis van deze programma’s worden ook de innovatietenders van het rijk ingericht (de MOOI).  Versnellen, elektrificeren en verdienvermogen van de BV Nederland blijven hierbij sleutelprincipes

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Bij de productie van zonnepanelen voor de bouwsector komt te veel CO2 vrij om de klimaatdoelen van 2030 te halen. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Metabolic in opdracht van Dutch Green Building Council (DGBC). Ook hebben zonnepanelenproducenten nog onvoldoende plannen om milieuvriendelijker te produceren. Terwijl dat wel nodig is, zeker omdat door de woningbouwopgave de vraag naar zonnepanelen naar verwachting blijft stijgen.

Metabolic en DGBC analyseerden in hun onderzoek de CO2-uitstoot van de productie van verschillende materiaalsoorten en producten voor de bouwsector. De meest impactvolle productgroepen werden onder de loep genomen. De toegepaste bouwmaterialen en producten die bij productie het meeste CO2 uitstoten, zijn staal, beton, glas, isolatie en installaties. In die laatste categorie vallen ook de zonnepanelen. Die zijn verantwoordelijk voor 88 procent van de uitstoot in de installatiebranche.

Reductie blijft steken op 48 procent

Met de huidige manier van produceren blijven producenten en leveranciers van staal, beton, installaties, isolatie en glas steken op 48 procent CO2-reductie in 2030, terwijl 60 procent nodig is. “Radicaal anders bouwen én produceren is daarom nodig om de klimaatdoelen te halen”, laat Laetitia Nossek van DGBC weten. “De installatiebranche, met zonnepanelenproducenten voorop, lijkt zich nog niet te realiseren dat er snel actie nodig is.”

Grotere vraag naar materialen maakt opgave om uitstoot te verminderen nog uitdagender

De grotere vraag naar bouwmaterialen door de nieuwbouwopgave, maar ook in toenemende mate de renovatieopgave, staat op gespannen voet met de doelen om de CO2-uitstoot te verminderen. De grote toepassing van zonnepanelen leidt met de huidige productiemethoden tot een verdubbeling van de uitstoot. Waar bij staal, beton en isolatie de verantwoording helder is en de zoektocht naar duurzamere alternatieven gaande is, blijft de installatiebranche achter. De zonnepanelenproducenten zijn het minst duidelijk over de uitstoot die de gebruikte materialen veroorzaken, constateerden de onderzoekers.

Zonnepanelen wekken duurzame energie op, maar productie ervan is vervuilend

Zonnepanelen zijn uitgerekend noodzakelijk als opwekker van duurzame energie, voor nieuwbouw maar ook zeker bij de bestaande gebouwen. Sinds 2019 is de vraag naar zonnepanelen alleen maar toegenomen, en met de woningbouwopgave van bijna een miljoen woningen tot 2030 blijft deze vraag stijgen. “Zonnepanelen drukken inmiddels heel hard op de CO2-voetafdruk van de gebouwde omgeving”, zegt Nossek.

 Op zoek naar een nieuwe manier van produceren van bouwmaterialen

De sector moet om, adviseren de onderzoekers. Dat betekent stoppen met de productie van vervuilende materialen en overstappen naar alternatieve producten. Toni Kuhlmann van Metabolic legt uit : “De uitstoot van de productie moet omlaag en we moeten minder nieuwe materialen en installaties toepassen. Naast de energietransitie is een grootschalige transformatie nodig naar een circulaire (bouw)economie: minder materialen gebruiken, bouwmaterialen toepassen die geen CO2 uitstoten bij de productie, en veel meer hergebruiken en/of biobased materialen toepassen.” Nossek besluit: “Zonder circulaire oplossingen heb je ook geen CO2-neutrale bouwkolom”, besluit Nossek.

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Op de vierdaagse Double Nature Summit in Nederland, waar een breed scala aan belanghebbenden is samengekomen, is vandaag het Double Nature Plan gepresenteerd. Het plan bevat acties om CO2 uit de lucht te halen door de natuur te verdubbelen. Volgens de initiatiefnemers en deelnemers van de top vormt deze aanpak een cruciaal instrument in de transitie naar een nieuwe, regeneratieve economie, waarin we in eerlijk verdeelde welvaart en binnen de planetaire grenzen leven. Meer dan 200 ambassadeurs hebben zich gecommitteerd en zijn begonnen met de uitvoering.

