[ad_1]

Het station heeft tevens een volledig nieuwe entree en is twee nieuwe perrons rijker, evenals vier nieuwe liften die het station beter toegankelijk maken. Een nieuwe fiets- en voetgangerstunnel maakt TU Delft beter bereikbaar.

ProRail verwacht een forse toename van reizigers op station Delft Campus in de komende jaren. Vanaf 2025 kunnen op dit deel van het spoor vier sporen worden gebruikt. Nu rijden in beide richtingen vier sprinters per uur; vanaf 2025 kunnen dat er zes worden. Dat stimuleert de duurzame mobiliteit tussen Leiden en Dordrecht en past in de duurzame ambities van NS en ProRail.

Een bijzondere kap

Wat de kap van station Delft Campus zo bijzonder maakt, is dat er geen zonnepanelen óp het dak zijn aangebracht. Nee, de kap zélf wordt gevormd door zonnepanelen. De 810 panelen zijn volledig geoptimaliseerd voor het produceren van energie. De opbrengst wordt gemiddeld 200 megawatt per jaar, net zoveel als het verbruik van 70 huishoudens per jaar. Dat is meer dan genoeg om het jaarverbruik van het station te compenseren. De elektriciteit die overdag wordt opgewekt, wordt via het bestaande energienetwerk gesaldeerd met de elektriciteit die ’s avonds en ’s nachts nodig is voor het station, denk aan de liften, ledverlichting, de omroepinstallatie, kaartautomaten, incheckpoortjes en reisinformatieborden.

Klaar voor de toekomst

Strukton was verantwoordelijk voor de bouw van de kap, inclusief zonnecellen en de aansluiting op het energienet. Met als extra bijkomend voordeel voor de reiziger dat zij straks niet meer verregenen. Bij de bouw van het station is rekening gehouden met eventuele toekomstige ontwikkelingen. Denk aan het terugleveren van elektriciteit aan het eigen netwerk van ProRail of het lokaal opslaan van elektriciteit. De mantelbuizen voor de bekabeling onder het spoorbed liggen er al.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Partner

Dutch Green Business Group NV (“DGB” of “de Groep”) (Euronext: DGB), een toonaangevend bedrijf in herbebossing en CO2-compensatie, kondigt met trots de lancering aan van haar nieuwe emissiebeheerplatform CO2.expert. Het platform stelt particuliere en zakelijke klanten in staat om hun CO2-voetafdruk te meten en geeft aanbevelingen over hoe deze emissies door middel van reductie en compensatie kunnen worden aangepakt.

Het CO2.expert-platform is ontwikkeld om nauwkeurige, betrouwbare en consistente analyse van CO2-emissies te bieden, gecombineerd met een gebruiksvriendelijke, snelle en effectieve interface. CO2.expert verenigt het volledige emissiebeheerproces in één enkel platform om bedrijven en individuen te helpen de koolstofemissies bij te houden en hen in staat te stellen onmiddellijk actie te ondernemen.

Het stelt bedrijven in staat om de CO2-impact van hun bedrijfsactiviteiten te meten en de activiteiten met de hoogste CO2-productie te identificeren. Gebruikers voeren informatie in over hun bedrijfsactiviteiten zoals transport, energieverbruik, brandstoftype en materialen. Het platform voldoet volledig aan de internationaal erkende standaard GHG Protocol en helpt bedrijven om CO2-neutraal te worden.

  1. Meten & Begrijpen
  2. Verminderen en vermijden
  3. Compensatie van restemissies
  4. Showcase & Disclose

Het platform is zo ontworpen dat meerdere gebruikers van een bedrijf er informatie kunnen bijdragen, waardoor er meer overzicht en begrip ontstaat over waar de grootste CO2-impact ligt. Het platform kijkt niet alleen naar de ingebouwde koolstofbesparingen van hergebruik, herschikking en recycling van materialen, maar houdt ook rekening met transport.

Het CO2.expert-platform bevat ook een gebruiksvriendelijke checklist die bedrijven helpt met alle stappen die nodig zijn om PAS 2060, de internationaal erkende specificatie voor CO2-neutrale status, te behalen.

