[ad_1]

Welke finalist heeft volgens het publiek het beste plan? Tussen 10 april en 1 mei 2023 mogen de ruim 2 miljoen leden van Rabobank een stem uitbrengen op de slimste of best toepasbare innovatie. Dit doen ze via de Rabo Bankieren App. De winnaar ontvangt op 16 mei 2023 de RDI Ledenprijs. Deze bestaat dit jaar, net als de juryprijzen, uit een bedrag van € 20.000,-, een bezoek aan Springtij 2023 en € 2.500,- tegoed om te besteden aan trainingen van innovatie coaches van het Open Innovation Team van Rabobank en haar partners.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Met een totaal beschikbaar budget van bijna €800 miljoen worden zeven Nederlandse impactvolle projecten voor waterstofproductie gesubsidieerd. De projecten krijgen subsidie uit de zogenoemde tweede golf van het IPCEI-waterstof: onder deze golf vallen projecten die gericht zijn op de verduurzaming van de industrie. Als alle projecten volgens planning zijn gerealiseerd, zorgen ze samen voor een vermogen van 1.150 Megawatt aan elektrolyse om waterstof te maken. Dat is ruim een kwart van het doel voor 2030 uit het Klimaatakkoord.

De bedrijven die zich hadden aangemeld voor de financiële steun zijn afgelopen maanden uitvoerig door RVO beoordeeld. Zeven projecten zijn goedgekeurd en ontvangen samen €783,5 miljoen subsidie. Vandaag zijn de projecten die door de beoordeling heen zijn gekomen geïnformeerd. Het gaat om de bedrijven Rotterdam Hydrogen Company B.V. (Shell), H2ermes B.V., Air Liquide Industrie B.V., HyCC / H2-Fifty B.V., Air Liquide Industrie B.V., Ørsted Hydrogen Netherlands Holding B.V. en Engie Energie Nederland N.V.. De bedrijven hebben plannen om de hernieuwbare waterstof in te zetten voor bijvoorbeeld de verduurzaming van staalproductie, voor gebruik in raffinaderijen, of voor de productie van kunstmest.

Het kabinet ziet een belangrijke rol voor groene waterstof in de verduurzaming van de industrie en voor de concurrentiepositie van Europa ten opzichte van andere werelddelen. Met de IPCEI subsidies geeft het kabinet een impuls aan de waterstofmarkt en de technologieën die daarvoor nodig zijn. De energiecrisis en hoge energieprijzen maken het nog urgenter om zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en de industrie te verduurzamen.

Een IPCEI (Important Project of Common European Interest) is een Europees project dat bestaat uit meerdere nationale projecten van bedrijven of onderzoeksinstellingen uit diverse EU-lidstaten. De projecten zijn complementair, hebben synergie met elkaar en dragen bij aan strategische Europese doelen op het terrein van waterstof. In totaal zijn er vier ‘golven’ met IPCEI-waterstofsubsidies, met een totaal beschikbaar budget in Nederland van €1,6 miljard. Eerder dit jaar is bekend gemaakt welk bedrijf subsidie ontvangt onder de eerste golf (technologie). Voor de derde golf, die zich richt op opslag- en importinfrastructuur, is €595 miljoen beschikbaar. De subsidieregeling voor deze golf stond afgelopen maand open voor inschrijving. RVO beoordeelt momenteel de aanmeldingen. Voor golf 4 is een bedrag van €199 miljoen beschikbaar voor waterstof in de mobiliteit en het transport. De subsidieregeling voor de vierde golf wordt in 2023 gepubliceerd.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De beschikbaarheid, relevantie, vergelijkbaarheid en daarmee de bruikbaarheid van informatie over de impact van klimaatverandering kan nog steeds worden verbeterd. Dat blijkt uit ‘Het Jaar 2021 Verslagen’, het jaarlijks onderzoek naar de verslaggeving van Nederlandse beursfondsen. Het eerste exemplaar van de uitgave is op 21 december aangeboden aan Kris Douma, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).

Hoewel het onderwerp klimaat meer aandacht krijgt binnen de strategie en risicoparagraaf van ondernemingen, ontbreekt vaak nog de doorvertaling naar langetermijndoelstellingen en concrete acties, zoals noodzakelijke investeringen, aanpassingen van productieprocessen.