Oplossingsgerichte aanpak

De Double Nature Summit is een initiatief van Climate Cleanup, een netwerk en onafhankelijke non-profitorganisatie die schaalbare, op de natuur gebaseerde klimaatoplossingen realiseert. Het doel van het netwerk is om de klimaat-, stikstof- en biodiversiteitscrisis te keren, door naast het stoppen van emissies, ook de koolstofbalans in de atmosfeer en oceanen te herstellen. Het vandaag gepresenteerde Double Nature Plan, dat in lijn is met Europees beleid, bevat concrete stappen om dat te bereiken. Het is plan het resultaat van jaren onderzoek en innovatie in van oplossingen in de oceaan, op het land, in rotsverwering en in de bouw.

Founder Sven Jense legt uit: “We hebben ervoor gekozen om een summit te organiseren met partijen die allen een andere invalshoek hebben, maar tegelijkertijd aan Double Nature, dus CO2 opruimen met natuur, werken en die regeneratief ondernemen. Vanuit ieders expertise zijn we tot een plan van aanpak gekomen waarmee we wereldwijd de nodige 1500 gigaton CO2 uit de atmosfeer kunnen verwijderen – dezelfde hoeveelheid als nu al opgeslagen zit in levende natuur.” Veelbesproken acties op de summit, die georganiseerd is bij en met Gideon, NIOZ, Deltares, Lenteland en Tolhuistuin, zijn onder andere de vormgeving van samenwerkingen tussen branches (bijvoorbeeld boeren die bouwmaterialen produceren) en het zichtbaar maken van de enorme potentiële arbeidsmarkt in een economie waarin de natuur vooropgesteld wordt.

Eerste stappen gezet

Tijdens de summit verenigden onder andere investeerders, bedrijven, regeneratieve pioniers en wetenschappers zich met elkaar om kennis en expertise uit te wisselen, samenwerkingen te laten groeien en innovatief ondernemerschap te bevorderen. En met succes, want de eerste concrete stappen van het plan zijn al gezet. Zo kondigde Van den Borne Aardappelen vorige week aan om twee hectare grond te regenereren met bamboe, wordt door de Seaweed Company zeewier verbouwd op de Noordzee en slaat gebouw SAWA in Rotterdam 2574 ton CO2 op in hout en bouwmateriaal. Laura Rooseboom, managing partner van StartGreen Capital en bestuurslid van Climate Cleanup: “Om in 2050 op een volledig circulaire economie te draaien is daadkracht nodig – precies wat het Double Nature Plan brengt. Het toont niet alleen aan hoe ver ondernemers al zijn in de transitie naar een nieuwe economie, maar ook hoe anderen kunnen meedoen.”

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het Solar Stewardship Initiative is gestart met de openbare raadpleging van zijn Code of Conduct – een gedragscode – die onder meer dwangarbeid bij de productie van zonnepanelen moet tegengaan.

Het SSI is in oktober 2022 gelanceerd door SolarPower Europe en Solar Energy UK, met als doel verantwoordelijkheid, transparantie en duurzaamheid in de hele waardeketen voor zonne-energie te waarborgen en aan te tonen. Het initiatief werkt aan de invoering van mechanismen voor het verzamelen en verifiëren van informatie over de milieu-, sociale en governanceprestaties (ESG) van exploitanten in de waardeketen voor zonne-energie. Het centrale instrument is de SSI-code, waarin de specifieke ESG-criteria zijn vastgelegd, die door onafhankelijke auditors zullen worden gecontroleerd.

Het initiatief werkt momenteel samen met meer dan 60 organisaties uit de hele zonne-energiesector en wordt gesteund door duurzaamheidsexperts van derden en de internationale financiële gemeenschap. Het roept nu actoren op het gebied van ESG op om hun inbreng te leveren voor het ontwerp van de SSI-code of conduct en de verdere ontwikkeling van het SSI.

