[ad_1]

Partner

Vandaag, maandag 1 november, de Dag van het Klimaatakkoord, is het drijvende zonnepark op de voormalige zandwinplas nabij Sellingen op feestelijke manier geopend met de aansluiting van de symbolische stekker. Hierbij waren de gemeente Westerwolde, Kremer Zand en Grind (eigenaar van de voormalige zandwinningslocatie) en GroenLeven aanwezig, evenals Nienke Homan, gedeputeerde van de provincie Groningen. Werner Schouten, voormalig voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging begeleidde als dagvoorzitter het vraaggesprek en de opening. Het drijvende zonnepark is het tiende drijvende zonnepark dat GroenLeven realiseerde en is onderdeel van een multifunctionele gebiedsontwikkeling: door (actieve of voormalige) zandwinplassen te combineren met zonnepanelen wordt de inzet van andere bruikbare oppervlakte voor duurzame energie vermeden.

Volgens Nienke Homan is de komst van het drijvende zonnepark een belangrijke duurzame impuls voor de provincie: “We gebruiken allemaal veel energie. Om die energie duurzaam te produceren, hebben we ruimte en creatieve oplossingen nodig. Dit drijvende zonnepark is een mooi voorbeeld van dubbel ruimtegebruik. Zo komen we er wel!”

Voor de gemeente Westerwolde is de komst van het zonnepark een belangrijke bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Wethouder Van de Goot: “GroenLeven draagt de komende 15 jaar financieel bij aan het gebiedsfonds Sellingerbeetse en het gemeentebrede duurzaamheidsfonds. Op deze manier kan de directe omgeving van het zonnepark profiteren van de opbrengsten. En kunnen we met het gemeentebredefonds duurzaamheidsinitiatieven in de gemeente stimuleren.”

Grote bijdrage aan de energietransitie

Met ruim 76.000 drijvende zonnepanelen zal het zonnepark genoeg groene stroom opwekken voor ruim 12.000 huishoudens en levert een grote bijdrage aan de energietransitie en het Klimaatakkoord. Het is dan ook bijzonder dat dit zonnepark symbolisch op de Dag van het Klimaatakkoord, 1 november, geopend is.

De komst van het zonnepark geeft ook een grote boost aan de duurzame doelstellingen van Kremer Zand en Grind, eigenaar van de zandwinplas. Chris Kremer, Kremer Zand en Grind: “Als Kremer Zand en Grind proberen we met de groene stroom van dit park ook zoveel mogelijk voordelen voor de omgeving te realiseren en de impact van dit plan op de omgeving zo minimaal mogelijk te houden, maar wel met een maximaal voordeel voor iedereen. Onze duurzame energie levert een aantal voordelen op; het levert een grote hoeveelheid duurzame elektriciteit en het is ons streven om uiteindelijk het gasverbruik voor het drogen van zand naar 0 te reduceren. Zo willen we ons samen met de omgeving klaar maken voor de toekomst.”

De drijvende zonneparken van GroenLeven bevatten glas-glas panelen, die bevestigd zijn op een stabiele open constructie. Met aanvullende lichtstraten wordt er tevens extra vrij baan geboden aan licht en lucht. Zo wordt er ook bij dit drijvende zonnepark optimaal rekening gehouden met de ecologie en biodiversiteit van het water en de oevers. Voor dit drijvende zonnepark zijn nog extra voorzieningen getroffen, zoals het aanleggen van een groenwal en een oeverzwaluwwand. Verder zullen de vogelbewegingen als onderdeel van de ontheffing op de Wet Natuurbescherming de komende 4 jaar gemonitord worden door Royal Haskoning DHV in samenwerking met lokale vogeltellers.

Fonds

Bij de komst van een zonnepark is het belangrijk dat mens, maatschappij en natuur in de  regio kunnen meeprofiteren van de duurzame impuls in de regio. Daarom draagt GroenLeven de komende 15 jaar financieel bij aan het duurzaamheidsfonds en het gebiedsfonds van de gemeente Westerwolde, waarmee de regio nog verder verduurzaamd kan worden. Ook aan het recreatiegedeelte van de plas is gedacht. Zo is er vanuit GroenLeven een speelschip geïnstalleerd op het recreatiestrand aan de zuidzijde van de plas. Aan de noordzijde van de plas, waar het zonnepark wel te zien is, heeft GroenLeven een uitkijkplatform gebouwd in het verlengde van het wandelpad, zodat bezoekers vanaf daar een plaats hebben om naar het zonnepark te kijken of naar het open water aan de andere zijde van het uitkijkpunt.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Materiaalgebonden emissies in de woningbouw

