[ad_1]

Eneco treedt als investment partner toe tot het groene waterstof consortium NortH2. Groene waterstof is een belangrijke stap in de uitvoering van Eneco’s One Planet Plan, dat voorziet in klimaatneutraal zijn in 2035, voor Eneco en haar klanten. Onderdeel van het plan is het uitfaseren van aardgas bij klanten en bij elektriciteits- en warmteproductie. Eneco is van plan om naast NortH2 verder te investeren in groene waterstof. Met NortH2 kan waterstof in de toekomst op grote schaal beschikbaar worden gemaakt in Nederland.

As Tempelman, CEO van Eneco zegt: ”Eneco streeft ernaar om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Naast grootschalige elektrificatie gaan we investeren in de productie en levering van groene waterstof om dit doel te realiseren. Onze participatie in NorthH2 is een belangrijke stap, met dit project hebben we de kans om samen met onze consortium partners de groene waterstofproductie in Nederland snel op te schalen.”

NortH2

In NortH2 ziet Eneco volop kansen voor de verdere verduurzaming van haar productie en belevering van industriële klanten. NortH2 wil namelijk een stevige bijdrage leveren aan de Nederlandse en Europese klimaatdoelen door de snelle ontwikkeling van een integrale waterstofketen van windenergie op zee en de productie en opslag van groene waterstof. De waterstof wordt gemaakt voor industriële sectoren die moeilijk kunnen elektrificeren, of waar waterstof een noodzakelijke grondstof vormt. NortH2 wil in 2030 tot 4GW aan electrolysers en bijpassende capaciteit aan wind op zee realiseren. Op projectbasis zorgt dit voor een vermindering van het gebruik van aardgas met ongeveer 1,5 miljard kubieke meter per jaar. Afhankelijk van de toepassing, zorgt de groene waterstof voor een vermindering van uitstoot 2,9 tot 3,6 megaton CO2 per jaar. NortH2 wil verder doorgroeien naar een productie van 1 miljoen ton groene waterstof per jaar in 2040.

NortH2 heeft onlangs de tweede fase van de haalbaarheidsstudie afgesloten, die toont dat een geïntegreerde aanpak – van windparken op zee, productie, opslag en distributie tot uiteindelijk het gebruik van de groene waterstof – technisch en economisch uitvoerbaar is. Aanvullend is nodig dat de overheid het juiste beleidskader creëert.

Partners

Tijdens de huidige studiefase bestaat NortH2 uit Shell, Equinor, RWE en Gasunie met Groningen Seaports als support partner. Eneco treedt hier nu dus in toe. Shell, Equinor, RWE en Eneco hebben de ambitie om na de studiefase met de steun van Groningen Seaports verder te gaan en samen een grootschalig aanbod aan groene waterstof te produceren voor de industrie.

Vandaag wordt ook bekend gemaakt dat NortH2 een samenwerkingsafspraak heeft gemaakt met OCI N.V., voor het geïntegreerd ontwikkelen van 1GW groene ammoniak en groene methanol waardenketens op basis van groene waterstof van NortH2.

Investeringen

De NortH2-partners zijn bereid tot flinke investeringen. Voor Eneco gaat het om honderden miljoenen euro’s. Om een concrete investeringsbeslissing te kunnen nemen en de Nederlandse en Europese klimaat- en waterstofdoelen voor 2030 te halen moet op korte termijn nog aan enkele belangrijke beleidscondities worden voldaan:

Uitrolpad van gecombineerde tenders voor ‘wind voor waterstofproductie’ met voldoende schaal. Dit verhoogt de investeringszekerheid en versnelt de kostenreductie;
Snelheid bij het realiseren van aanlandingslocaties en infra voor stroom van windparken.
Snelle concretisering van beleid dat de industrie moet helpen om waterstof in te zetten (zoals de “maatwerkafspraken” uit het regeerakkoord en de waterstofmaatregelen in het Europese Fit-for-55 pakket) .
Eneco en groene waterstof