Walburga Hemetsberger, CEO van SolarPower Europe: “We willen het Solar Stewardship Initiative bouwen op een fundament van transparantie. Deze openbare raadpleging is de volgende natuurlijke stap om de standpunten van alle geïnteresseerde groepen uit de industrie, het maatschappelijk middenveld en de ESG-gemeenschap in te winnen.”

Chris Hewett, CEO van Solar Energy UK: “De opening van deze raadpleging markeert een kritieke volgende fase voor de SSI – de overgang van een proefproject naar een volledig operationeel systeem, dat ervoor zal zorgen dat de Europese zonne-industrie de juiste normen op de juiste manier handhaaft.”

In aanvulling op de lopende uitwisselingen met deskundigen op het gebied van duurzaamheid, ontwikkelt de raadpleging verder de manieren waarop belanghebbenden zich met het initiatief kunnen bezighouden.

Het SSI wordt opgezet als een multistakeholderinitiatief met vertegenwoordigers in de bestuursorganen van de industrie in verschillende fasen van de waardeketen, het maatschappelijk middenveld, vertegenwoordigers van betrokken gemeenschappen en onafhankelijke deskundigen op het gebied van ESG en het vaststellen van normen.

Geef hier uw mening over het Solar Stewardship Initiative.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn op hoofdlijnen content met de recent gepresenteerde Klimaatplannen van minister Jetten en het Nederlands bedrijfsleven schaart zich volledig achter de klimaatdoelen van het kabinet. Grote zorgen zijn er echter onder ondernemers over de strafheffing op onder meer gas die er komt. Dat is zeer onrechtvaardig voor duizenden ondernemers die hun gasverbruik wel willen verlagen, maar niet kunnen door het overbelaste elektriciteitsnet en een gebrek aan andere duurzame alternatieven.

‘Dit is niet alleen onrechtvaardig, het zorgt er in de praktijk ook voor dat veel maakbedrijven in veelal kwetsbare regio’s verder onder druk komen, en bijbehorende productie en CO2-emissies alleen maar verschuiven naar andere landen. Op die manier onze klimaatdoelen halen kán niet de bedoeling zijn. We willen groen hier in plaats van grijs elders.’ Dat schrijven de ondernemingsorganisaties, mede namens tientallen brancheorganisaties, vandaag in een brief aan de Tweede Kamer vooruitlopend op de behandeling van de klimaatplannen en een debat over de verduurzaming van het midden- en kleinbedrijf (mkb) op 1 juni as.

Sprekende voorbeelden hoe ondernemers klem zitten

Bij de brief hebben de ondernemingsorganisaties een selectie van zo’n 30 voorbeelden gevoegd uit de vele duizenden voorbeelden uit hun achterban van ondernemers die willen verduurzamen, maar klem zitten door o.a. de problemen op het elektriciteitsnet. Zij krijgen ondertussen wel met een hogere energiebelasting op gas van meer dan een miljard euro te maken vanaf komend jaar. ‘Dit ondermijnt -als we niks doen- volledig het draagvlak onder de energietransitie en voelt zeer onrechtvaardig zo lang er geen enkel handelingsperspectief is voor veel ondernemers. Dit kan het toch al negatieve sentiment over het beleid vanuit Den Haag alleen maar verder versterken.’

Waar het kabinet – mede op verzoek van de Tweede Kamer – vorig jaar nog heeft voorzien in een regeling om de hoge energiekosten te dempen (via de Tegemoetkoming Energiekosten), zien de ondernemingsorganisaties nu een omwenteling in het beleid plaatsvinden waarbij de toch al hoge energierekening door de overheid verder wordt opgeschroefd.

Doelen worden gehaald

In de brief wijzen de ondernemingsorganisaties er op dat de maakindustrie volgens de laatste planning met het nieuwe klimaatpakket van het kabinet de doelstelling van 55% CO2-reductie ruim haalt en zelfs uitkomt op 66% in 2030. Dit is zonder dat daarvoor de energiebelasting omhoog moet. ‘Deze bedrijven leveren daarmee ruimschoots hun fair share.’