In dit onderzoek zijn de mogelijkheden van CO2-emissiereductie en -opslag in de woningbouw in kaart gebracht. Het onderzoek geeft inzicht in de CO2-kringloop, de impact van verschillende woonvormen en welke rol de bouwsector daarin speelt. De focus ligt duidelijk op de milieu-impact en de materiaalgebonden emissies in de woningbouw. Vanuit een uitgebreid aantal casestudies zijn doorrekeningen gemaakt en is de impact van bouwen ontleed, volgens de S-lagen van Brand. Er worden concrete handvaten geboden voor ontwerpers, opdrachtgevers en bouwers om in de vroege initiatieffase van een bouwproject emissies te beperken.

De onderzoekers sluiten af met een serie aanbevelingen. Niet alleen de afmetingen van het woonoppervlakte doen ertoe, ook de mate van voorzieningendichtheid spelen een rol bij de reductie van CO2-emissie. Met de milieuprestatie gebouwen (MPG) heeft Nederland in potentie een geweldige kaderstellend instrument in handen. Het vraagt echter nog wel de nodige verbeteringen om verdere reductie van emissies in de woningbouw te kunnen stimuleren.

Call to action

Het rapport geeft duidelijke handvaten aan opdrachtgevers en ontwerpers om keuzes te maken die direct bijdrage aan reduceren van de materiaalgebonden emissies op gebouwniveau. Kijken we voorbij de grenzen van het gebouw, maar ook naar het gebied waar in staat, dan zouden externe maatschappelijk kosten ook meegewogen moeten worden. Onderzoek laat duidelijk zien dat de maatschappelijke kosten van verspreide (lage) bebouwing velen malen hoger zijn dan in goed bereikbaar, verdicht stedelijk gebied.

Kijken we naar de wettelijke kaders van de MPG, dan zien we dat deze niet toereikend zijn om sturing te geven aan de grote omslag die nodig is de Nederlandse bouwtraditie. We bouwen te zwaar, we gebruiken te veel eindige grondstoffen en het is ook nog eens slecht aanpasbaar tijdens en na de levensduur van het gebouw. Wat nodig is, is een integrale afweging tussen operationele en materiaalgebonden emissies. Een koppeling tussen BENG en de MPG-eisen. Daarnaast dient het instrumentarium van de MPG op korte termijn verder geprofessionaliseerd te worden: meer Environmental Product Declarations (EPD) in de Nationale Milieudatabase (NMD), het meerekenen van CO2-opslag in de methodiek en serieuze handhaving bij oplevering. De negatieve gevolgen van emissies die we nu de lucht in brengen, hebben direct invloed op het klimaat van vandaag en tellen op bij de jaren die nog komen.

Foto: Ed Nijpels ontvangt het rapport ‘Carbon-Based Design’ uit handen van Thomas Wellink (RVO).

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Tijdens de Klimaattop COP26 deze week in Glasgow is het belangrijk dat Nederlandse supermarkten hun ambities tonen in hun strijd tegen klimaatverandering. In de communicatie benadrukken ze het reduceren van de CO2-uitstoot in de eigen winkels en hun transport, maar dit is slechts een klein deel van hun uitstoot. 95% van de emissies komt uit de productieketen. Een derde daarvan wordt veroorzaakt door de productie van vlees en zuivel, waarin methaanuitstoot een belangrijke rol speelt. Albert Heijn en Jumbo beginnen transparant te worden over hun vleesverkoop, maar geen enkele supermarkt heeft een plan om de vlees- en zuivel verkoop te verminderen. Dit concludeert campagneorganisatie Feedback in een nieuw rapport.

Het rapport is mede gebaseerd op een peiling van IPSOS onder een representatieve steekproef van 994 stemgerechtigde Nederlanders. Vier op de tien jongeren ziet een grotere rol voor de supermarkten om de vleesconsumptie te verminderen. Bijvoorbeeld door minder aanbiedingen van vlees en meer promotie van vleesvervangers. Aanhangers van GroenLinks, de Partij van de Dieren, en D66 verwachten ook meer leiderschap van supermarkten op dit thema. Verder zegt 18% van de jongeren tot 35 jaar geen vlees te kopen, bijna twee keer zo hoog dan gemiddeld.

De 5 grootste retailers hebben met ruim 80% marktaandeel een enorme invloed op het voedselsysteem in Nederland. Vorig jaar zagen de supermarkten hun omzet met 14% stijgen dankzij de Corona-maatregelen. Bijna de helft (45%) van de consumenten onder de 35 vindt dat supermarkten hun Corona-winst moeten herinvesteren in het aanbieden van meer plantaardige en duurzaam geproduceerde producten.

