[ad_1]

De koffer van Duurzame Dinsdag is voor de 24e keer open en wordt op 6 september aangeboden aan het kabinet. De samenleving is de slimste R&D afdeling die er is en deze innovatie hebben we harder nodig dan ooit! Dus heb je een duurzaam, sociaal en/of groen initiatief, doe dan mee.

Op de eerste dinsdag van september is het event, met onder meer een dialoog met Tweede Kamerleden, een prijsuitreiking, de Duurzame Troonrede en duurzame lintjes. Maar er is meer. Duurzame Dinsdag vormt een brug tussen initiatief, overheid, politiek en (regulier) bedrijfsleven en wil samenwerking makkelijker maken. Dat is hard nodig. Zit je initiatief in de koffer, dan gebeurt er iets! Je komt in een interessant netwerk en kunt voor allerlei match sessies gedurende het jaar worden uitgenodigd.

GreenWish maakt jaarlijks een trendrapport van alle honderden inzendingen die meedoen aan Duurzame Dinsdag. Dat is niet alleen spannend om te doen, maar ook heel waardevol. Initiatieven zijn namelijk echte toekomstvoorspellers en laten zien wat straks gewoon zal zijn. We kunnen het ons niet veroorloven om die innovatie- en doe kracht te laten liggen.

Initiatiefnemers en sociaal ondernemers doe mee (aanmelden kost hooguit vijf minuten, ook als je eerder meedeed kun je aanmelden)! Aanmelden kan hier: https://lnkd.in/dY-gqmpV

Duurzame Dinsdag en het trendrapport worden mede mogelijk gemaakt door het Programma Duurzaam Initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Jong Leren Eten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Een investering van 5 miljard euro en daarnaast een reservering van 1,3 miljard euro voor in totaal 28 projecten moeten zorgen voor duurzame economische groei in Nederland. Het kabinet investeert met dit geld uit het Nationaal Groeifonds onder meer in de digitalisering van het hoger onderwijs en MBO, groene waterstofprojecten en de verbetering van de preklinische fase van kankeronderzoek. Hiermee neemt het kabinet het advies van de onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Jeroen Dijsselbloem volledig over. Dat hebben minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Kaag van Financiën gisteren, 14 april, bekendgemaakt.

De commissie adviseert het kabinet 5 miljard euro uit het Nationaal Groeifonds toe te kennen, waarbij voor een deel van die toekenningen (3,7 miljard euro) nog voorwaarden gelden. Voor 1,3 miljard euro aan reserveringen moeten nog extra stappen worden gezet voordat een definitief besluit volgt. Het besluit betekent dat het kabinet in totaal 6,3 miljard euro (voorwaardelijk) toekent of reserveert. Projecten worden gemiddeld voor 50% uit het fonds gefinancierd en voor de andere helft door publieke en private partijen. Dat betekent dat de totale investeringen voor deze ronde de komende jaren meer dan 12 miljard euro kunnen bedragen.

Minister Adriaansens: “Onze huidige welvaart en de grote overheidsuitgaven van nu waren niet mogelijk geweest zonder investeringen uit het verleden. Ik wil dat we ook in de toekomst kunnen blijven investeren in de samenleving. Om dat te betalen hebben we economische groei nodig. Het Nationaal Groeifonds maakt die duurzame groei mogelijk: de welvaart van morgen, begint vandaag.”

Jeroen Dijsselbloem, voorzitter adviescommissie: “We hebben een mooi gevarieerd pakket aan voorstellen. Zowel groots en met lef (Einstein Telescope) als kleine projecten met veel impact bijvoorbeeld CROP-XR, voor het snel en efficiënt ontwikkelen van klimaatresistente gewassen. De commissie vindt het ook wezenlijk dat er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van onderwijs en Leven Lang Ontwikkelen. Want we hebben meer vakmensen nodig om te zorgen dat projecten uitgevoerd worden. Een mooie wisselwerking van de investeringen.”

Nationaal Groeifonds

Het Nationaal Groeifonds is in 2020 gestart met als doel om het duurzaam verdienvermogen van Nederland te versterken. Het Nationaal Groeifonds investeert samen met initiatiefnemers in projecten die zorgen voor duurzame economische groei op langere termijn. Economische groei geeft ruimte om te blijven investeren in bijvoorbeeld gezondheidszorg, onderwijs en maatregelen tegen klimaatverandering. Ook zorgt groei voor meer inkomen, zodat we ook in de toekomst onze welvaart behouden.

Het Nationaal Groeifonds heeft bij de start 20 miljard euro beschikbaar gekregen voor investeringen in kennisontwikkeling, infrastructuur en onderzoek, ontwikkeling & innovatie. In het coalitieakkoord is afgesproken dat het terrein infrastructuur uit het Nationaal Groeifonds wordt gehaald. Dit geldt niet voor de huidige, tweede ronde die toen al in gang was gezet. In de eerste ronde trok het kabinet 4,1 miljard euro uit voor (voorwaardelijke) toekenningen en reserveringen aan verschillende projecten. Inmiddels zijn de eerste projecten van start gegaan.