Uitvoering is essentieel

In de brief vragen de ondernemingsorganisaties verder aandacht voor met name het kleinere mkb en hoe dat beter kan worden ondersteund om snel te verduurzamen. Ook is er aandacht voor het op orde brengen van de uitvoering van alle plannen. Hierbij gaat het om tijdig op orde hebben van de benodigde vergunningen (stikstofproblematiek), energie-infrastructuur (netcongestie en toegang tot warmte- en waterstofnetten) én de beschikbaarheid van voldoende groene energie (wind op zee, groene waterstof, biobrandstof). Ze schreven hier eerder al een uitgebreide brief over aan de Tweede kamer. ‘Juist dat wordt doorslaggevend of we van Nederland een groene koploper kunnen maken en de doelen ook echt kunnen halen.’

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur trekt de komende jaren 140 miljoen euro uit om te helpen walstroominstallaties in zeehavens te realiseren. Daar wordt vanuit het klimaatfonds nog eens 40 miljoen euro aan toegevoegd. North Sea Port zet hier mee de schouders onder. Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft maandag 22 mei een intentieovereenkomst met de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ) ondertekend, waarin de publiek-private afspraken over de uitrol van walstroom in Nederland zijn vastgelegd. Door aangemeerde schepen de gelegenheid te bieden om ‘aan de stekker’ te liggen, hoeven vervuilende dieselgeneratoren op de schepen niet te draaien en wordt er ook minder geluidsoverlast veroorzaakt.

De vijf grote Nederlandse zeehavens van nationaal belang werken samen met IenW en de terminals aan de walstroomopgave in de respectievelijke havens. Het gaat om de havens van Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Moerdijk en North Sea Port.

Walstroom in alle Europese havens

Met de aankomende ‘Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR)’ zijn de Europese havens vanaf 2030 verplicht om zogenoemde AFIR-schepen van walstroom te voorzien. Het gaat om containerschepen, cruiseschepen, passagiersschepen, en gecombineerde passagiers- en vrachtschepen vanaf 5.000 GT (gross tonnage, waarmee het formaat van een schip wordt aangeduid). Dit zijn allemaal grote schepen, die ook aan de kade veel energie verbruiken.

“Om de klimaatdoelen te halen is het essentieel dat alle sectoren hun bijdrage leveren, ook de maritieme sector”, aldus minister Mark Harbers in het persbericht van IenW. “Tegelijkertijd vergt dat enorme investeringen. Ik ben blij dat we met deze subsidieregeling de sector een helpende hand kunnen bieden en de aanleg van walstroom verder gaan stimuleren. Dat leidt niet alleen tot milieuwinst, maar ook minder lawaaiige generatoren die draaien terwijl een schip aan de kade ligt. En komt er hopelijk plek vrij voor ontwikkeling in de havens, en nieuwe klimaatprojecten.”

De middelen voor walstroom zijn met name bedoeld voor terminals waar AFIR-schepen aanmeren, maar ook andere walstroomprojecten voor de zeevaart gaan in aanmerking komen voor subsidie.

Nu al walstroom aanleggen

“BOZ prijst de inzet van het kabinet als het gaat om walstroom”, zegt BOZ-voorzitter Boudewijn Siemons. “Walstroom biedt voor de samenleving vele voordelen, zoals de reductie van emissies van CO2, NOx, fijnstof en geluid. Dit vertaalt zich echter niet in een sluitende businesscase voor terminals en rederijen. Met de voorgenomen subsidieregeling hebben IenW en BOZ aantrekkelijke randvoorwaarden opgesteld om nu al walstroom aan te leggen, vooruitlopend op de verplichte Europese invoering van walstroom per 2030.”

“North Sea Port stelt verduurzaming binnen de havenontwikkeling voorop. De realisatie van walstroominfrastructuur is hierbij cruciaal”, vult CEO Daan Schalck aan. “Met deze intentieovereenkomst en de subsidieregeling van het ministerie kan er een versnelling komen in het aanpakken van lokale emissies en het verbeteren van de voetafdruk van het goederenvervoer. Het versterkt de ‘License to Operate’ van de havens. Hiervoor is samenwerking nodig tussen onder meer de private partijen, netbeheerders en overheden.”