Informatie over een tijdpad met de verschillende acties om de doelstellingen te realiseren wordt in veruit de meeste gevallen niet gegeven. Wanneer de aansluiting met het Parijs-akkoord (stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur in 2050 beperken tot ruim onder twee, en zo mogelijk 1,5 graden) wordt genoemd, ontbreekt vaak de wetenschappelijke toetsing van deze doelstelling. Informatie over de bredere impact van de keten, bijvoorbeeld de aankoop van goederen en diensten, moet nog verzameld worden, of wordt in hoge mate geschat.

Om zich voor te bereiden op de nieuwe CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) van de EU, zullen ondernemingen meer data moeten gaan verzamelen over de keten waarin zij opereren. Ook verstrekken ondernemingen nog weinig informatie over de realisatie van de klimaatdoelstellingen die zij zich hebben opgelegd en over te nemen acties bij afwijkingen.

Opvallend is dat de jaarrekeningen nauwelijks financiële effecten van de klimaatverandering laten zien, terwijl verwacht zou mogen worden dat de economische levensduur van activa en productieprocessen zou afnemen en noodzakelijke investeringen en aanpassingen noodzakelijk zijn. Een betere transparantie kan worden bereikt door in de jaarverslaggeving een koppeling te leggen tussen de klimaatgerelateerde doelstellingen in het bestuursverslag en de effecten daarvan in de jaarrekening. In ongeveer 60 procent van de onderzochte jaarrekeningen wordt niets vermeld over klimaatgerelateerde risico’s.

Daarentegen wordt in 70 procent van de accountantsverklaringen over 2021 wel aandacht besteed aan klimaatgerelateerde risico’s. In de accountantsverklaringen bij de jaarrekeningen 2020 was dat nog maar 2 procent.

Ook is onderzoek gedaan naar de huidige rapportage van niet-financiële informatie door Nederlandse beursfondsen. Ondernemingen brengen een scala van rapporten uit om belanghebbenden te informeren. Soms zijn dat geïntegreerde verslagen (financiële en niet-financiële informatie) en in andere gevallen specifieke themarapporten met alleen niet-financiële informatie. Hierbij worden zowel op aandeelhouders gerichte raamwerken gebruikt, als op bredere stakeholdergroepen gerichte raamwerken. Bij de geïntegreerde verslagen is het in veel gevallen niet duidelijk voor welke groepen van belanghebbenden deze verslagen zijn bedoeld. De CSRD zal in de EU naar verwachting tot meer uniforme informatieverschaffing in één verslag leiden.

De artikelen van Het Jaar 2021 Verslagen staan op de website van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, www.mab-online.nl

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) heeft een subsidie van een half miljoen euro toegekend gekregen van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport om binnen tweeënhalf jaar de CO2 uitstoot van anesthesiedampen terug te dringen. 

Anesthesiedampen zijn sterke broeikasgassen die 440 tot 6800 keer zo sterk zijn als CO2 en daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het broeikaseffect. Voorzitter van de NVA Caroline van der Marel is blij met het subsidiebedrag. “De zorgsector is verantwoordelijk voor 7 procent van de Nederlandse CO2 voetafdruk. Binnen het ziekenhuis is het OK-complex de meest vervuilende afdeling. Als beroepsgeroep nemen graag onze verantwoordelijk door bij te dragen aan de verduurzaming van de OK. Het bevorderen van juiste keuzes bij het gebruik van anesthesiedampen kan de CO2 uitstoot op de OK in hoge mate terugdringen. Daarom zijn wij ontzettend blij dat het ministerie van VWS subsidie beschikbaar heeft gesteld voor meer onderzoek naar duurzamer gebruik van anesthesiedampen,” vertelt van der Marel.

Behoud kwaliteit

Ook Niek Sperna Weiland, anesthesioloog in het Amsterdam UMC en voorzitter van de NVA Werkgroep Duurzaamheid, is positief over de toekenning van het subsidiebedrag. “Als NVA willen we samen met het Landelijk Netwerk Groene OK een transitie binnen de operatiekamers bewerkstelligen zodat onze CO2 voetafdruk afneemt. Dit onderzoeksbudget helpt ons om methodes te ontwikkelen waarbij duurzamer gebruik wordt gemaakt van anesthesiedampen zonder dat de kwaliteit van de zorg hieronder lijdt,” aldus Sperna Weiland.