ESG-rapportage

Alle gegevens, grafieken en certificaten van CO2.expert zijn exporteerbaar, waardoor gebruikers in staat zijn ze op te nemen voor interne of externe ESG-doeleinden, bedrijfsrapportage, het aantonen van naleving van de criteria die vereist zijn voor groenfinanciering, beleggers presentaties en offertes documenten .

De informatie die op het platform aan gebruikers wordt verstrekt, levert:

  • vergelijkbaarheid – het stelt gebruikers in staat bruikbare inzichten te verkrijgen en zichzelf te vergelijken met sectorgenoten
  • schaalbaarheid – nieuwe locaties kunnen worden toegevoegd naarmate bedrijven groeien voor bedrijfsbrede impact reductie
  • efficiëntie – het vermindert de inspanning en tijd om uw ecologische voetafdruk te berekenen

Om de kwaliteit te garanderen, heeft DGB samengewerkt met meerdere gespecialiseerde Nederlandse adviesbureaus op het gebied van duurzaamheid, om het platform te ontwikkelen. DGB ontwikkelt een netwerk van distributeurs bestaande uit ESG-consultants die ook toegang krijgen tot het platform.

In een reactie op de lancering van de software zei Peter van der Wal, impact consultant bij DGB: “Wij zijn verheugd om onze klanten en partners een platform te kunnen bieden waarmee de CO2 voetafdruk op gebruiksvriendelijke en gedetailleerde wijze in kaart kan worden gebracht. Dit platform brengt echt transparantie voor organisaties in methodes die voorheen vaak ingewikkeld en kostbaar waren.”

GreenTech Solutions

CO2.expert is het eerste platform dat is ontwikkeld door de dochteronderneming van DGB, GreenTech Solutions, in samenwerking met het zusterbedrijf voor softwareontwikkeling, Statix ​​Artificial Intelligence BV.

DGB werkt aan de uitbreiding van haar reeks van greentech-oplossingen, zoals samengevat op biodiversiteit.space

Op 30 december 2021 publiceert DGB haar operationele statement voor het einde van het jaar en Q4, met een update van de totale ondertekende aankoopovereenkomsten voor CO2-compensatie in 2021, de pijplijn voor projectontwikkeling en outlook voor 2022.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

NS en ProRail kiezen Eneco als nieuwe leverancier van stroom voor alle treinstations, verkeersleidingsposten, kantoren, onderhoudswerkplaatsen en andere gebouwen. Het contract zorgt ervoor dat de elektriciteit groen is, loopt vijf jaar en omvat 225 gigawattuur per jaar. Vergelijkbaar met het verbruik van 65.000 – 70.000 huishoudens. Het contract gaat in op 1 januari 2022.

Anneke de Vries, RvB lid van NS: “NS heeft bewust gekozen om de uitvraag voor de levering van energie voor de stations en gebouwen groen in te kopen met wind en zon. Deze stap past binnen de duurzaam ondernemen strategie van NS. NS wil in 2040 geheel fossielvrij zijn. Met dit contract zorgen wij ervoor dat onder andere de liften, roltrappen en de verlichting werken op basis van deze groene stroom. Onze huurders op het station kunnen ook gebruik maken van dit contract voor groene energie.”

Ans Rietstra, COO van ProRail: “Onze ambitie is om in 2030 net zoveel stroom zelf op te wekken als we gebruiken. Dat doen we stap voor stap, onder meer door eigen opwek via zonnedaken op meer stations en panelen op geluidsschermen. Een mooi voorbeeld van die vernieuwde ambitie is station Delft Campus dat wij maandag 20 december hebben geopend met de gemeente en NS.”

Onderdeel van het contract is een pilot voor het zogenaamde ‘uurmatching’ bij het station in Eindhoven. Een belangrijke manier om nog duurzamer te worden. Dit betekent dat we de momenten waarop we stroom verbruiken, zoveel mogelijk gelijk laten lopen met het moment waarop zon- of windenergie wordt opgewekt. NS en ProRail gaan samen met Eneco bekijken hoe we de elektriciteitsvraag kunnen reduceren, door de zelf opgewekte groene stroom zo efficiënt mogelijk te gebruiken, bijvoorbeeld met een batterij. Daarnaast gaan we onze elektriciteitsvraag sturen naar momenten met veel duurzame opwek. Zodat verbruik en opwek van groene stroom gelijk lopen. De overeenkomst met Eneco biedt voldoende flexibiliteit voor energiebesparing en om duurzame initiatieven te ontwikkelen. De energietransitie is namelijk in volle gang en de hoeveelheid duurzaam opgewekte stroom neemt toe.