Frank Mechielsen, Campagneleider bij Feedback: “De Nederlandse supermarkten blijven te veel goedkoop vlees aanbieden wat wereldwijd zorgt voor meer dan de helft van de broeikasgasuitstoot gerelateerd aan voedsel. In Nederland is veeteelt de drijvende kracht achter de stikstofcrisis. Supermarkten moeten meer verantwoording nemen voor de klimaatimpact in hun hele keten door de verkoop van vlees en zuivel in 2030 te halveren, en meer gezonder en plantaardig voedsel aanbieden. Als ze dat niet doen, zullen ze hun klimaatambities niet kunnen waarmaken. “

Het rapport analyseerde gegevens en toezeggingen van de vijf grote retailers en concludeert dat Albert Heijn, vanuit moederbedrijf  AholdDelhaize, als enige retailer, transparant is over de uitstoot van broeikasgassen in hun volledige toeleveringsketen, inclusief het deel veroorzaakt door dierlijke eiwitten en heeft het bedrijf zich verplicht tot een 15 % daling van de totale uitstoot van broeikasgassen in 2030.

Supermarkten kwamen met nieuwe toezeggingen. Albert Heijn zet zich in om in 2025 een balans van 50/50 in dierlijke/plantaardige eiwitten te bereiken en liet voor het eerst zien wat de huidige verhouding in eiwitverkoop is, namelijk 70% dierlijk en 30% plantaardig. Verder maakte Lidl bekend dat 25% van hun totale omzet betrekking heeft op vers vlees en zuivelproducten. Jumbo stelde een nieuwe doelstelling op om hun plantaardige alternatieven te verhogen van de huidige 4% naar 10% in 2025. Geen enkele grote supermarkt heeft tot nu toe specifieke doelen aangegeven om de verkoop van vlees en zuivel te reduceren. Een meer gezonde en duurzame voedselomgeving is belangrijk zoals het recente rapport van de Food Policy Coalition aantoont. Een grote verandering in bedrijfscultuur en verkooppraktijken is nodig om plantaardige en duurzame keuzes te stimuleren die het klimaat niet verder aantasten.

Natascha Kooiman, Kwartiermaker van de Transitiecoalitie voedsel benadrukte: “We moeten alle zeilen bijzetten om de transitie van het huidige consumptiepatroon van 60/40 naar 40/60 in dierlijke/plantaardige eiwitten te bereiken in 2030. Tijdens het ´Plant the Futur´ diner vorige maand kwamen meer dan 100 organisaties en bedrijven samen, om te bespreken hoe plantaardig het nieuwe normaal kan worden. Vanuit een brede coalitie roepen we de politiek op om de eiwittransitie speerpunt te maken in het beleid gericht op voedsel, klimaat en gezondheid. Bedrijfsleven moet aangestuurd worden om aanbod en promotie van dierlijke producten aan te passen.“

Jeroom Remmers , Directeur True Animal Protein Price Coalition, zei: “Het Feedback onderzoek toont aan dat de overheid nodig is om broeikasgasemissies van voedsel (en met name vlees) te verlagen. Een ruime meerderheid van de bevolking wil dat dit gebeurt door een milieuheffing op vlees in het regeerakkoord, zoals D66, Christen Unie en de groene achterban van VVD en CDA willen. Een milieuheffing op vlees leidt volgens het PBL tot een reductie van 2 Mton CO2 eq. per jaar, een kleine kolencentrale.“

Frank Mechielsen: “Een derde van de totale uitstoot van AholdDelhaize wordt geproduceerd door vlees en zuivel. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot door de verwarming van 6 miljoen woningen, driekwart van alle woningen in Nederland. Supermarkten moeten hun klimaatambities opschroeven en minder vlees gaan verkopen en meer groente, fruit, peulvruchten, noten en granen. Beter voor de gezondheid van onszelf en onze aarde. Juist tijdens deze Klimaattop COP26 in Glasgow is het belangrijk dat bedrijven het goede voorbeeld geven.”

Feedback EU is gevestigd in Nederland en is een zusterorganisatie van Feedback Global, gevestigd in het VK.  Onze visie is een wereld waarin menselijke activiteit de aarde regenereert zodat het voedselsysteem op een eerlijke en duurzame manier voldoende gezond voedsel produceert.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De realisatie van een hyperloop-netwerk voor vracht tussen Noord- en Zuid-Holland kan leiden tot een aanzienlijke verbetering van de luchtkwaliteit door een CO2-reductie van een miljoen ton. Dit is een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Hardt Hyperloop in samenwerking met Antea, Balance, Royal HaskoningDHV en SCenergy binnen het Hyperloop Development Program. Het vervoeren van goederen per hyperloop heeft ook een positief economisch effect op de logistieke sector en zorgt voor een betere benutting van de huidige infrastructuur en voor vrijgekomen capaciteit.