Ontwikkelen beroepsnorm

De NVA draagt als beroepsvereniging verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid in de anesthesiologie. De NVA is daarbij verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderzoek en de ontwikkeling va een richtlijn voor het gebruik van anesthesiegassen. Het doel is om een beroepsnorm te ontwikkelen op het gebied van duurzaam gebruik van anesthetica, gedragen door alle anesthesiologen in Nederland. De NVA toetst vakgroepen anesthesiologie hierop tijdens haar kwaliteitsvisitaties.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Bijna twee derde van de ondernemers in het Kleinbedrijf wil snel investeren in maatregelen om het energiegebruik terug te brengen, maar kunnen dit niet zelf betalen. Hiervoor is aanvullende financiering nodig. Dat blijkt uit cijfers van de eerste flitspeiling van de Kleinbedrijf Index (KB Index), een onderzoek van Qredits, ONL en de Hogeschool Utrecht onder circa 800  ondernemers in het Kleinbedrijf.

De noodzaak om snel te investeren in de energietransitie wordt aangewakkerd door de hoge energieprijzen. De meeste ondernemers willen investeren in een combinatie van maatregelen: het plaatsen van zonnepanelen (64%), het vervangen van apparatuur door energiezuinige apparaten (63%), verbeteren van isolatie (59%) en het aanschaffen van een elektrische bedrijfsauto (57%).

Meer financieringsbehoefte

Het investeren in genoemde energiebesparingsmaatregelen kost ondernemers veel geld. Geld dat er niet is na jaren van crises zoals de coronacrisis, energiecrisis en toenemende effecten van inflatie. Daarom is er steeds meer behoefte aan externe financieringen. Deze financieringsbehoefte stijgt al sinds het tweede kwartaal 2021 van 23% naar 45% nu. Gezien de hoge energieprijzen is het belangrijk dat de financieringen ten behoeve van energiebesparing laagrentend zijn. Op deze manier kan de investering sneller worden terugverdiend en worden ondernemers niet met nog meer kosten belast.

Meer ondernemers overwegen te stoppen

Uit de flitspeiling van de Kleinbedrijf Index blijkt daarnaast dat een toenemend aantal ondernemers overweegt te stoppen met het bedrijf (7,4%). In het bijzonder komt dit voor bij de horeca en de culturele sector. Ondernemers in deze sectoren hebben veel vaker een ondernemersloon onder het sociaal minimum en hebben dus steeds meer moeite rond te komen.

Aanbevelingen

De belangrijkste aanbeveling uit deze eerste flitspeiling is dat er de mogelijkheid moet komen voor een langlopende financiering met een lage rente om ondernemers te faciliteren om de noodzakelijke energietransitie te maken. De wil en wens is er zeker bij ondernemers uit het Kleinbedrijf, maar de passende financieringsoplossingen zijn er nog niet.

Over de Kleinbedrijf Index

Dit is de eerste flitspeiling van de Kleinbedrijf Index, een gezamenlijk initiatief van Qredits, ONL voor ondernemers en het Kenniscentrum Digital Business & Media van de Hogeschool Utrecht. Cultuur+Ondernemen is partner van de Kleinbedrijf Index. Ondernemers zonder personeel en Kleinbedrijf ondernemers vertegenwoordigen 95,5 procent van alle ondernemers in Nederland. Samen zorgen zij voor bijna een kwart van alle bedrijfswinsten en een derde van de werkgelegenheid in Nederland. Als barometer voor deze onderbelichte groep is deze index ontwikkeld, waarvan de uitkomsten vier keer per jaar worden gepubliceerd.