As Tempelman, CEO van Eneco: “Het is geweldig dat we nu ook NS stations en ProRail van groene stroom mogen voorzien. NS en ProRail nemen hiermee nog meer verantwoordelijkheid in de energietransitie. Wij werken graag mee aan hun verduurzaming, want alleen door samenwerking komt een CO2 neutrale toekomst binnen bereik.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Alliantie maakt snelle stappen in de verduurzaming van haar woningportefeuille. Met 54.000 woningen kan de woningcorporatie een verschil maken. De Alliantie investeert fors in energiebesparende maatregelen, waaronder zonnepanelen. Bijna 20.000 daken zijn inmiddels voorzien. Op de valreep in 2021 legde de Alliantie haar 100.000e zonnepaneel.

Door onder andere het leggen van zoveel zonnepanelen heeft de woningcorporatie haar woningvoorraad naar gemiddeld energielabel B gebracht. Inmiddels zijn ruim 19.500 woningen voorzien van in totaal 100.000 zonnepanelen. Dat is vergelijkbaar met 35 voetbalvelden vol. De leveranciers die de Alliantie de afgelopen jaren hebben geholpen deze mijlpaal te bereiken zijn Sungevity, Greenchoice, Instacom, Zoncorporatie en Zonneplan. Binnen korte tijd wil de Alliantie de helft van haar totaal aantal woningen en gebouwen voorzien van zonnepanelen.

Voordeel voor huurders

Waarom niet alle daken, kun je je afvragen. “Naast dat niet alle daken geschikt zijn of niet gunstig liggen ten opzichte van de zon, hebben we ook toestemming nodig van bewoners”, aldus Bianca Themen, projectleider Verbeteren & Verduurzamen bij de Alliantie. Themen vervolgt: “Het is soms een uitdaging om akkoord van huurders te krijgen. Maar gelukkig staan steeds meer huurders welwillend tegenover energiebesparende maatregelen. Uit onderzoek onder bewoners blijkt dat zij graag goed voor de aarde zorgen en dan is het ook nog fijn als zij dit merken in hun portemonnee. Daarom benadrukken we in de communicatie richting huurders dat energiebesparende maatregelen juist financieel voordeel opleveren. Goede communicatie is hierin key om mensen mee te krijgen.”

CO2 besparing

De totale CO2 besparing die de zonnepanelen gezamenlijk opleveren, komt met ruim 19.500 huishoudens neer op ruim 13.000.000 Kg. Dit staat gelijk aan ongeveer 450 keer op en neer vliegen naar Parijs. Bianca Themen: “Zonnepanelen dragen bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot wat voor ons een belangrijke doelstelling is. Voor de huurder levert het een financieel voordeel op. Met zes panelen spreken we al over een gemiddelde netto besparing van € 100,- tot € 160,-  per jaar, per huishouden  Mensen zijn door de veranderende wereld waar we in zitten meer thuis en verbruiken dus ook meer energie. Daarnaast stijgen de gasprijzen. Hierdoor wordt de energierekening ook hoger. Met zonnepanelen kun je die energielasten verlagen, juist als je overdag thuis bent, door zonnestroom te gebruiken”.

Toekomst

De Alliantie is in 2017 gestart met het leggen van panelen op eensgezinswoningen. Deze wijkgerichte aanpak bevindt zich nu in een afrondende fase. Bianca Themen: Bewoners die nog niet mee hebben willen doen, maar van gedachten veranderd zijn, kunnen alsnog bij ons terecht voor zonnepanelen. Momenteel ligt de focus op het volleggen van daken van meergezinswoningen. Eerst hebben we het laaghangend fruit aangepakt; vooral de grote gebouwen tot vier bouwlagen. Nu richten we ons op de kleinere complexen”.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Mobiliteitsplatform JustGo is een samenwerking aangegaan met Energie VanOns, een energieleverancier die samen met ruim honderd aangesloten energiecoöperaties lokaal groene stroom opwekt en levert aan klanten in de regio. Het platform biedt volledig elektrische mobiliteitsoplossingen aan de (vooral) Noord-Nederlandse energiecoöperaties. Met deze samenwerking willen beide organisaties het gebruik van (elektrische) deelmobiliteit en lokaal opgewekte energie stimuleren.