Naast de investering in NortH2 is Eneco bezig met de ontwikkeling van andere groene waterstof projecten. Het doel is een groene waterstofportfolio van 1,5 tot 2 GW. Ongeveer de helft van de projecten richt zich op productie van groene waterstof voor industriële klanten. De andere helft richt zich op groene waterstof voor andere sectoren, zoals de gebouwde omgeving.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Stedin start een flexchallange op Schouwen-Duiveland, Tholen en in Spijkenisse en roept bedrijven op om hun elektriciteitsvermogen flexibel in te zetten. De energietransitie heeft enorme gevolgen voor het elektriciteitsnet. De toename van lokaal opgewekte duurzame zonne- en windenergie aan de ene kant en de stijgende vraag naar elektriciteit aan de andere kant, vraagt steeds meer capaciteit van het elektriciteitsnet. Op sommige piekmomenten – bijvoorbeeld als de zon veel schijnt – raakt het net tijdelijk overbelast. Daar kunnen (lokale) ondernemers bij helpen in de vorm van flexoplossingen en tegelijk geld verdienen. Deze zogenaamde energieondernemers kunnen zich tot en met woensdag 4 mei 2022 aanmelden.

Stedin Flexchallenge

Zet je flexibel elektriciteitsvermogen in voor Schouwen-Duiveland, Tholen en Spijkenisse. Ben je een energieondernemer: energieleverancier, grootverbruiker (zoals een tuinder of agrariër met veel zonnepanelen), aanbieder van zonnedaken/zonne-installaties, logistiek bedrijf, (vastgoed)ontwikkelaar van bedrijfspanden voor zon op dak, aanbieder van windenergie of andere marktpartij? En kun je tijdelijk meer of minder elektriciteit gebruiken? Kun je de energieproductie uitstellen of vervroegen? Of kun je ons regelvermogen aanbieden met behulp van een grote batterij, koelinstallatie of elektrische boiler? Doe dan mee aan de ‘Stedin Flexchallenge’. Samen kunnen we de kansen in de regio beter benutten en het elektriciteitsnet optimaal gebruiken.

Waarom meedoen?

Meedenken- en doen is niet alleen maatschappelijk relevant, het levert ook daadwerkelijk wat op. Op de eilanden Schouwen-Duiveland en Tholen en in Spijkenisse en omgeving moet sneller ruimte op het elektriciteitsnet gecreëerd worden voor duurzame opwek (zon- en windenergie), voor het leveren van meer elektriciteit en voor economische groei. Als energieondernemer kun je hier dus aan bijdragen en daarmee iets teruggeven aan de omgeving. Tegelijk geef je richting aan mogelijke oplossingen die we in de vervolgfase van de netuitbreiding inzetten. Je helpt hiermee de energietransitie te versnellen. En niet onbelangrijk: met het inzetten van flexibel vermogen kan geld verdiend worden.

Oplossingen elektriciteitsnet Schouwen-Duiveland en Tholen (Noordring)

Stedin werkt aan verzwaring van het Zeeuwse elektriciteitsnet, maar het duurt nog een aantal jaren voordat dit is gerealiseerd. Voor de zogenoemde Noordring op Schouwen-Duiveland en Tholen zijn we op zoek naar flexibel vermogen voor energie productie – om in de tussentijd toch nieuwe, duurzame zon- en windinitiatieven aan te kunnen sluiten.

Oplossingen elektriciteitsnet Spijkenisse (Heemraadlaan)

Het elektriciteitsnet in en rondom Spijkenisse wordt enkele uren per jaar flink belast door een hoge energievraag. Op die momenten komt de grens van wat het net aankan in zicht. Het merendeel van de tijd is er echter volop netcapaciteit beschikbaar. Energieondernemers kunnen hier hun flexibele vermogen inzetten voor genoemde hoge energie vraag .

Hoe doe je mee?

Tot en met woensdag 4 mei 2022 kunnen geïnteresseerde energieondernemers zich aanmelden via Tenderned. Alle informatie, inclusief de link naar Tenderned met de nodige zaken, is te vinden op: www.stedin.net/stedinflexchallenge

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Grolsch heeft de ambitie om een volledig CO2 neutrale brouwerij te zijn in 2025: een brouwerij waarbij alle ingezette energie op duurzame wijze wordt opgewekt. Nadat in 2021 de benodigde vergunningen werden afgegeven kunnen Grolsch en Twence dit jaar officieel van start met de aanleg van de ondergrondse leiding, waarmee Twence in 2022 duurzame warmte gaat leveren aan Grolsch. Deze duurzame vorm van warmtelevering reduceert de CO2-emissie van Grolsch met 72% (5.500 ton) per jaar. Dit staat ongeveer gelijk aan de hoeveelheid uitstoot van zo’n 1.800 huishoudens per jaar.