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het Nederlandse spacetechbedrijf Caeli gaat zakenbank UBS helpen om via satellietgegevens de CO2- en methaanuitstoot van grote bedrijven onder zijn klanten in kaart te brengen. Op die manier wil de bank wereldwijd energiecentrales, kolenmijnen, straalfabrieken en bedrijven in de kunstmest- en petrochemische industrie helpen hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen en klimaatverandering tegen te gaan. Zo wordt voorkomen dat ze in de toekomst minder waard worden voor banken en andere beleggers.

Het Zwitserse UBS is met ruim 2000 miljard dollar aan belegd vermogen de grootste zakenbank ter wereld. De bank lanceerde afgelopen week zijn Climate Action Strategy, in eerste instantie om grote bedrijven in het Verenigd Koninkrijk en Nederland te helpen vergroenen en hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De bank is daarvoor een partnerschap aangegaan met Caeli uit Amsterdam, dat die uitstoot wereldwijd meet aan de hand van geanalyseerde satellietdata. ,,Nu rapporteren grote bedrijven hun uitstoot zelf, maar dat is toch een beetje alsof de slager zijn eigen vlees keurt. Bovendien berékenen bedrijven hun emissies. Wij meten het echt”, stelt CEO Martin Smit van Caeli.

Ook rapporteren bedrijven hun uitstoot meestal pas anderhalf jaar naderhand. Caeli kan dat per dag, per maand of per kwartaal rapporteren en uitgebreide historische data analyseren, zodat de uitstoot van bedrijven geïndexeerd kan worden. Het spacetechbedrijf meet ook per locatie. ,,Dat is bij grote corporate bedrijven belangrijk omdat ze anders slechts één locatie vergroenen en elders juist veel meer broeikasgassen uitstoten”, legt Smit uit.

Caeli maakt gebruik van data van het door KNMI en TNO ontwikkelde meetinstrument TROPOMI aan boord van de Europese aardobservatiesatelliet Corpernicus en van infraroodmeter IASI op weersatelliet MetOP . Beide instrumenten meten gassen in de atmosfeer die Caeli tot op een hectare nauwkeurig kan berekenen. Niet voor niets hebben de Verenigde Naties tijdens de recente klimaattop in Egypte aangekondigd de CO2-uitstoot van landen voortaan per satelliet te gaan meten en niet meer uit te gaan van eigen rapportages van de landen.

Caeli heeft met behulp van klimaatwetenschappers en de VU in Amsterdam slimme algoritmes ontwikkeld om met de beschikbare satellietdata de uitstoot van verschillende gassen wereldwijd in kaart te brengen. Van CO2 tot methaan, van ammoniak tot stikstofdioxide. Zo werd tijdens het stikstofdebat in de Tweede Kamer op 3 november satellietdata en een kaart met stikstofmetingen van Caeli gepresenteerd, die veel nauwkeuriger zijn dan die van de reguliere grondmeetstations.

Caeli werd in 2017 opgericht en wil helpen om de twee grootste problemen in de wereld op te lossen: luchtvervuiling en klimaatverandering. Het bedrijf heeft inmiddels honderden terabytes aan data van ESA- en NASA-satellieten geanalyseerd en opgeslagen, op basis waarvan overheden en bedrijven betere beleidsbeslissingen kunnen nemen. Smit: ,,Als een grote bank als UBS zegt: we gaan onze bedrijven helpen te vergroenen, dan is dat een enorme stap voorwaarts in de aanpak van klimaatverandering. Wij zijn er heel trots op dat de bank daarvoor bij ons aanklopt.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Eneco heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met Corre Energy voor het persluchtopslag project (Compressed Air Energy Storage, oftewel “CAES”) dat Corre Energy wil gaan realiseren in het Groningse Zuidwending. CAES is de opslag van samengeperste lucht in zoutcavernes om daar elektriciteit mee te produceren. Eneco is van plan om de volledige compressiecapaciteit van 220 MW en productiecapaciteit van 320 MW af te nemen. Hiermee wordt een nieuwe stap gezet naar het duurzame energiesysteem van de toekomst en CO2-uitstoot verder gereduceerd.

Dankzij de grote flexibiliteit die een CAES biedt kan Eneco met de inzet van deze installatie bijdragen aan de balans op het elektriciteitsnet. Op momenten van overschot aan duurzame productie van stroom kan deze in de vorm van perslucht worden opgeslagen. Wanneer er een tekort is op het elektriciteitsnet zal de installatie de perslucht gebruiken om elektriciteit te produceren. Zo kan de CAES duurzame energie uit wind en zon leveren op momenten dat de wind niet waait en de zon niet schijnt.