De samenwerking sluit nauw aan op de strategie van JustGo waarbij mobiliteit en duurzaamheid de belangrijkste pijlers zijn. Omdat volgens het deelplatform iedereen meer mobiliteit verdient, is het deelvervoer niet exclusief voor de klanten van Energie VanOns. Ook biedt JustGo naast de complete mobiliteitsoplossing met de deel-app samenwerkingsmogelijkheden met lokale autogarages. “Veel van de aangesloten energiecoöperaties liggen op het platteland, waar weinig openbaar vervoer is”, zegt Jeroen van Denderen, business owner bij JustGo. “Doordat elektrische deelauto’s, -scooters en -fietsen ervoor zorgen dat mensen in die buitengebieden gemakkelijker ergens heen kunnen, hebben zij in veel gevallen geen tweede auto meer nodig. Dat heeft al een enorme impact op het klimaat. Ik ben trots op onze samenwerking met Energie VanOns, die alles waar wij voor staan afvinkt: een betere leefomgeving, minder vervuiling, en duurzame energie.”

Maatschappelijke verandering

Binnen de nieuwe samenwerking biedt Energie VanOns o.a. ondersteuning bij het contracteren van de leaseauto, aanleggen van de laadinfrastructuur, communicatie, de laadpas en administratie. Ook leveren zij de volledig groene energie, die bijvoorbeeld afkomstig is van een lokaal zonnedak. “Wij zijn erg blij met deze samenwerking, want veel van de bij ons aangesloten energiecoöperaties willen deelauto’s realiseren in hun dorp”, zegt Jaap Hoeksema, directeur van Energie VanOns. “De maatschappelijke verandering rondom wonen en duurzaamheid vraagt om een slimme mobiliteitsoplossing. Met de technologie van JustGo kunnen wij een gebruikerseconomie creëren waarmee iedereen in de omgeving vooruitgaat. Ik kijk enorm uit naar het eerste moment dat iemand in onze elektrische deelauto stapt.”

Lokaal delen

Elektrische deelauto’s dragen bij aan de leefbaarheid en de verduurzaming van het dorp, de stad of streek. Ook vloeien de opbrengsten van de deelauto terug naar de coöperatie. Zij kunnen het vervolgens investeren in duurzame of leefbaarheidsprojecten. Van Denderen: “Dit maakt de spreekwoordelijke cirkel rond: de elektrische deelvoertuigen rijden op lokale groene stroom en de opbrengsten dragen bij aan de lokale omgeving. Dat is toch hartstikke mooi. We ontvangen enthousiaste reacties vanuit de coöperaties. Zo vindt er binnenkort in Akkrum een bijeenkomst plaats, waarbij de lokale coöperatie de gemeenschap betrekt bij het project. Ik kan niet wachten tot anderen gaan volgen.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Vandaag werden de handtekeningen gezet onder een projectplan dat richting geeft aan de duurzame ambities van Rijkswaterstaat. Onder de noemer ‘Laden op Zon’ start SPIE met de realisatie van 400 laadpalen, 77 energiemanagementsystemen en meer dan 3000 zonnepanelen op de locaties van Rijkswaterstaat. Dit is een belangrijke stap in de ambitie van Rijkswaterstaat om in 2030 volledig energieneutraal te zijn.

De Flexicharge laadpalen, de zonnepanelen van Dutch Solar Projects en het EV Charging (CPO) en Energy Management (EMS) platform van Maxem vormen samen één systeem. Het online platform, Maxem Energy Cloud, bevat intelligentie; het kijkt bijvoorbeeld naar de productie van zonnestroom en stuurt, op basis daarvan, de timing van het laden van elektrische auto’s aan.