In de tweede ronde hebben diverse ministeries in samenwerking met publieke en private partijen investeringsvoorstellen ingediend bij het Groeifonds. Het kabinet wil dat in de volgende, derde ronde bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, overheden, maatschappelijke organisaties en andere partijen ook rechtstreeks hun investeringsvoorstellen in kunnen dienen bij het Nationaal Groeifonds, via een subsidieregeling. De Tweede Kamer heeft in maart 2022 met de wet ingestemd die de hiervoor benodigde subsidieregeling mogelijk maakt. De Eerste Kamer moet hier nog over besluiten.

Duurzaamheidsprojecten

Onder meer de volgende projecten op het gebied van duurzaamheid krijgen geld vanuit het Nationaal Groeifonds:

  • Duurzame MaterialenNL verbindt drie materiaalclusters in Nederland met elkaar: de energiematerialen, constructiematerialen en circulaire plastics. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 220 mln voor het plasticsgedeelte. De commissie is er niet van overtuigd van dat de toegenomen complexiteit van het programma opweegt tegen de voordelen van de verbinding. Bovendien is de uitgangspositie niet op alle deelgebieden even overtuigend. Daarom een voorwaardelijke toekenning van € 220 mln.
  • Cellulaire Agricultuur gaat over de techniek voor het kweken van cellen zonder tussenkomst van dieren om tot een dier- en planeetvriendelijker vlees- of melkproduct te komen. Het project speelt daarmee in op de eiwittransitie. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 60 mln. Een voorwaardelijke toekenning van € 60 mln.
  • NL2120, het groene verdienvermogen zoekt natuurlijke oplossingen voor een duurzaam en klimaatbestendig gebruik van land- en watersystemen. Het voorstel combineert een kennisprogramma met investeringen in gebiedsprojecten in verschillende landschapstypen. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 110 mln. Een reservering van € 110 mln.
  • Werklandschappen van de toekomst beoogt een grootschalige vergroening van bedrijventerreinen te realiseren. Dit moet positieve effecten opleveren op het gebied van onder meer klimaatadaptatie, biodiversiteit en arbeidsproductiviteit. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 26 mln. Een reservering van € 26 mln.
  • Het Biotech Booster voorstel richt zich op de doorontwikkeling van kennis naar bedrijvigheid. Het voorstel richt zich naast de toepassing in de gezondheidszorg, ook op andere sectoren zoals de chemie en de landbouw. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 246 mln. Een toekenning van € 50 mln voor de eerste fase en een voorwaardelijke toekenning van € 196 mln.
  • GroenvermogenII richt zich op de realisatie van groene waterstofprojecten van tenminste 100 MW. Het project zet in op de industriële opschaling van productie, opslag en toepassing van groene waterstof. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 500 mln. Een toekenning van € 250 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 250 mln.
  • Nieuwe Warmte Nu! heeft als doel de aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen te versnellen door middel van innovatie. Het project draagt bij aan de maatschappelijke opgave om de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving sterk te reduceren. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 200 mln. Een voorwaardelijke toekenning van € 200 mln
  • Luchtvaart in Transitie is gericht op het verduurzamen van de luchtvaartsector. De kern van de toekenning richt zich op doorbraaktechnologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigontwikkeling en daarbij behorend onderzoek en flankerende activiteiten. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 383 mln. Een toekenning van € 264 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 119 mln.
  • Zero Emissie Services (ZES) wil een deel van de binnenvaart verduurzamen via een nieuw energiesysteem. Door te investeren in dockingstations, batterijcontainers en het ombouwen van schepen kan er een rendabel en schaalbaar netwerk van open-toegankelijke laadinfrastructuur en energiecontainers ontstaan voor waarmee emissieloos varen. De investering uit het Nationaal Groeifonds in het project is maximaal € 50 mln. Een toekenning van € 50 mln.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Alle 29 grote vervuilers hebben een klimaatplan bij Milieudefensie ingeleverd. De milieuorganisatie had om de plannen gevraagd, omdat de rechter in de historische klimaatzaak tegen Shell bepaalde dat vervuilende bedrijven een grote verantwoordelijkheid dragen in het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.

In de afgelopen drie maanden zijn er veel gesprekken gevoerd tussen Milieudefensie en de bedrijven. Een eerste indruk: veel kennis ontbreekt als het gaat om hun volledige C02-uitstoot. Milieudefensie Directeur Donald Pols: ¨We schrikken niet snel meer, maar dit hadden we niet verwacht. Sommige bedrijven zijn begonnen aan hun groene huiswerk, andere hebben niet eens in kaart hoeveel huiswerk er op stapel ligt.¨

Parijsdoelen

Omdat alle grootvervuilers een klimaatplan hebben ingeleverd, laten ze zien klimaatverandering serieus te nemen. Maar, dit is slechts een begin. Want in een goed klimaatplan moet in elk geval staan hoe het bedrijf 45% C02-reductie realiseert voor 2030. ¨De klimaatplannen laten we nu kritisch doorrekenen om te kijken of bedrijven op koers liggen met de internationale klimaatafspraken¨, aldus Pols.