Koert van ’t Hof, Corporate Affairs Director bij Koninklijke Grolsch‘Bij Grolsch blijven we onverminderd werken aan onze duurzame ambitie. De afgelopen twee jaar waren door de pandemie niet makkelijk, toch hebben we onze ambitie als het gaat om duurzaam ondernemen nooit losgelaten. Ik ben dan ook ontzettend trots op de resultaten die we ook in 2021 behaald hebben en kijk uit naar alles wat voor dit jaar op de agenda staat!’.

Highlights 2021

Naast de introductie van de TopClip blikverpakking en de vergunningen voor de duurzame warmtelevering, heeft Grolsch nog een aantal mooie resultaten bereikt op het gebied van Duurzaam & Verantwoord Ondernemen. Een paar highlights:

  • Grolsch heeft afscheid genomen van de kartonnen draagtrays en is volledig overgeschakeld op herbruikbare draagtrays van gerecycled plastic. Grolsch levert hiermee een bijdrage aan het reduceren van de hoeveelheid afval op festivals, het maximaliseren van circulaire verpakkingen én het creëren van duurzame bewustwording onder festivalbezoekers.
  • Het aandeel recycled blikfolie is gestegen naar 74% en 49% van al het palletfolie is inmiddels van recycled plastic. Ook is er een pilot gestart om het ‘piepschuim’ in de exportcontainers te vervangen door karton met veelbelovende eerste resultaten.
  • Een proef met overschakeling naar HVO brandstof voor 2 pallettrucks heeft een CO2 reductie opgeleverd van 145ton CO2 en er is een afstand van 381.284 km over water afgelegd in 2021.
  • Grolsch heeft een beleid omtrent flexibel werken ingevoerd, ter bevordering van een betere werk/privé balans. Er zijn thuiswerkplekken geïnstalleerd bij kenniswerkers voor goede ergonomie.
  • Grolsch heeft in 2021 een nieuwe Grolsch alcoholvrij campagne gelanceerd. Met deze televisie commercial, diverse online video’s en activatie brengt Grolsch haar volledige range 0.0 bieren onder de aandacht. En 87% van alle boarding rond de sportvelden is vervangen door 0.0%.

Resultaten online beschikbaar

Benieuwd naar de resultaten en activiteiten van Grolsch op het gebied van duurzaam en verantwoord ondernemen in 2021, of naar de doelstellingen voor 2022? Bekijk dan het online jaaroverzicht 2021.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Emissievrij in 2030. Of met andere woorden: over acht jaar geen uitstoot meer van schadelijke broeikasgassen in onze projecten én in onze bedrijfsvoering. Dat is de ambitie van VolkerWessels die hoort bij de afgelopen jaar aangescherpte klimaatstrategie.

Jan de Ruiter, voorzitter Raad van Bestuur, licht de ambitie om in 2030 emissievrij te zijn toe: “VolkerWessels is een trots, lokaal betrokken en financieel gezond familiebedrijf, met een lange historie. De oplossingen die wij realiseren voor wonen, werken en mobiliteit, gaan een leven lang mee. We denken dus ook niet in jaren, maar in generaties. Vanuit die gedachte willen we verantwoordelijkheid nemen voor het klimaat en committeren we ons aan de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs. We richten ons enerzijds op het tegengaan van klimaatverandering en anderzijds op aanpassing aan klimaatverandering die reeds heeft ingezet.

Daar hoort ook een stevige ambitie bij waarmee we aansluiten bij de ambities van opdrachtgevers: in 2030 emissievrij. Voor een groot deel kunnen we dat zelf realiseren, voor het overige deel hebben we ook anderen nodig.”

Onze verantwoordelijkheid

Door in te zetten op slimme en gerichte maatregelen halen we op eigen kracht een CO2-reductie van meer dan 70% in 2030. Daarmee halen we ons ‘fair share’ op basis van de zogenaamde ‘science-based targets’-methodiek. We nemen hiervoor maatregelen zoals het verduurzamen van ons wagenpark en onze kantoorlocaties, het investeren in emissievrij materieel en het gebruikmaken van bouwlogistieke hubs. De exacte maatregelen worden per divisie uitgewerkt en vastgesteld.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Om volledig emissievrij te kunnen werken zijn we ook deels afhankelijk van anderen. We zoeken daarom intensief de samenwerking op met onze opdrachtgevers, regelgevers, de toeleveringsketen, kennisinstellingen en andere partners. Zo maken we bijvoorbeeld samen
afspraken over duurzaam gebruik van materialen zoals beton, asfalt en hout. Om de effecten van klimaatverandering tegen te gaan investeren we samen in biodiversiteit en klimaatbestendigheid van bossen.