″Door de energievraag van de elektrische voertuigen en het opwekken van zonne-energie op de gebouwen van Rijkswaterstaat te combineren, wordt de opgewekte stroom direct benut. Zo is er minder noodzaak om de netaansluitingen van locaties te verzwaren, daarnaast adviseren we Rijkswaterstaat over duurzame alternatieven zoals lokale (zonne-)energie opslag″, licht Erwin den Haak, operationeel manager van SPIE, toe. Dit project is een belangrijke stap naar zero-emissie mobiliteit: in 2022 moet 50% van het wagenpark elektrisch rijden, waarbij in 2028 alle voertuigen van Rijkswaterstaat zero-emissie moeten rijden.

SPIE en Rijkswaterstaat werken al lang samen. ″SPIE begrijpt de wereld van Rijkswaterstaat, met haar regionale organisatieonderdelen met een eigen identiteit. Daarnaast zien wij meerwaarde in het gebruik van een centraal projectteam dat zorgt voor één overkoepelende integrale projectsturing die schakelt met de landelijke RWS-organisatie”, zegt Bas Nagtegaal van Rijkswaterstaat. ″Het initiatief om een samenwerkingsdag te organiseren om te komen tot een gedragen gezamenlijke ambitie, doelstellingen, verwachtingen en belangen, laat zien dat SPIE ook oog heeft voor de zachte kant van samenwerken.″

Ook Henk Pronk, divisiedirecteur TechFM van SPIE, kijkt uit naar dit unieke project: ″We hebben passende antwoorden gevonden op de vragen over projectmanagement, circulariteit, optimale opbrengst en toekomstgerichtheid van de systemen. Dat, in combinatie met onze kennis van en ervaringen met Rijkswaterstaat, maakt dat ik alle vertrouwen heb in een succesvolle samenwerking.″

 

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Zonnepanelen, windturbines, batterijen en stroomkabels, ze bevatten allemaal metalen. Hetzelfde geldt voor laptops, smartphones en servers. De energietransitie en digitalisering leiden tot een forse stijging van de vraag naar metalen. Dat confronteert ons met ethische vragen en geopolitieke risico’s. Want mijnbouw gaat nogal eens ten koste van mens en milieu. De afhankelijkheid van geïmporteerde metalen – uit of via China – maakt Europa kwetsbaar. In de publicatie Metalen voor een Groen en Digitaal Europa zetten Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en de Green European Foundation uiteen hoe we kunnen komen tot een spaarzaam, circulair gebruik van metalen en een verantwoorde winning van de metaalertsen waar we echt niet buiten kunnen. Het boekje eindigt met concrete actiepunten voor beleidsmakers op alle niveaus, van de Europese Unie tot de gemeente.

De coronacrisis heeft ons geconfronteerd met onze afhankelijkheid van wereldwijde toeleveringsketens. Door vraagschokken, productieonderbrekingen en vervoersknelpunten zijn tekorten ontstaan aan allerlei producten, van mondkapjes tot computerchips. Europa heeft de vervaardiging van deze essentiële producten grotendeels uitbesteed en is nu overgeleverd aan de genade van leveranciers in verre landen. Dat schept risico’s voor de volksgezondheid en de economie. Bovendien kunnen de waarden waar de Europese Unie voor staat, zoals democratie en mensenrechten, in het gedrang komen. Dat is het geval wanneer we vatbaar worden voor
politieke chantage of uit eigenbelang de ogen sluiten voor misstanden in toevoerketens. Het is geen toeval dat, sinds de coronacrisis, de term ‘strategische autonomie’ centraal is komen te staan in debatten over de toekomst van de EU.

Ook bij de omschakeling naar hernieuwbare energie is de EU sterk afhankelijk van buitenlandse leveranciers. Zonnepanelen en batterijen voor elektrische voertuigen komen grotendeels uit Azië. In de productie van windturbines en electrolysers (die stroom omzetten in waterstof) heeft Europa een stevig aandeel, maar veel van de schaarse metalen die hiervoor nodig zijn worden ingevoerd uit Azië en Afrika. Die importafhankelijkheid kan de energietransitie verstoren en vertragen, terwijl we, gezien de noodtoestand waarin het klimaat verkeert, geen tijd te verliezen hebben bij het vervangen van fossiele door hernieuwbare energiebronnen.