De olifant in de kamer

Om gevaarlijke klimaatverandering te stoppen, moeten bedrijven naar álle C02-uitstoot kijken. Campagnemedewerker Ilana Cukier: ¨Veel bedrijven kijken alleen naar de uitstoot uit eigen fabrieken en kantoren. Als je echt groene stappen wil maken, moet je verder kijken dan de zonnepanelen op het bedrijfspand.¨ De uitstoot die ze veroorzaken door grondstoffen in te kopen en producten te verkopen, (scope 3) is de olifant in de kamer. ¨Om dat aan te pakken, moet het roer om¨, aldus Cukier.

Miljardensteun

Voor de 29 bedrijven op de lijst ligt er ook een morele vraag. Pols: ¨Hoeveel alarmerende rapporten hebben de CEO´s nog nodig voor ze hun oogkleppen afdoen?¨ Ruim een half miljoen Nederlanders leven op dit moment in energiearmoede. ¨Ze doen een dikke trui aan en zitten letterlijk in de kou, terwijl grote vervuilende bedrijven gevaarlijke klimaatverandering veroorzaken én miljarden aan subsidies opslurpen. Daarom zeggen wij: geen overheidsgeld naar grote bedrijven zonder toekomstbestendig klimaatplan.¨

Geen tijd te verliezen

Het klimaat heeft haast. In 2030 moet de uitstoot gehalveerd zijn, willen we de opwarming van de aarde nog kunnen keren. Cukier: ¨Vervuilende bedrijven moeten een marathon voor het klimaat lopen om hun achterstand in te halen, maar we zien nu dat ze hooguit een sprintje trekken. Daarmee halen ze de eindstreep niet op tijd.¨

Klimaatcrisis-Index

Medio juni komt het wetenschappelijk onderzoeksbureau NewClimate Institute met een onafhankelijk onderzoek naar de klimaatplannen van alle 29 bedrijven. Dan wordt duidelijk of ze daadwerkelijk hun verantwoordelijkheid nemen voor het aanpakken van de klimaatcrisis. Het instituut doet ook onderzoek op basis van openbare documenten. De resultaten zet Milieudefensie in een lijst, de Klimaatcrisis-Index.

Met werknemers in gesprek

Lokale klimaatgroepen van Milieudefensie gaan de komende weken in gesprek met werknemers van de 29 bedrijven om hun mening te peilen. ¨Alleen een bedrijf met een klimaatplan is toekomstbestendig, want voor vervuilende bedrijven is straks geen plaats meer in een klimaatneutrale wereld. Daarom is een groen plan ook van belang voor de werknemers die hun werk graag behouden¨, aldus Donald Pols.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Als onderdeel van het integrale duurzaamheidsprogramma Nourishing a better planet heeft FrieslandCampina vandaag zijn klimaatplan ‘Op weg naar klimaatneutrale zuivel’ gepubliceerd. Uiterlijk 2050 wil FrieslandCampina netto-klimaatneutraal zuivel produceren. Het klimaatplan bevat heldere doelstellingen en concrete acties met als ijkpunt een significante reductie van de uitstoot van broeikasgassen in 2030.

Hein Schumacher, CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V.: “FrieslandCampina wil mensen over de hele wereld dagelijks toegang bieden tot goede en betaalbare voeding, geproduceerd in balans met de planeet. Het sterk reduceren van onze broeikasgasuitstoot is dan ook een van de prioriteiten van ons duurzaamheidsprogramma Nourishing a better planet. In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken wereldwijd maatregelen te nemen die eraan bijdragen dat de opwarming van de aarde beperkt wordt tot onder de 2 graden Celsius en bij voorkeur tot 1,5 graad Celsius. Ons gedetailleerde klimaatplan laat zien hoe wij hieraan bijdragen. Met onze doelstellingen en concrete acties hebben we een duidelijke routekaart voor de significante reductie van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 en zijn we op weg naar het realiseren van netto-klimaatneutrale zuivel in 2050. In lijn met het coöperatieve karakter van FrieslandCampina, werken we nauw samen met leden-melkveehouders, klanten, leveranciers, wetenschappers, NGO’s en de overheid aan de realisatie van de klimaatdoelen.”

Broeikasgasreductie in de hele keten

In zijn klimaatplan richt FrieslandCampina zich op de gehele keten (‘scope 1, 2 en 3’). In de eigen bedrijfsactiviteiten (‘scope 1 en 2’), denk aan wereldwijde productie en transport, heeft het bedrijf zichzelf een reductie van 63 procent broeikasgasuitstoot in 2030 ten opzichte van 2015 ten doel gesteld. Reductie van de uitstoot van broeikasgassen zal hier de komende jaren onder andere komen van het gebruik van niet-fossiele (groene) energie in productie en transport, en optimalisatie van de productievoetafdruk.