Lars van der Meulen, directeur duurzaamheid: “Emissievrij in 2030 is een aanscherping van onze strategie waar een aantal hele concrete maatregelen bij horen. Het is ook een manier om focus aan te brengen in ons beleid en helder aan de markt uit te leggen waar wij voor staan en wat we willen bereiken. We zijn transparant over onze doelstellingen, waar we verantwoordelijkheid voor nemen en welke uitdagingen we hebben.”

Het programma Emissievrij 2030 is samengevat in een infographic (download .pdf) en wordt uitgebreid toegelicht in ‘2021 in beeld, woord & cijfers’.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De oorlog in Oekraïne maakt het versnellen van de energietransitie en de omslag naar natuurvriendelijke landbouw en visserij nóg urgenter. Het zo snel mogelijk realiseren van de doelstellingen van de Europese Green Deal draagt hieraan bij. Maar we zien op het moment het omgekeerde gebeuren. Daarover maken Greenpeace, IVN Natuureducatie, IUCN-NL, LandschappenNL, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieu Federaties, Natuurmonumenten, SoortenNL, Stichting de Noordzee, Vogelbescherming Nederland en Wereld Natuur Fonds zich grote zorgen.

Olie en gas juist nu afbouwen

De huidige ontwikkelingen tonen eens te meer aan hoe onhoudbaar onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is. Door Russisch gas en olie te blijven gebruiken, brengen we grote schade toe aan ons klimaat én spekken we de oorlogskas van Poetin. Allebei zeer onwenselijk.

Nederland is, ná China, de grootste importeur van fossiele brandstoffen uit Rusland, vooral olie. Daarom zou juist nu een snelle en structurele inzet op energiebesparing, afbouwen van olie, gas en kolen en de overgang naar duurzame, natuurvriendelijke opwekking van energie onze prioriteit moeten hebben. Dit vraagt om een systeemverandering waarbij we écht de omslag maken naar een CO2-neutrale samenleving. Overstappen op olie en gas uit andere landen of alternatieven als kernenergie en kolencentrales bieden geen duurzame oplossing.

Juist nu doorpakken met vergroening landbouw en visserij

De oorlog in Oekraïne wordt door de landbouwsector helaas aangegrepen om de transitie naar een natuurvriendelijke en toekomstbestendige landbouw en visserij in Nederland en Europa te vertragen. Het argument dat daarbij wordt gebruikt, is dat de vergroenings- en duurzaamheidsmaatregelen de voedselzekerheid in gevaar zouden brengen. Het omgekeerde is waar. Klimaatverandering en de snel afnemende biodiversiteit zijn de grootste bedreigingen voor voedselzekerheid. De huidige situatie toont dan ook juist de urgentie aan om nu door te pakken met de vergroening, in Nederland en Europa.

Door als Europese landen in te zetten op minder gebruik van (Russische) kunstmest, kortere voedselketens, plantaardige voedsel- en eiwitbronnen, een gezonde bodem, en door te gaan met het verduurzamen van de visserijsector en het afbouwen van het gebruik van fossiele brandstoffen, zijn we minder afhankelijk van de wereldmarkt en zorgen we voor een toekomstbestendige en natuurvriendelijke landbouw en visserij.

Compensatie moet de energietransitie versnellen

De oorlog en bijkomende sancties zorgen voor stijgende benzineprijzen, oplopende energierekeningen en duurder voedsel. Bij compensatie van huishoudens met een lager inkomen is het wel van belang dat deze de transities in de landbouw en energie versnelt. Bijvoorbeeld door de huizen van mensen met lagere inkomens nu en gratis te isoleren (en deze huishoudens tot die tijd te compenseren).

De oorlog dwingt ons te kijken naar ons eigen handelen

De oorlog in Oekraïne is afschuwelijk en de gevolgen zijn ingrijpend. In eerste plaats vanwege de humanitaire crisis. Wij leven mee met de slachtoffers. Deze oorlog dwingt ons tegelijkertijd ook te kijken naar ons eigen handelen.