Kees-Jan Rameau, Chief Strategic Growth Officer van Eneco: “Door de samenwerking met Corre Energy zet Eneco opnieuw een grote stap naar het duurzame energiesysteem van de toekomst door het flexibele vermogen dat hun installatie kan bieden. Het opslagvermogen draagt daarnaast bij aan het oplossen van congestieproblemen en maakt zo de weg vrij voor nog meer duurzame energie voor onze klanten. Het is daarmee een belangrijke stap voor de ambitie in ons One Planet Plan: klimaatneutraal in 2035, samen met onze klanten.”

Keith McGrane, Chief Executive Officer van Corre Energy: “We zijn erg blij dat Eneco en Corre Energy krachten gaan bundelen en zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking bijdraagt aan duurzame energie voor de toekomst. Eneco deelt ons vertrouwen in de waarde en behoefte aan grootschalige opslag van energie in persluchtfaciliteiten en steunt de realisatie van dit project. Daarnaast zetten Eneco en Corre Energy zich allebei in om een significante bijdrage te leven aan de energietransitie en de ontwikkeling richting een CO2-vrij Europa.”

Compressed Air Energy Storage (CAES) wordt ook wel Long Duration Energy Storage genoemd. Wanneer er een overvloed is aan duurzame elektriciteit kan deze installatie dit met maximaal 220 MW omzetten in perslucht en dit vervolgens opslaan in zoutcavernes onder de grond. Op het moment dat het niet genoeg waait of de zon niet genoeg schijnt kan vervolgens de opgeslagen perslucht naar een turbine worden geleid om extra elektriciteit op te wekken. De installatie is in staat om maximaal 3,5 dag met een vermogen van 320 MW elektriciteit te leveren aan het net en bespaart jaarlijks circa 250.000 ton CO2-uitstoot. Zodra het mogelijk is om de installatie op waterstof te draaien stijgt de CO2-reductie naar 450.000 ton per jaar.

Corre Energy ontwikkelt ondergrondse energieopslagen. De eerste Compressed Air Energy Storage (CAES) projecten bevinden zich in Nederland en Denemarken, met de ambitie om ook projecten te ontwikkelen in Duitsland. In 2023 vindt er eerst een proefboring plaats om te kijken of de locatie in Zuidwending daadwerkelijk geschikt is voor persluchtopslag. De zoutcavernes en de bijbehorende bovengrondse installatie, inclusief gebouwen, zijn waarschijnlijk vanaf eind 2026 gereed. Om de CAES te kunnen realiseren werkt Corre Energy aan de benodigde contracten met leveranciers, financiering, het verkrijgen van de benodigde vergunningen en afspraken over netwerktarieven.  

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Door symbolisch een grote groene stekker in het stopcontact te steken heeft Arthur van Dijk, Commissaris van de Koning in Noord-Holland, vandaag de zonneweide van MSD in de Waarderpolder feestelijk geopend. De zonneweide is onderdeel van een groter verduurzamingstraject van MSD. MSD werkt toe naar een volledig CO2-neutrale productie. In 2025 moet alle energie uit hernieuwbare bronnen komen.

Bij zijn openingswoord prijst Van Dijk de ambities van MSD. “Als het gaat om duurzaamheid en de energietransitie is het de kunst een houding te creëren van ‘we doen het’. Die aanpak is bij MSD overduidelijk aanwezig. Vandaag is een belangrijke stap gezet naar een duurzame toekomst.”

Ook Robbert Berkhout, wethouder Economische Zaken & Duurzaamheid van de gemeente Haarlem, reageerde enthousiast op MSD’s zonneweide: “Ik hoop dat dit de toekomst van de Waarderpolder is”.

MSD startte in augustus 2022 met de bouw van de 2.280 zonnepanelen op het eigen terrein naast de Waarderweg. De installatie wekt 956.000 KWh (kilowattuur) aan duurzame energie op wat goed is voor 7% van de totale energievraag van MSD.