Bij de productie van melk op de leden-melkveebedrijven (‘scope 3’) is het doel een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 33 procent ten opzichte van 2015. De reductie van de uitstoot van broeikasgassen op het erf zal komen uit een pakket van mogelijkheden dat past bij de diversiteit in bedrijfsvoering en het vakmanschap van de leden-melkveehouders. Denk daarbij aan verdere optimalisatie van landbouwpraktijken, voer (bijvoorbeeld door het gebruik van gegarandeerd ontbossingsvrije soja in veevoer), het gebruik van voeradditieven die de methaanuitstoot afkomstig van koeien verminderen, groene zon- en windenergie van het boerenerf en stalmaatregelen (bijvoorbeeld door innovatieve technologie, zoals mono-mestvergisters en emissiearme stalvloeren).

In de toeleveringsketen van grondstoffen en de levering van producten (‘scope 3, overig’), zoals verpakkingen, inkoop van basiszuivel en suiker, is het doel de broeikasgasuitstoot met 43 procent te reduceren in 2030 ten opzichte van 2015. Om deze doelstelling te realiseren werkt FrieslandCampina nauw samen met zijn leveranciers.

2 2030 doelen reductie broeikasgasuitstoot

Het wereldwijd toonaangevende instituut Science Based Targets initiative (SBTi) valideert momenteel FrieslandCampina’s klimaatdoelen.

Additionele investering van 1,5 miljard euro

De realisatie van het klimaatplan van FrieslandCampina vereist een forse extra investering in tijd, geld en middelen in dit decennium en daarna. FrieslandCampina is gecommitteerd om de doelstellingen van dit klimaatplan te realiseren en gaat uit van een additionele investering van ongeveer 1,5 miljard euro tot 2030. De onderneming zal trachten een deel hiervan te financieren via de prijsstelling van duurzaam geproduceerde zuivel en via algemene middelen zoals bestaande overheidssubsidies.

Reductie al volop ingezet

Tussen 2015 en 2021 heeft FrieslandCampina de broeikasgasemissies binnen de onderneming (‘scope 1 en 2’) al met 28 procent gereduceerd door energiebesparende maatregelen en het gebruik van groene energie. De broeikasgasuitstoot van de ruim 10.000 bij de coöperatie aangesloten melkveebedrijven daalde tussen 2015 en 2021 met 12,5 procent, onder andere door maatregelen op het gebied van groene energie, mestverwerking en veevoer.

Nourishing a better planet

Het klimaatplan van FrieslandCampina maakt deel uit van het integrale duurzaamheids-programma Nourishing a better planet, waarin naast klimaat ook aandacht is voor goede en betaalbare voeding, goede inkomsten voor boeren, biodiversiteit, duurzame verpakkingen en duurzame inkoop van grondstoffen.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Ter ere van Earth Day, plaatst Pathé op vrijdag 22 april voor iedere honderd bezoekers één zonnepaneel op het dak van Pathé Arena. Bezoekers kunnen op Earth Day naast de reguliere filmprogrammering ook genieten van de WNF Nature on Tour Docs die voor deze gelegenheid allen te zien zijn op het witte doek. Daarnaast zijn vanaf vandaag alle MVO-ambities en activiteiten van Pathé gebundeld te lezen in een MVO-Beleid en Impact Report op pathe.nl/mvo. Filmliefhebbers kunnen tevens terecht op Pathé Thuis voor speciale Earth Day natuurfilms en documentaires.

Zonnepanelenactie

Omdat aandacht en inspanning voor onze planeet en natuur altijd nodig is, organiseert Pathé samen met haar bezoekers op Earth Day een actie die blijvend impact heeft. Met de zonnepanelenactie faciliteert Pathé de mogelijkheid voor haar bezoekers om met een bezoek aan Pathé bij te dragen aan verduurzaming. De marktleider draagt hiermee bij aan het thema van Earth Day 2022: ‘Invest in Our Planet’. Voor iedere honderd bezoekers op Earth Day zal Pathé één zonnepaneel plaatsen op het dak van Pathé Arena.

Jacques Hoendervangers, Algemeen Directeur: “Onze bioscopen zijn onderdeel van de stad, van het leven van bezoekers en medewerkers en de wereld om ons heen. We zijn ons bewust van de impact die we daarmee hebben én kunnen maken op het milieu en mensen. Pathé omarmt MVO en duurzaamheid al langere tijd, maar nog niet eerder bundelden we al onze initiatieven. Daarmee creëren we een duidelijk en helder beleid voor de toekomst. Ik ben er trots op dat MVO en duurzaamheid steeds meer deel uitmaken van onze reguliere way of working; en dat we op Earth Day hier samen met onze bezoekers een positief verschil in kunnen maken.”

Nature on Tour Docs

Dit is de eerste keer dat Pathé Earth Day viert. Op deze internationale Dag van de Aarde staan bedrijven, organisaties en mensen overal ter wereld stil bij de impact van consumentengedrag op de aarde. Gedurende de hele maand april vertoont Pathé daarom samen met het Wereld Natuur Fonds en M&N Media Group zes bijzondere, nooit eerder vertoonde, natuurfilms waaronder Sounds of the South over Antarctica, Nederland onder Water en Magical Iceland. Op Earth Day worden alle zes de films speciaal op dezelfde dag vertoond. Kijk voor meer informatie en tickets op pathe.nl/nature.