De grootschalige import van ‘energiemetalen’ roept ook vragen op over ethiek en geopolitiek. De energietransitie zorgt nu al voor een sterke stijging van de vraag naar kobalt en lithium, met name voor de batterijen van elektrische auto’s. De winning van deze metalen gaat nogal eens gepaard met mensenrechtenschendingen en milieuvernietiging. Kinderen die zwaar en gevaarlijk werk verrichten in Congolese kobaltmijnen, boeren in Zuid-Amerika die hun land zien verdrogen door de lithiumwinning, ze dwingen ons het vraagstuk van klimaatrechtvaardigheid onder ogen te zien: betalen mensen in het mondiale Zuiden de prijs voor de oplossing van een probleem dat niet door hen maar door het rijke Noorden is veroorzaakt?

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

IKEA Eindhoven heeft – als een van de eerste vestigingen in Europa – zonnepanelen op carports op de bovenste verdieping van het parkeerterrein geplaatst. Het Zweedse woonwarenhuis heeft op alle gebouwen in Nederland zonnepanelen liggen: er zijn inmiddels bijna 45.000 panelen geïnstalleerd op IKEA winkels en het distributiecentrum. Samen wekken die circa een derde van het elektriciteitsverbruik op van IKEA Nederland. Nu de daken bijna vol liggen, kiest IKEA ervoor de zonnepanelen ook op andere manieren te plaatsen. Het doel is om in 2025 alle gebouwen wereldwijd te laten draaien op 100% hernieuwbare elektriciteit (momenteel 66%).

Nieuw soort panelen

IKEA plaatst 1.584 panelen op het parkeerdek van de winkel in Eindhoven – die in totaal een vermogen hebben van 840kWp. De nieuwe panelen op het parkeerterrein zijn qua afmeting ongeveer de helft groter dan de panelen op het dak van de vestiging. Daar liggen 1.850 panelen met een totaalvermogen van 500kWp. In totaal wordt straks ongeveer de helft van alle energie in de vestiging met zonnepanelen opgewekt. De panelen op het parkeerterrein zijn een nieuw soort panelen – ook wel ‘bifacial-panelen’ genoemd – waarbij een deel van de opbrengst vanuit de onderzijde komt: het licht dat op het parkeerdek weerkaatst, draagt ook bij aan de energieopwekking.

Paul van Liempd, duurzaamheidswethouder van Son en Breugel: “Het doet me goed om te zien dat IKEA in Son en Breugel zo vooruitstrevend is op duurzaamheidsgebied. Dit is niet alleen een prachtig voorbeeld voor andere bedrijven op Ekkersrijt en de rest van Son en Breugel, IKEA inspireert zo hopelijk ook andere grote bedrijven in Nederland en Europa. De komende jaren gaan we onze bedrijventerreinen verder vergroenen en verduurzamen. IKEA is daarbij koploper en ik hoop dat velen dit voorbeeld zullen volgen. IKEA laat zien dat het kan.”

Uitbreiding

IKEA onderzoekt de mogelijkheden voor uitbreiding van het aantal zonnepanelen bij de verschillende winkels in Nederland. Afgelopen zomer plaatste IKEA Amersfoort al zonnepanelen op de gevel – als eerste IKEA winkel wereldwijd – en nu dus ook op het parkeerdek in Eindhoven. Volgend jaar worden ook in Hengelo zonnepanelen op het parkeerterrein geplaatst.

Kim Korsten, Deputy market manager IKEA Eindhoven: “We zijn trots dat IKEA Eindhoven een van de eerste vestigingen in Europa is waar zonnepanelen op deze manier zijn geplaatst. We laten zien dat je niet beperkt bent tot het plaatsen van zonnepanelen op het dak. Investeren in hernieuwbare energie is een belangrijk onderdeel van onze strategie om in 2030 circulair en klimaatpositief te zijn.”