De ontwikkelingen in Oekraïne tonen ook vanuit geopolitieke redenen het belang aan van het klimaatakkoord van Parijs en het realiseren van de Green Deal van Eurocommissaris Timmermans. Het behalen van deze doelstellingen is een belangrijke voorwaarde om de energie- en landbouwtransitie te realiseren om daarmee ook onze afhankelijkheid van grondstoffen uit instabiele of ondemocratische landen af te bouwen.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Automobilisten op de A35 kunnen er straks niet meer omheen: de aanleg van de ondergrondse leiding van Twence die bierbrouwer Grolsch gaat voorzien van duurzame warmte is officieel begonnen. Vandaag zetten beide directeuren en gedeputeerde van de provincie Overijssel Tijs de Bree de eerste schop de grond in. Vanaf eind 2022 kan de warmte door Grolsch worden ingezet. Hierdoor wordt haar CO₂-emissie met 72% gereduceerd: zo’n 5.500 ton per jaar.

Andrei Haret, Managing Director Koninklijke Grolsch: “Door de aanleg van de warmteleiding wordt aan het eind van dit jaar meer dan twee derde van de warmtevraag van Grolsch ingevuld door duurzame warmte van Twence. Hierdoor zijn wij in staat om in 2022 grotendeels over te schakelen van fossiele energie naar duurzame energie en zetten we opnieuw een grote stap in onze energietransitie ambitie. Vanzelfsprekend maakt dit ons ontzettend trots. Bovendien hopen we hiermee andere bedrijven te motiveren om voor duurzame oplossingen te kiezen!”

Marc Kapteijn, directeur Twence: “De warmtetransitie gaan we in Twente realiseren. Er liggen veel kansen voor het ontwikkelen van een duurzame warmtevoorziening. Een grote stap wordt nu gezet door de beschikbare warmte van Twence, geproduceerd uit niet-herbruikbaar afvalhout, in te zetten voor gebouwverwarming én het verwarmen van spoelwater voor bierflesjes. Hiermee leveren we een substantiële bijdrage aan de klimaat neutrale ambitie van Grolsch.”

Duurzame regio

Gedeputeerde Tijs de Bree over de gezamenlijke aanpak. “We staan voor de niet eenvoudige opgave om het aardgasverbruik in Overijssel terug te dringen. Met deze samenwerking laten Grolsch en Twence zien dat dit met de juiste instelling en doorzettingsvermogen kan. Door de aanleg van de warmteleiding wordt een enorme hoeveelheid CO₂ uitstoot bespaard, waarmee een belangrijke bijdrage wordt geleverd om het aardgasverbruik in Overijssel terug te dringen. Laat dit een inspiratie zijn voor andere bedrijven met restwarmte of een warmtevraag!”

De komende maanden wordt er hard gewerkt aan het aanleggen van de ondergrondse leiding. Naar verwachting zijn de bouwwerkzaamheden in het derde kwartaal afgerond. Vanaf oktober wordt er proefgedraaid en getest, waarna de duurzame warmte vanaf december 2022 door de brouwer gebruikt kan gaan worden voor het opwarmen van spoelmachines en pasteurs en voor het verwarmen van de gebouwen.

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Second round of Net Zero Company Benchmark assessments show some corporate climate progress against key climate indicators, but find much more action is urgently needed from focus companies to support global efforts to limit temperature rise to 1.5°C.

  • While 69% of focus companies have set commitments to achieve net zero emissions by 2050 or sooner, overall Benchmark finds companies have failed to show progress across key indicators, including disclosure of 1.5°C-aligned medium-term emissions targets and capex strategies.
  • Benchmark sets urgent engagement priorities for USD 68 trillion investor-led initiative ahead of U.S. and European proxy season and as it marks the final year of its first phase.
  • Investor signatories will give focus companies another chance to step up action in 2022, with another round of assessments planned for later in the year.

New assessments released today by Climate Action 100+, the world’s largest investor engagement initiative on climate change, show some corporate climate progress against key climate indicators, but find much more action is urgently needed from focus companies to support global efforts to limit temperature rise to 1.5°C.

This is the second round of Net Zero Company Benchmark assessments to be released by Climate Action 100+ since March 2021. 166 companies on the initiative’s focus list were measured on their progress against the initiative’s three engagement goals and a set of key indicators related to business alignment with the goals of the Paris Agreement.