Speciale Earth Day Films op Pathé Thuis

Op Pathé Thuis kunnen filmliefhebbers van donderdag 21 tot en met dinsdag 26 april ook terecht voor een speciale Earth Day collectie. Deze collectie bevat meer dan 20 speciaal geselecteerde natuurfilms en documentaires, waaronder De Wilde StadI am Greta en An Inconvenient Sequel: Truth to Power. De collectie is beschikbaar via www.pathe-thuis.nl.

MVO- en duurzaamheidsambities

De acties op Earth Day zijn een greep uit de vele MVO-activiteiten die Pathé onderneemt en maken onderdeel uit van een uitgebreid MVO-beleid. De bioscoopketen heeft als doel om in 2025 samen met haar medewerkers en bezoekers haar ambitie te behalen als klimaatneutrale, inclusieve en maatschappelijk erkende bioscoop van de toekomst. Belangrijke pijlers van het beleid zijn Happy Planet, Happy People en Happy Employees, waarmee Pathé bijdraagt aan een beter milieu in en om haar theaters, bioscoopbezoek toegankelijk maakt voor iedereen – ongeacht achtergrond, inkomen, leeftijd en gezondheid – én een goede, prettige en inclusieve werkplek biedt voor haar werknemers. Lees meer op pathe.nl/mvo.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

RIFT zet samen met Connectr belangrijke stappen in de ontwikkeling van de nieuwe ijzerbrandstoftechnologie. Momenteel test RIFT ’s werelds eerste iron fuel productie-installatie op het Connectr Energy Demo Field in Arnhem. Een belangrijke stap, want inmiddels is er ook al een intentieverklaring getekend met Connectr partner Veolia. Samen willen zij een eerste 5 megawatt (MW) commerciële pilot plant realiseren. Door deze stappen te zetten komt de ijzerbrandstoftechnologie dichter bij commerciële toepassing, en daarmee het decarboniseren van energie-intensieve industrieën.

Mark Verhagen, Lex Scheepers en Vincent Seijger richtten in 2020 RIFT (Renawable Iron Fuel Technlogy) op met als missie; het wereldwijd decarboniseren van warmtenetten, industriële productieprocessen en elektriciteitscentrales middels Iron Fuel Technology. Inmiddels hebben zij een intentieovereenkomst met Veolia getekend, testen zij de iron fuel productie set-up op het Energy Demo Field van Connectr en wordt een 1 MW boiler installatie gebouwd bij Ennatuurlijk.

Energy Demo Field

Het Energy Demo Field van Connectr op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem is ontwikkeld voor partijen om daar hun technologie rondom waterstof en/ of batterij technologie te testen en te demonstreren. Een ideale plek voor RIFT om in deze fase van de technologieontwikkeling de gewenste tests uit te kunnen voeren. En door de goede samenwerking tussen RIFT, Veolia, VGGM en Connectr was het organiseren en realiseren van de testopstelling op het Energy Demo Field binnen enkele weken gerealiseerd.

Op het Energy Demo Field gaat RIFT het verbrandingsproduct roest omzetten naar ijzerbrandstof middels waterstof in RIFT’s productie-installatie. Met de iron fuel boiler die tegelijkertijd wordt getest in Helmond bij Ennatuurlijk, maakt het de technologie geheel circulair. Een belangrijke testfase, want bij een succesvolle uitkomst kan er, zoals vastgelegd in de intentieovereenkomst, in samenwerking met Veolia worden opgeschaald.

Een belangrijk voordeel van het Energy Demo Field op IPKW is de aanwezigheid en betrokkenheid van Veolia. Veolia ziet IPKW als R&D hub, aldus Dennis Rietveld, technisch directeur van Veolia: “Het park fungeert als R&D hub voor Veolia met betrekking tot de energietransitie, of het nu gaat om load balancing, het ontwikkelen van een waterstof backbone, en nu de regeneratie pilot unit voor deze technologie”. “De combinatie van de benodigde faciliteiten en interessante netwerkpartners maakt dat we RIFT goed kunnen ondersteunen in de groeistappen die zij aan het zetten zijn”, aldus Lennard Nellestein van Connectr.

De ontwikkelstappen die RIFT op dit moment zet, gaan ontzettend snel. Ook in de volgende fases gaat Connectr RIFT ondersteunen bij het versneld naar de markt brengen van deze cruciale technologie voor de energietransitie.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De komende jaren zijn cruciaal om de klimaatopwarming te kunnen beperken, zo stellen de wetenschappers van klimaatpanel IPCC in hun rapport van begin april. Kansen liggen onder meer in het benutten van wind- en zonne-energie. Het historisch grote tekort aan personeel is echter een struikelblok; van de vacatures die te maken hebben met de energietransitie is maar liefst 36 procent onvervulbaar. Dit blijkt uit onderzoek van ABN AMRO.

De uitstoot van broeikasgassen moet onmiddellijk en stevig worden teruggedrongen. Alleen dan kan volgens de klimaatwetenschappers de opwarming van de aarde nog worden beperkt tot 1,5 graad in 2050 ten opzichte van de tweede helft van de 19e eeuw. Maatregelen in diverse sectoren zijn noodzakelijk om de schadelijke gevolgen van opwarming, zoals extreme hitte, overstromingen en langdurige periodes van droogte, zoveel mogelijk te voorkomen.