De BOZ heeft eerder berekend dat er de komende jaren voor de AFIR-schepen zo’n 270 megawatt aan walstroomvermogen zal moeten worden geïnstalleerd in de havens om aan de aankomende verplichting te voldoen, met een benodigde investering van meer dan 300 miljoen euro. Daarbij gaat de brancheorganisatie uit van ruim 220 kiloton CO2-reductie per jaar (gelijk aan circa 75.000 huishoudens van het gas af), en 2,5 kiloton NOX-reductie. Wanneer ook walstroom wordt aangeboden aan schepen die niet onder de verplichting gaan vallen, wordt het potentieel en de milieuwinst nog veel groter. Door walstroomvoorzieningen te realiseren wordt niet alleen milieuwinst geboekt en geluidsoverlast teruggedrongen: er ontstaat mogelijk ook stikstofruimte voor klimaatprojecten in de haven.

[ad_2]

Source link

Tegenwoordig letten we veel meer op onze energiekosten dan voorheen. Dit komt mede door de prijsstijgingen die aan de hand zijn. Het is niet moeilijk om te besparen op energie, maar je moet wel weten hoe je dit goed aanpakt. In deze blog lees je 8 tips om energie te besparen.

1.      Isoleer je huis

Een goede isolatie in je huis zorgt ervoor dat je minder energie hoeft te verbruiken om je huis te verwarmen of te verkoelen. Je hebt verschillende soorten isolatie voor je huis: spouwmuurisolatie, dakisolatie en vloerisolatie. Het is aan te raden om ze alle drie uit te voeren zodat je optimaal gebruik kan maken van je geïsoleerde woning.

2.      Kies voor energiezuinige apparaten

Apparaten die je al een langere tijd hebt staan zijn echte energieverbruikers. Het is een investering om nieuwe apparaten te kopen, want energiezuinige apparaten zijn vaak duurder dan minder zuinige apparaten. Denk er maar aan dat het een investering is waar je uiteindelijk profijt van gaat hebben! Ben je aan het kijken voor een jacuzzi te plaatsen maar kom je erachter dat dit heel veel energie kost? Bij spa in limburg hebben ze ook energiezuinige jacuzzi’s. Zo kun je evengoed genieten!

3.      Vervang je verlichting door LED-verlichting

Heb je in je huis alleen maar gloeilampen of halogeenlampen hangen? Wij raden aan om ze te vervangen door LED-verlichting, ook als je lampen het nog goed doen. De aanschafprijs van LED-verlichting is hoger, maar uiteindelijk heb je die kosten terugverdient. Zo is een LED-lamp 85% zuiniger dan een gloeilamp en 75% zuiniger dan een halogeenlamp. Een ander voordeel is dat LED-verlichting veel langer mee gaat dan andere verlichting.

4.      Voorkom sluipverbruik

Veel apparaten in je huis staan waarschijnlijk op stand-by. Wist je dat ze dan evengoed nog energie verbruiken? Je kunt het beste de stekkers uittrekken van de apparaten die je niet gebruikt of je kunt een bespaarstekker plaatsen bij apparaten die je vaker gebruikt, zoals een TV of een computer. Door middel van een bespaarstekker zorg je ervoor dat de stand-by stand wel volledig uit is. Zo bespaar je energie met een eenvoudige oplossing.

5.      Verbruik minder (warm) water

Door minder water te verbruiken, verbruik je ook minder energie. Wij raden je aan om maximaal 5 minuten per persoon te douchen met warm water. Het is even wennen om snel te douchen als je normaal gesproken langer onder de douche staat, maar je kunt het op zijn minst proberen! Maak er een wedstrijd van en probeer elke keer korter te douchen.