Hardt Hyperloop, dat in Nederland werkt aan de ontwikkeling van de hyperloop, ziet grote kansen voor de logistieke sector in het gebruik van deze duurzame en snelle manier van vervoer. Eerst op regionaal niveau en vervolgens op nationale en Europese schaal. Dominik Härtl van Hardt Hyperloop leidde de Cargo-hyperloop Holland-studie en legt uit: “We hebben dit onderzoek anders benaderd dan eerder uitgevoerde hyperloopstudies door de toekomstige gebruikers en andere belangrijke stakeholders er direct bij te betrekken. We hebben een samenwerkingsverband opgezet met 35 stakeholders uit de private en publieke sector, waaronder enkele van de grootste Nederlandse exporteurs uit de tuinbouw en voedingsindustrie. Zij hebben niet alleen cruciale input geleverd voor de productvereisten, maar ook bijgedragen aan de keuze van de locaties van de hubs en het tracé. Het project volgt grotendeels de snelweg A4, die steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam met elkaar verbindt. De A4 is van cruciaal belang is voor de economie van deze regio, maar behoort ook tot de meest overbelaste snelwegen van Nederland. De nu voorgestelde oplossingen zullen dit probleem slechts gedeeltelijk oplossen. Hyperloop zou de capaciteit kunnen verhogen en zo de congestie op dit traject kunnen verminderen en tegelijk de connectiviteit en productiviteit kunnen verhogen.”

Hyperloop antwoord op vraag naar duurzame oplossingen

Een heel belangrijk resultaat uit het onderzoek is dat de realisatie van Cargo-hyperloop Holland bijdraagt aan een flinke reductie van CO2-emissies. Dominik Härtl: “We hebben bij de berekeningen rekening gehouden met de aanleg van de infrastructuur en de daarbijbehorende hubs. Zelfs dan kunnen we in 30 jaar een groot netto positief effect van 0,6 miljoen ton minder uitstoot realiseren. De hyperloop is dan ook het antwoord op de groeiende vraag naar duurzame oplossingen voor (hogesnelheids)goederenvervoer terwijl daarmee ook een systeem gerealiseerd wordt dat mensen kan vervoeren.“

Minder ongevallen, lawaai en verkeersopstoppingen

Ook wijst het onderzoek uit dat de aanleg van een hyperloopnetwerk voor vracht bijdraagt aan de vermindering van veel van de negatieve neveneffecten van de logistieke sector. “Denk daarbij aan minder ongevallen, minder lawaai, en minder files als niet alle transport meer over de snelweg hoeft”, legt Härtl uit. In 2030 kan deze enkele hyperloop-corridor er al voor zorgen dat er dagelijks bijna 1.100 vrachtwagens minder over de A4 rijden. Bij verdere uitbreiding van het hyperloopnetwerk in Europa kan hyperloop in 2050 dagelijks ruim 2.500 vrachtwagens vervangen en een duurzaam alternatief bieden voor vluchten binnen Europa.

Investering die zich uitbetaalt

De aanleg van een hyperloopnetwerk vraagt om een flinke investering. Härtl: “De kosten van het project worden geraamd op ongeveer 1,5 miljard euro. Dit is een stuk minder dan de in het recente verleden gedane en geplande investeringen in infrastructuur in de regio. Echter, de economische voordelen zijn groot. De industrie krijgt een flinke boost en het biedt werkgelegenheid aan minstens 13.000 mensen. Samen met de CO2-redactie en verbeterde en betrouwbare transporttijden die we met dit project kunnen realiseren, maakt dat de hyperloop een hele goede investering.”

Route tussen de Greenports als potentiële pilot

Om het potentieel aan economische voordelen volledig te benutten, wordt de aanleg van de volledige Cargo-hyperloop Holland-corridor aanbevolen. Door de logistieke processen dusdanig te optimaliseren en door hyperloop transportdiensten te introduceren, kan het project ongeveer 3,2 miljard euro voordeel opleveren. Uit een vergelijking van de baten en kosten blijkt dat het project een netto contante waarde van bijna 2 miljard euro en een verhouding baten/kosten van 2,62 heeft. Dat is heel hoog voor projecten in de vervoersinfrastructuur projecten. Die baten zouden nog hoger kunnen uitvallen wanneer binnen dezelfde infrastructuur passagiers worden vervoerd.