De energietransitie speelt hierbij een cruciale rol en het IPCC draagt daar dan ook beleidsopties voor aan. Positief daarbij is dat de kosten windenergie en zonne-energie in het vorige decennium met respectievelijk 55 en 85 procent zijn gedaald en ‘laaghangend fruit’ vormen in deze transitie; met relatief beperkte investeringen kan een deel van de uitstoot van broeikasgassen worden gereduceerd.

De urgentie van de klimaatcrisis zet de geplande Nederlandse investeringen in infrastructuur voor duurzame energiebronnen kracht bij. In het coalitieakkoord kondigde het kabinet de oprichting van een klimaat- en transitiefonds aan ter grootte van 35 miljard euro, dat onder meer wordt ingezet voor het aanleggen van infrastructuur voor schone energiebronnen.

Op korte termijn is er echter een groot struikelblok om de miljarden effectief in te zetten: de tekorten op de arbeidsmarkt. Eind vorig jaar waren deze al hoog en in het eerste kwartaal van 2022 is de situatie nog nijpender geworden. Eind maart 2022 is zelfs bijna 21 procent van alle vacatures onvervulbaar volgens de methode van ABN AMRO, die rekening houdt met beroepsvoorkeuren van werkzoekenden en hoe ver zij willen reizen van een vacature.

Dit is een recordniveau: niet eerder hebben wij in onze arbeidsmarktindicator, die teruggaat tot begin 2017, zo’n hoog percentage onvervulbare vacatures gezien. Het cijfer laat zien hoeveel van de uitstaande vacatures onvervulbaar zijn, komt voort cijfer per gemeente per beroep, en is op basis van de informatie over werkzoekenden die via het UWV solliciteren.

Krapte arbeidsmarkt op recordniveau

Bij vacatures die samenhangen met de energietransitie is het nog veel moeilijker om aan personeel te komen, zo blijkt uit de verzameling van beroepen die ABN AMRO met de transitie in verband brengen. Inmiddels is maar liefst 36 procent van deze vacatures onvervulbaar, waar dit eind 2021 nog 24 procent was. Het tekort aan gekwalificeerd personeel vormt dus een sterke beperkende factor in een verdere versnelling van de energietransitie.

36 procent van vacatures voor energietransitie onvervulbaar

Zo is het moeilijk om aan installateurs te komen, terwijl hun specifieke kennis en vaardigheden cruciaal zijn bij de aanleg van bijvoorbeeld warmtepompen of zonnepanelen. Monteurs van elektrotechnische panelen moeten met een lampje worden gezocht, evenals installatiemonteurs voor dakwerk, sanitair, verwarming en gas- en waterleidingen.

Voorbeelden van krappe beroepen in relatie tot energietransitie

Nu de vraag naar installateurs toeneemt, is het zaak om initiatieven te nemen die het aanbod van dergelijk personeel vergroten. Zo worden in Groningen uitkeringsgerechtigden via het UWV in drie maanden opgeleid tot installateur van zonnepanelen. Het uitkeringsinstituut heeft klimaatbanen en vaardigheden voor de gebouwde omgeving inzichtelijk gemaakt. Techniek Nederland heeft een overzicht gepubliceerd van allerlei lokale overheidsplannen en educatiemogelijkheden.

Dergelijke initiatieven hebben navolging en opschaling nodig. Om aan de waarschuwing van het IPCC gehoor te kunnen geven, moet zo snel mogelijk aan meer oplossingen worden gewerkt die het tekort aan personeel dempen.

 

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

In Nederland is in 2021 de CO2-uitstoot van de bedrijven onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) gestegen met 0,03% t.o.v. 2020. Daarmee stokt de daling van de CO2-uitstoot voor het eerst in 6 jaar. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). In 2020 ging het nog om een daling van 11,5% CO2-uitstoot ten opzichte van 2019. De CO2 emissies in 2021 zijn met 74,1 miljoen ton (Mton) nog wel lager dan de 83,7 Mton in 2019, voordat de coronacrisis begon. De 343 bedrijven die onder het ETS vallen, zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de totale CO2-uitstoot in Nederland.


Bron: Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Mark Bressers, directeur-bestuurder NEa: “Dat de daling van CO2 uitstoot die we de afgelopen jaren zagen in 2021 tot stilstand is gekomen, is teleurstellend. De Industrie en energiesector moeten nog stappen zetten om de doelen voor 2030 uit het Klimaatakkoord te halen. Daarvoor hoop je natuurlijk elk jaar een daling van de CO2-uitstoot te zien.”

CO2-uitstoot kolencentrales flink omhoog

De CO2-uitstoot van de 4 kolencentrales is in 2021 met 69% toegenomen in vergelijking met 2020. De uitstoot van de grootste kolencentrale van Nederland, de RWE centrale in Eemshaven, is zelfs meer dan verdubbeld: van 2,5 Mton CO2 in 2020 naar 5,3 Mton in 2021. In totaal stootten de kolencentrales 11,6 Mton CO2 uit in 2021 en waren daarmee verantwoordelijk voor 7% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot.