6.      Zet de thermostaat lager

De thermostaat hoeft niet de hele dag aan te staan. Zet de thermostaat lager als je de deur uitgaat, gaat slapen of als je het echt koud hebt. Je kunt er ook voor kiezen om jezelf eerst warm aan te kleden en heb je het nog steeds echt koud? Dan draai je de thermostaat een klein beetje omhoog. Probeer er een gewoonte van te maken om altijd de thermostaat te controleren als je de deur uitgaat, dan kun je hem ook omlaag zetten.

7.      Gebruik deurdrangers

Vaak komt er door de deuren een koud briesje. Dit zorgt ervoor dat jij het sneller koud hebt en dat je de verwarming hoger gaat zetten. Door deurdrangers bij je deuren te plaatsen zorg je ervoor dat de warmte niet verdwijnt en dat er geen kou binnen komt. Je hebt verschillende soorten drangers dus je kunt er ook uitzoeken die niet of juist wel opvallen!

8.      Maak gebruik van warmte door de zon

Als de zon een dagje schijnt kun je hier goed gebruik van maken. Zorg dat je de warmte opvangt in je huis van de zon. Maak geen gordijnen of rolluiken dicht, maar laat alles open. Zo wordt je huis verwarmd met zonne-energie. Als het te warm wordt, kun je er voor kiezen om alles weer dicht te maken. Zo blijft de warmte binnen en kun je ervan genieten.

[ad_1]

Op maandag 19 juni vindt de vierde editie van de Climate Classic plaats. Deze fietstocht volgt een route van Breda via De Bilt naar Groningen, langs de toekomstige kustlijn op NAP die in Nederland kan ontstaan wanneer klimaatverandering geen halt wordt toegeroepen. De 1500 deelnemers aan de Climate Classic dragen bij aan een beter klimaat door bij hun inschrijving aan de tocht een klimaatbelofte te doen, waarmee ze hun persoonlijke CO2-uitstoot reduceren.

Deelnemers aan de tocht kunnen kiezen voor verschillende afstanden. De route langs de volledige kustlijn is 375 kilometer lang en voert van Breda naar Groningen. De kortste afstand van 125 kilometer gaat van Breda naar De Bilt, terwijl de tocht van 250 kilometer start in De Bilt en eindigt in Groningen. In Breda wordt er gestart bij het waterschap Brabantse Delta. Deelnemers van negen waterschappen rijden in estafette mee om op elke waterschapsgrens het estafettestokje door te geven aan het volgende team. Het startschot in Breda wordt gelost door Sandor Gaastra, secretaris-generaal van het ministerie van economische zaken en klimaat en dijkgraaf Kees Jan de Vet. De start in De Bilt vindt plaats bij het KNMI, daar zal Myriam van Rooij, directeur van het KNMI het startschot geven.

Het deelnemersveld van de Climate Classic bestaat uit individuele deelnemers en bedrijventeams. Bij inschrijving bepalen deelnemers hun ecologische voetafdruk, waarmee ze een passende klimaatbelofte doen. Hiermee committeren deelnemers zich aan een aanpassing in hun levensstijl die hun persoonlijke CO2-uitstoot vermindert. Verder wordt deelnemers gevraagd om hun CO2-uitstoot te compenseren via drie geselecteerde projecten. Alle deelnemers dragen het ‘Climate Stripes’-fietsshirt, de strepen hierop laten de opwarming van de aarde zien, waarbij de warmste jaren in het rood worden weergegeven. Hieruit blijkt in een oogopslag dat de opwarming van de aarde steeds sneller gaat.

Stichting Climate 4 Classic is organisator van de fietstocht, Samuel Beltman is mede-initiatiefnemer en ziet dat het deelnemersveld steeds gevarieerder wordt: “De mix van individuele deelnemers, bedrijven uit uiteenlopende sectoren en organisaties als de waterschappen en het KNMI laat zien dat het echt een probleem van ons allemaal is. Iedere deelnemer wordt nu al dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Daarom blijft het nodig om aandacht te vragen, en dat te verbinden aan concrete acties zoals de klimaatbeloften van onze deelnemers. Met de toezeggingen van deelnemers om niet meer te vliegen, geen vlees te eten of een jaar geen nieuwe spullen aan te schaffen draagt de tocht daadwerkelijk bij aan het tegengaan van klimaatverandering.”