In de studie zijn ook delen van de corridor afzonderlijk onderzocht om de levensvatbaarheid ervan als pilotproject te beoordelen. De verbinding tussen de Greenports is hier bijzonder veelbelovend en laat zelfs als zelfstandige route een sterke economisch prestatie zien. Härtl: “Een Greenport-traject zou heel mooi kunnen dienen als een technologische demonstratiemodel waarbij ook alle commerciële mogelijkheden van de hyperloop kunnen worden getoond. Op zijn beurt zou dit traject kunnen bijdragen aan het creëren van maatschappelijk draagvlak en ook mensen warm kunnen maken om te reizen met de hyperloop als aantoonbaar veilig vervoersmiddel.”

Ambitie

Het onderzoek toont aan dat de hyperloop een duurzame en economisch verantwoorde investering is. Dominik Härtl: “De resultaten van dit onderzoek zijn veelbelovend, en onze aanbeveling is te starten met een haalbaarheidsstudie, die een gedetailleerde beoordeling van alle voor dit project relevante aspecten mogelijk zou maken, voordat we verder te gaan met de uitvoering. Het Nederlandse MIRT-programma zou kunnen dienen als de juiste omgeving om dit project naar de volgende fase te brengen. Onze ambitie is om de eerste route tegen het einde van dit decennium operationeel te hebben. Dit project zou wel eens een van de eerste hyperlooproutes ter wereld kunnen zijn.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Per 1 januari 2022 gaan alle Dutch Flower Group bedrijven over op Europese windenergie, waar zij 96% van haar CO2-eq emissies mee reduceren. Dutch Flower Group (DFG) zet zich al jaren in voor een duurzamere sierteeltketen. DFG is oprichter, initiatiefnemer en actief deelnemer van verschillende collectieve duurzaamheidsinitiatieven en samenwerkingsverbanden binnen de sierteeltsector. Zoals het Floriculture Sustainability Initiative (FSI) en met ketenpartners binnen het IMVO-Convenant Sierteeltsector (IRBC Agreements).

Met haar duurzaamheidsstrategie – IMPACT25 genaamd – wil zij met al haar activiteiten een positieve impact op milieu en sociaal gebied blijven realiseren om haar bedrijven en de ketens, van kweker tot en met retail, verder te verduurzamen. Middels de tool van partner Ecochain heeft Dutch Flower Group inzicht verkregen in de scope 1+2 CO2-eq. emissies binnen haar footprint, uitgevoerd conform het Greenhouse Gas Protocol (GHG). Om haar CO2-eq. emissies verder te reduceren zal DFG voor haar vestigingen het stroomgebruik vergroenen middels de inzet van windenergie van Europese bron. Hierdoor realiseert DFG met haar bedrijven een extra reductie van 96% in CO2-eq. emissies (bron: EcoInvent LCA database).

Jan van Dam, CEO Dutch Flower Group: “Dit is vanuit ons frontrunnership binnen de sector een hele mooie stap waarbij we mede invulling geven aan onze visie om de wereld verder te verduurzamen.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Maar… met enkel een belofte zijn we er niet. In het verleden hebben wereldleiders zich vaker gecommitteerd aan afspraken om natuur te behouden en beschermen, en deze afspraken hebben zich lang niet altijd vertaald in actie. Denk aan eerdere klimaat- en biodiversiteitsconferenties, zoals Rio de Janeiro in 1992 en Parijs in 2015.

Een belofte is een goed begin, zeker met de steun van zoveel invloedrijke wereldleiders. Maar belofte maakt schuld. Om te zorgen dat ontbossing over krap negen jaar verleden tijd is, moet er nú al actie worden ondernomen. 2030 is te ver weg voor onmisbare gebieden als de Amazone. Per 2025 moet 80% van de Amazone beschermd en ontbossing volledig gestopt zijn. Gebeurt dit niet, dan bestaat het risico dat de Amazone een kantelpunt bereikt: van regenwoud verandert het gebied in een verdroogde savanne. Dit heeft drastische gevolgen voor het klimaat wereldwijd: zonder de Amazone is het onmogelijk om binnen de 1.5 graad opwarming te blijven.

WWF is hoopvol over deze eerste stap, nu is het tijd voor actie. Juist nu moeten we samenwerken met de inheemse bevolking om de komende jaren het regenwoud te blijven beschermen en deze regeringsleiders aan hun belofte te houden.

[ad_2]

Source link

Berichten paginering