Verbetering bedrijfsprocessen

Naast het aanbieden van betaalbare en duurzame keuzes aan klanten zoals zonnepanelen, verwachten consumenten ook dat bedrijven en overheden hun verantwoordelijkheid nemen (Global Climate Action Report Ingka Group). IKEA verbetert elke dag de eigen bedrijfsprocessen door minder afval te produceren, minder energie te verbruiken en meer te recyclen. Sinds 2015 zijn er alleen nog maar ledlampen verkrijgbaar bij IKEA, en verving het woonwarenhuis alle TL- en halogeenverlichting in de eigen winkels. Ook wordt energie bespaard door onder andere het plaatsen van waterpompen en installaties waarmee de kwaliteit van de elektriciteit wordt verbeterd. Door deze initiatieven is het energieverbruik per vestiging gemiddeld 40% gedaald. In 2020 behaalde Ingka Group – de grootste franchisenemer van het merk IKEA – ruimschoots het doel om wereldwijd meer hernieuwbare energie op te wekken dan het bedrijf verbruikt (132%).

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De energiebedrijven Engie en Equinor wensen met hun H2BE-project in België de productie van koolstofarme waterstof uit aardgas te ontwikkelen. Ze starten nu een haalbaarheidsstudie naar de technische en economische geschiktheid van een locatie in Gent in North Sea Port. Het H2BE-project is gericht op de productie van waterstof uit aardgas met behulp van autothermische reforming-technologie (ATR) in combinatie met de afvang en opslag van koolstof (CCS). De ATR-technologie maakt een vermindering van de CO2-uitstoot van meer dan 95% mogelijk en daarmee ook de productie van waterstof op grote schaal. Het is de bedoeling dat het afgevangen CO2 in vloeibare vorm wordt getransporteerd en permanent en veilig wordt opgeslagen op een locatie onder de Noordzee bij Noorwegen.

Aansluiten op waterstofinfrastructuur

Naast de commerciële gesprekken met potentiële afnemers van waterstof starten ENGIE en Equinor nu ook een haalbaarheidsstudie naar de technische en economische geschiktheid van een locatie in Gent in North Sea Port. Dit past bij de grote schaal waarop waterstof nu en in de toekomst wordt gebruikt door de industrie in North Sea Port. Ook de samenhang met diverse infrastructuurprojecten kan groot zijn.

Met het havenbedrijf lopen er besprekingen over de integratie met de haveninfrastructuur. “Het H2BE-project past in ons strategisch plan ‘Connect 2025’ omdat het de overgang naar klimaatneutraliteit en de ontwikkeling van de vereiste waterstof- en CO2-infrastructuur versnelt”, aldus Daan Schalck, CEO van North Sea Port. North Sea Port heeft de ambitie om een draaischijf in het Europese waterstofnetwerk te zijn. Deze productie kan deel uitmaken van de waterstofinfrastructuur en het pijpleidingennetwerk (‘backbone’) in het Gentse deel van het havengebied en bij uitbreiding van het waterstofnetwerk over de Nederlandse grens heen. De bestaande industrie en werkgelegenheid worden hierdoor verder verankerd.

“De omschakeling naar CO2-arme waterstof is noodzakelijk om de meest energie-intensieve clusters klimaatneutraal te kunnen maken. De afvang en opslag van CO2 is een noodzakelijke tussenstap in de richting van een CO2-neutrale economie. Het streefdoel is om in North Sea Port tegen 2025 minstens 3 miljoen ton CO2 af te vangen voor opslag en hergebruik”, dixit CEO van North Sea Port Daan Schalck.

Fluxys voor infrastructuur

De aanwezigheid van de vereiste waterstof- en CO2-infrastructuur is van cruciaal belang voor het welslagen van het project. Daarom hebben ENGIE en Equinor hun krachten gebundeld met Fluxys Belgium, de onafhankelijke beheerder van het aardgastransportnet in België. Door grote volumes op de markt te brengen, kan het H2BE-project belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de waterstof- en CO2-infrastructuur met open toegang van Fluxys. Om zo vraag en aanbod in de industriële clusters in België en de buurlanden met elkaar te verbinden.

Het H2BE-project past in het Belgische en Vlaamse waterstofbeleid. Dit is toegespitst op hernieuwbare waterstof, maar benadrukt ook de sleutelrol van koolstofarme waterstof om de doelstellingen inzake het koolstofarm maken van de economie te bereiken. En om in de komende jaren snel een schone waterstofmarkt en -infrastructuur op te starten.

Alle partners willen ruim vóór 2030 van start gaan om zo bij te dragen aan de tussentijdse doelstellingen van België voor het klimaatneutraal maken van de economie in 2030.

Share Button

[ad_2]

Source link

Berichten paginering