Routekaart van de Climate Classic 2023

[ad_2]

Source link

[ad_1]

PowerField en GroenLeven realiseren een drijvend zonnepark bij Hattemerbroek, nabij Zwolle. Het zonnepark van 16,4 megawattpiek ligt op landgoed Noorderhoek in een voormalige zandwinningsput en wekt voldoende groene stroom op voor ongeveer 4.300 huishoudens. Daarmee levert het zonnepark, dat bestaat uit ruim 30.000 panelen, een aanzienlijke bijdrage aan de energietransitie.

Het zonnepark is ontwikkeld door en in eigendom van PowerField. Niet de gehele zandwinningsplas wordt benut voor het zonnepark. Rondom het zonnepark worden stroken open water aangehouden, om natuurwaarden te behouden en te versterken. Daarnaast wordt hiermee voldoende open water behouden voor de bevers, die leven in de noordzijde van het gebied. Naar verwachting wordt het zonnepark voor de zomer in gebruik genomen.

Energieopslag en ontwikkelingen in het gebied

PowerField plaatst batterijen om optimaal gebruik te maken van de netcapaciteit in Nederland. Energie die wordt geproduceerd door een zonnepark wordt opgeslagen in een batterij. Op de tijdstippen wanneer veel vraag is naar energie kan via de batterij in de behoefte worden voorzien van duurzame stroom. Op deze manier worden de capaciteitsproblemen binnen het Nederlandse elektriciteitsnetwerk verminderd. Ook bij Zonnepark Hattemerbroek is ruimte opgenomen voor het plaatsen van een batterij. PowerField gaat de plaatsing hiervan in de komende periode nader uitwerken.

Het zonnepark staat de verdere ontwikkeling van landgoed Noorderhoek niet in de weg. Zo laat het bestemmingsplan de bouw van een viertal woningen toe. PowerField gaat onderzoeken of de bouwkavels worden verkocht, of dat er een alternatieve ontwikkeling mogelijk is.

Uniek drijvend systeem

GroenLeven bouwt het drijvende zonnepark en maakt gebruik van een uniek eigen systeem voor de drijvende zonnepanelen. De zonnepanelen worden niet op het water geplaatst, maar erboven op speciale zonnebootjes. Dit creëert licht- en luchtstraten, zodat licht en lucht het water kunnen blijven raken. Ook de transformatorhuizen drijven. Hierdoor gaat er maar één elektriciteitskabel naar het land, waardoor er minimale belasting is in de vaak ecologisch rijke oevers van zandwinplassen. Ook de verankering is daarop ingericht, doordat dit gebeurt in de bodem van de plas en niet in de oevers.

Jean-Louis Bertholet, CEO PowerField: “Zonnepark Hattemerbroek is het eerste drijvende project van PowerField. De ontwikkeling hiervan was dan ook zeer leerzaam voor ons. We kennen GroenLeven als een betrouwbare en ervaren partner, en zijn dan ook blij dat zij de bouw uitvoeren. De realisatie van Zonnepark Hattemerbroek is weer een belangrijke stap in de energietransitie van Nederland, en draagt bij aan de duurzame ambities van de gemeente Oldebroek en de provincie Gelderland. Het is tevens een mijlpaal in de ambities van PowerField: we zijn zeer trots op dit project.’’

Peter Paul Weeda, CEO GroenLeven: “Nederland is een klein land. Multifunctioneel ruimtegebruik is dan ook essentieel. Met GroenLeven tonen we wat er allemaal mogelijk is met zonnepanelen: op grote daken, als carport, boven fruit, op een luchthaven en dus ook drijvende zonneparken. Nederland is door GroenLeven met drijvende zonne-energie koploper buiten China. Zo drijven er meer dan een half miljoen GroenLeven-zonnepanelen in Nederland. Daar ben ik ontzettend trots op. Ook op dit project bij Hattemerbroek. Het laat zien dat opwek van duurzame energie hand in hand kan gaan met natuur en ecologie, door ons unieke systeem.”

[ad_2]

Source link

Berichten paginering