De uitstoot van veel gascentrales daalde juist aanzienlijk waardoor de uitstoot van de energiesector nagenoeg gelijk bleef ten opzichte van 2020.

Gelijktijdig met de forse stijging van steenkool is het gebruik van biomassa in de kolencentrales met ruim 38%  toegenomen in 2021. De hoeveelheid energie die daarmee werd opgewekt is genoeg om bijna 6 miljoen huishoudens een jaar lang van elektriciteit te voorzien.

Biomassa uitstoot voor het eerst gerapporteerd

In 2021 werd er voor 7,6 Mton CO2 uitgestoten door het verbranden van biomassa in ETS-installaties. 2021 is het eerste jaar dat ETS-installaties deze uitstoot moeten monitoren en rapporteren.

De CO2 die vrijkomt bij het verbranden van biomassa wordt binnen het EU ETS gezien als klimaatneutraal en dus hoeven bedrijven niet te betalen voor deze uitstoot. Vanaf 2023 geldt dat bedrijven moeten kunnen aantonen dat de biomassa die ze verstoken voldoet aan Europese duurzaamheidscriteria. Als de biomassa die wordt verstookt niet voldoet aan de criteria moeten bedrijven wel gaan betalen voor de CO2-uitstoot. Voor de biomassa die wordt bijgestookt in Nederlandse kolencentrales gelden al wel strenge duurzaamheidseisen.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Jongeren Milieu Actief (JMA) laat vanmiddag 13 april van zich horen op de aandeelhoudersvergadering van Ahold Delhaize. De jongerenafdeling van Milieudefensie wil dat Albert Heijn sneller vergroent en met een concreet klimaatplan komt. De jongeren hebben aandelen gekocht en gaan tijdens de vergadering kritische vragen stellen. Ze doen een dringend appel voor een leefbare planeet.

Marktleider

Neele Boelens van JMA: “We hebben nog 8 jaar om gevaarlijke klimaatverandering te stoppen. Daarom vragen we van Ahold Delhaize om zich aan het akkoord van Parijs te houden en dat te doen met concrete, snelle stappen. Als marktleider heeft Ahold Delhaize een grote verantwoordelijkheid, daar gaan wij jongeren ze binnen en buiten de zaal op wijzen.

Groene loper

Om andere aandeelhouders in een klimaatvriendelijke stemming te krijgen, rollen 60 jongeren buiten een groene loper uit. Willen de andere aandeelhouders ook een groene koers van AH? Aandeelhouders krijgen voorafgaand aan de vergadering de vraag of ze de jongeren steunen en over de groene loper naar binnen willen, of dat ze ervoor kiezen om de klimaatcrisis te ontlopen.

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Rijksoverheid verkleint zijn CO2-voetafdruk door de bedrijfsvoering te verduurzamen. BZK is inmiddels gecertificeerd op niveau 3 van de CO2-prestatieladder. Op donderdag 31 maart gaf dit ministerie het stokje symbolisch door aan OCW, VWS en SZW die samen óók dit certificaat willen bemachtigen. Mark de Boer, waarnemend clusterdirecteur Bestuursondersteuning, Mensen & Middelen en voorzitter van de stuurgroep verduurzaming bij BZK, en Jeroen Been, directeur bedrijfsvoering bij OCW, constateren dat je samen meer voor elkaar krijgt: “Als we elkaar helpen kan duurzaamheid onderdeel worden van alles wat we doen.”

Op de feestelijke bijeenkomst in het Petit Café aan het Haagse Parnassusplein heet Martijn Otte, duurzaamheidscoördinator BZK, iedereen van harte welkom. De stemming is opperbest. Natuurlijk, de aanwezigen mogen elkaar fysiek treffen en voor sommigen is het zelfs de eerste keer dat ze elkaar in levenden lijve ontmoeten. Maar bovenal symboliseert de dag de inspanningen van de Rijksoverheid om zijn bedrijfsvoering te verduurzamen. Hoe snel dat kan gaan, blijkt uit het verhaal van Martijn: “Ik vond dat we het goede voorbeeld moesten geven. Een jaar geleden sprak ik Mark de Boer daarop aan. En in overleg met hem is er een ambitieplan gekomen en hebben we iedereen die binnen BZK bezig was met duurzaamheid, bij elkaar gebracht. En nu hebben we ons certificaat niveau 3 van de CO2-prestatieladder behaald.” De grootste winst van dit alles? Martijn: “Dat we elkaar hebben gevonden en we nu met elkaar verbonden zijn rond het thema duurzaamheid. En we willen met elkaar de transformatie naar duurzame bedrijfsvoering vormgeven.”

Drang om samen te werken

Ook plaatsvervangend algemeen directeur a.i. van Logius Joop Groen merkt dat er veel animo is om werk te maken van duurzaamheid. We moeten wel, houdt hij de aanwezigen voor: “Over acht jaar is het 2030. Dan moeten we anders eten, anders bouwen en anders inkopen dan we gewend zijn te doen. De duurzame transformatie gaan we op elk vlak van ons leven merken. Ook het Rijk heeft de gemeenschappelijke opgave om duurzaamheid tot in de haarvaten door te voeren. Dat doen we met elkaar en elk vanuit ons eigen aandachtsgebied en expertise.”