Projectmanager Gijs van der Zon van MSD: “We hebben gekozen voor een zonneweide, omdat we nu en de komende jaren niets doen met deze ruimte. We hebben constructief overleg gevoerd met de gemeente over de inrichting van het veld waarbij het met name ging over natuurwaarden en zichtlijnen. Er komen niet alleen zonnepanelen, maar we planten tussen de panelen een gemengd bloemenmengsel en aan de randen komen inheemse bomen en struiken.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Onderzoek van Dutch New Energy Research (DNE Research) wijst uit dat 2 miljoen Nederlandse woningen zonnepanelen op het dak hebben liggen. Deze mijlpaal betekent dat bij één op de vier huishoudens dit jaar de kerstboom op zonnestroom zal oplichten. Ter ere van dit moment heeft minister Rob Jetten gisteren het (symbolische) 2 miljoenste circulaire zonnesysteem overhandigd aan familie Peeters in Hoofddorp.

De cijfers op een rijtje (DNE Research):

  • 2 miljoen woningen met zonnepanelen in december 2022 in Nederland.
  • 35% van alle koopwoningen heeft nu zonnepanelen op het dak liggen.
  • 16% van alle sociale huurwoningen heeft nu zonnepanelen op het dak liggen.
  • Bijna 14% van alle stroomvraag in Nederland wordt afgedekt met zonnestroom.
  • Nederland is Europees kampioen op het gebied van zonnepanelen op woningen.

Het twee miljoenste zonnesysteem

Dat de energietransitie, door de groei van het aantal zonnesystemen, in hogere versnelling komt, staat als een paal boven water. Tegelijkertijd brengt deze mijlpaal een grote keerzijde met zich mee. Namelijk de enorme afvalberg die ontstaat als al deze panelen weer van de daken komen. Op dit moment moeten er nog heel veel stappen worden gezet voordat zonnepanelen hoogwaardig gerecycled kunnen worden. Schaarse grondstoffen zoals zilver, koper en silicium kunnen nu nog niet hergebruikt kunnen worden. Daarom heeft Sungevity zonnepanelen van Solarge geïnstalleerd. Panelen die 100% circulair ontworpen zijn, in Nederland geproduceerd zijn en waarbij 75% minder CO2 is vrijgekomen.

Rob Jetten: “Sinds vandaag zijn er in Nederland 2 miljoen huishoudens met zonnestroominstallaties. Daar mogen we heel trots op zijn. Wereldwijd zijn wij – na Australië – het land met de meeste zonnepanelen per inwoner. Het laat zien dat we serieus werk maken van de energietransitie. We werken hard aan de kwantiteit, maar ook aan kwaliteit. Circulariteit is een van de grote uitdagingen van de energietransitie. Recyclen en hergebruiken is essentieel. We willen uiteraard dat zo veel mogelijk mensen deel uitmaken van de energietransitie en iedereen kan profiteren van bijvoorbeeld zonnepanelen. Alle initiatieven die daar aan kunnen bijdragen zijn welkom. Ik moedig daarom van harte initiatieven aan zoals dat van Sungevity, ZonNext, dat tweedehands panelen op sociale huurwoningen installeert.”

Gezin in energiearmoede

Volgens TNO leefde in 2020 al meer dan een half miljoen huishoudens in energiearmoede. Het 2 miljoenste systeem is geschonken aan familie Peeters, die ook in energiearmoede leven. Maartje van Engelen van Sungevity: ‘in Nederland moeten we twee belangrijke stappen maken, waar stimulans vanuit de overheid voor nodig is, namelijk: 1. Zorgen dat we zo snel mogelijk panelen hoogwaardig gaan recyclen en circulaire panelen gaan verkopen.  2. Zorgen dat zonnepanelen ook voor huishoudens met een kleinere portemonnee beschikbaar zijn. Zij hebben de korting op de energierekening het hardste nodig. Daarnaast is de energietransitie echt succesvol als iedereen daar aan mee kan doen. Gelukkig kunnen we vandaag weer een familie blij maken en hun energierekening het eerste jaar al met gemiddeld €90 per maand verlagen.