Als voorbeeld noemt Joop zijn eigen werkterrein: “Onze digitale dienstverlening kan veel groener. Al die data vreten enorm veel energie. Als je bedenkt dat de ene programmeertaal tot wel een factor 80 minder energie kan verbruiken dan de andere, dan is het best mogelijk ook je ICT te verduurzamen. Je kunt ook een kilowattuur maar één keer uitgeven en dat moeten we zo slim mogelijk gaan doen. Dat kan door duurzaamheid te koppelen aan ons primaire proces.”

En juist op dat punt kunnen ministeries van elkaar leren. Joop: “En die drang is er ook. Kijk maar naar deze bijeenkomst. Er gebeurt al zoveel prachtigs en de departementen willen elkaar helpen om verder te komen.” Mark de Boer vult aan: “Laten we gebruik maken van de wil om samen te werken. Maak het daarbij niet te groot: met heel veel kleine stappen komen we er ook. De CO2-prestatieladder helpt ons om overzicht te krijgen en te zien welke stappen we kunnen zetten. Ook andere departementen kunnen die stappen zetten. Daarbij kunnen ze ook nog gebruik maken van de inzichten die wij het afgelopen jaar opgedaan hebben. Als we elkaar helpen kan duurzaamheid onderdeel worden van alles wat we doen.”

Om deze woorden kracht bij te zetten, geeft hij symbolisch het stokje door aan OCW, SZW en VWS en wenst hen veel succes. Zij zijn inmiddels hard aan het werk om ook gecertificeerd te worden volgens de CO2-prestatieladder. En de woorden van Mark die daarbij resoneren: maak het inzichtelijk en houd het simpel.

Van elkaar leren

Als de deelcertificaten uitgereikt zijn aan de mensen van BZK is het tijd om na te praten. Mark de Boer schuift aan bij Jeroen Been, die nu aan zet is namens OCW. Jeroen: “Het is ontzettend belangrijk dat wij als leden van de ICBR ambassadeur zijn voor verduurzaming. En dat we vorig jaar, toen programma Denk Doe Duurzaam dat aan ons vroeg, met elkaar besloten de CO2-prestatieladder te gaan invoeren. Je ziet nu wat daar voor moois van komt. Wij verzamelen de mensen om ons heen die begaan zijn met duurzaamheid en die in staat zijn om een heel departement mee te krijgen in het doel écht duurzamer te gaan handelen. Ik vind het mooi dat we daarbij kunnen leren van de ervaringen die BZK opgedaan heeft.”

Mark haakt daarop in: “We zijn met duurzaamheid in ons achterhoofd opnieuw gaan kijken naar de informatie en kennis die we hebben. Dan blijkt dat we meer weten dan we gedacht hadden. Daarmee werd het tastbaar. Nu we op niveau 3 gecertificeerd zijn, weten we wat we kunnen en moeten doen om de bedrijfsvoering te verduurzamen. We kunnen nu een plan van aanpak maken en daarmee zorgen voor verduurzaming.”

Dat is gelijk ook wat Mark mee wil geven aan Jeroen: “Houd de energie vast die je met elkaar krijgt als je inziet waar je kunt verduurzamen. Het is meer dan een taak uitvoeren, het gaat om de persoonlijke motivatie om duurzame doelen te bereiken. Er zijn veel enthousiaste mensen. Breng die bij elkaar en maak gebruik van hun energie.”

“Wij verzamelen de mensen om ons heen die begaan zijn met duurzaamheid en die in staat zijn om een heel departement mee te krijgen in het doel écht duurzamer te gaan handelen”

Onderling contact

Jeroen: “Er is al een groot aantal mensen enthousiast bezig met de certificering van OCW, SZW en VWS. Wij hebben ook een aantal grote uitvoeringsdiensten, waarmee we veel impact kunnen maken. Kijk naar het datacentrum dat wij hebben, waar duurzaamheid duidelijk op de agenda staat en al veel winst is behaald, maar waar ook nog meer winst valt te behalen. En ik ben heel blij dat we elkaar ook weten te vinden. De departementen hebben onderling veel contact op dit onderwerp en daarmee kunnen we van elkaar leren. We staan ook allemaal voor dezelfde opgave.” Mark vult aan: “En als er iets even niet soepel loopt, kun je makkelijk met elkaar in overleg, bijvoorbeeld in de ICBR, om een oplossing te vinden.”

Jeroen besluit: “Dat is de kracht die ontstaan is. Waar we tien jaar geleden nog als eilandjes werkten, werken we nu echt samen en we weten elkaar ook makkelijk te vinden. Iedereen moet eigen accenten leggen, omdat je inhoudelijk met verschillende onderwerpen bezig bent, maar verduurzamen moeten we allemaal.”

Foto: De medewerkers van BZK, OCW, SZW en VWS hebben hun deelcerfiticaten uitgereikt gekregen (Phil Nijhuis)

[ad_2]

Source link

Berichten paginering