Een kwart van Nederland doet al mee

Hoge energieprijzen, vertraagde afbouw van de salderingsregeling en toename van laagdrempelige financieringsopties maken zonnepanelen steeds aantrekkelijker voor huishoudens. Volgens Daan Jansen, onderzoeker bij DNE Research, vindt men het ook steeds belangrijker om bij te dragen aan de energietransitie en onafhankelijk te worden van het stroomnet. Hij vervolgt: “In iets meer dan twee jaar tijd is het aantal huishoudens met zonnepanelen verdubbeld naar 2 miljoen. Kijkend naar alle zonnepanelen in Nederland, niet alleen naar die op woningen, hebben we in Nederland bijna drie zonnepanelen per inwoner. Daarmee blijven we per inwoner gemakkelijk Europees kampioen en komen we steeds dichter in de buurt van wereldkampioen Australië.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

KPN zet een grote stap vooruit in zijn duurzaamheidsstrategie. Ruim 50% van de stroom die KPN vanaf 2027 verbruikt komt dan van het windpark Hollandse Kust (west) kavel VI, het nieuwe windpark op de Noordzee dat de komende jaren gebouwd wordt. Daarvoor heeft KPN een overeenkomst van 15 jaar gesloten met Eneco, dat samen met Shell in de joint venture Ecowende de aanbesteding voor het windpark heeft gewonnen.

Vanaf 2027 gaat KPN op jaarbasis ruim 200 GWh (gigawatt uur) aan stroom afnemen van het nieuwe windpark dat ruim 50 km uit de Nederlandse kust wordt gebouwd ter hoogte van IJmuiden. Het unieke aan dit contract is dat Eneco de groene stroom ‘as nominated’ aan KPN levert. Dit betekent dat KPN daadwerkelijk de groene stroom productie van het windpark afneemt op de momenten dat het waait. Op de momenten dat het niet waait kunnen andere oplossingen worden ingezet zoals bijvoorbeeld opslag of zonne-energie. KPN heeft voor dit contract gekozen omdat zij het belangrijk vindt dat de stroom die zij gebruikt ook daadwerkelijk op dat moment duurzaam geproduceerd wordt.

Joost Farwerck, CEO KPN: “De wereld om ons heen verandert snel, we zitten midden in de energietransitie naar een fossielvrije toekomst. Dat betekent ook dat we toe moeten naar lange termijn verbintenissen voor het gebruik van duurzame bronnen voor onze energie. We zijn verheugd dat we met deze overeenkomst verder bouwen aan onze duurzaamheidsstrategie waarin we bewegen naar de juiste stroom op het juiste moment. De komende jaren hebben we een aantal grote momenten gepland op weg naar een circulair en fossielvrij bedrijf. 2027 wordt daarin een heel belangrijk jaar, dan internetten bijna al onze klanten via een duurzaam en efficiënt glasvezelnetwerk. Deze samenwerking, waarmee we het netwerk voeden met energie uit wind, sluit daar mooi op aan.”

As Tempelman, CEO Eneco: “We zijn trots op dit nieuwe hoofdstuk in onze jarenlange samenwerking met KPN. Met de levering van groene stroom uit Hollandse Kust (west) kavel VI helpen we KPN met het waarmaken van hun klimaatambities. Tegelijkertijd maakt KPN het mogelijk dat we investeringen kunnen doen in windparken op zee. Door op deze manier samen te werken staan we sterk in het versnellen van de energietransitie en werken we aan een klimaat neutrale toekomst.”

De vaste en mobiele netwerken van KPN draaien sinds 2011 op groene stroom en sinds 2015 is KPN klimaatneutraal. Ook heeft KPN de afgelopen jaren flinke stappen gezet op de reductie van energie. Zo daalde het absolute energieverbruik van KPN sinds 2010 met 45% terwijl het dataverbruik in diezelfde periode ongeveer 24x toenam. Tot 2030 wil KPN nog eens minimaal 10% extra besparen. Tegelijkertijd heeft KPN circulaire ambities geformuleerd en een doel gesteld om de uitstoot in de hele waardeketen terug te brengen tot netto nul in 2040.

Foto: Shell

[ad_2]

Source link

Berichten paginering