To reflect the pace of change required to limit global warming to 1.5°C and to ensure it is aligned with the most recent science-based policy, Climate Action 100+ updated the Benchmark methodology in 2022, assessing companies against the IEA’s more challenging Net Zero by 2050 scenario for available sectors. It also added new indicators and assessments focused on the just transition and climate accounting and audit to drive greater company ambition and reflect evolving investor priorities.

The assessments indicate overall year-on-year improvements on cutting greenhouse gas emissions, improving climate governance, and strengthening climate-related financial disclosures. Driven by engagement from Climate Action 100+ investor signatories, the results specifically show that:

  • 69% of focus companies have now committed to achieve net zero emissions by 2050 or sooner across all or some of their emissions footprint, a 17% year-on-year increase
  • 90% of focus companies have some level of board oversight of climate change
  • 89% of focus companies have aligned with TCFD recommendations either by supporting the TCFD principles or by employing climate-scenario planning.

However, it is alarming that the vast majority of companies have not set medium-term emissions reduction targets aligned with 1.5°C or fully aligned their future capital expenditures with the goals of the Paris Agreement, despite the increase in net zero commitments.

Specifically, the assessments reveal:

An absence of medium-term emissions reductions targets aligned with 1.5°C.
Only 17% of focus companies have set medium-term targets which are aligned with the IEA’s 1.5°C scenario and cover all material emissions.
Continued absence of Scope 3 emissions.
Just 42% of focus companies have comprehensive net zero by 2050 or sooner commitments that cover all material GHG emissions, including material Scope 3 emissions.
Alignment of capex strategies with net zero transition goals remains almost non-existent.
Only 5% of focus companies explicitly commit to align their capex plans with their long-term GHG reduction targets.
Companies are setting emissions reduction targets but don’t have the strategies to deliver them.
 Only 17% of focus companies have robust quantified decarbonisation strategies in place to reduce their GHG emissions.
A failure to integrate climate risk into accounting and audit practices.
No company has demonstrated that its financial statements are drawn up using assumptions consistent with net zero by 2050, as per a new indicator on climate accounting and audit assessed by CTI and CAP. This Benchmark indicator has been introduced into Climate Action 100+ for the first time this year.

These results are disappointing as they are focused on areas which demonstrate tangible translation of commitments into action, indicating what companies are going to do over the short term to achieve their longer-term goals. They also come amongst broader evidence that the world is failing to step up to the meet the challenges of the growing climate crisis.

In a newly released report, the Intergovernmental Panel on Climate Change warned that the window of opportunity to take any meaningful climate action is rapidly closing and worldwide emissions must fall by 45% by 2030 to have any chance at keeping global temperature rise under 1.5°C.

Climate Action 100+, which now includes 700 signatories responsible for USD 68 trillion in assets under management, is calling on all focus companies to step up climate ambition before a third round of Benchmark assessments is released later this year.

Investors are also expected to escalate pressure on companies and boards during the upcoming proxy season in the U.S. and Europe, following last year’s record high majority votes on climate proposals. The next several months will be a critical time for investors to support key climate shareholder resolutions, including those flagged by the initiative, that are aligned with the goals of the initiative and the Paris Agreement.

The Benchmark is clearly driving an increase in corporate disclosures from focus companies. TPI, which assessed companies against the Disclosure Framework with support from its data partner FTSE Russell, received a record number of responses from companies during the review period in December 2021[2] , signalling clear interest from companies to engage with the Benchmark. It also provided focus companies with a standardised way of reporting on corporate climate ambition, with the framework being increasingly used to frame net zero transition planning in company annual reports.

Sector and issue specific analyses from the Alignment Assessments, which complement the Disclosure Framework, finds that:

  • Less than one third of electric utility focus companies have a coal phaseout plan consistent with limiting global warming to less than 2°C, according to data from Carbon Tracker Initiative (CTI). This is concerning as the IEA’s Net Zero by 2050 roadmap, published in May 2021, says that in order to keep 1.5°C alive, coal-fired power must be phased out in advanced economies by 2030, and globally by 2040. [3]
  • CTI also finds that almosttwo thirds of oil and gas focus companies are still sanctioning projects inconsistent with limiting global warming to less than 2°C. The IEA’s Net Zero by 2050 roadmap made it clear that there can be no new oil and gas exploration and production if we are going to keep 1.5°C within reach.
  • There is a considerable gap between what companies are saying publicly on climate lobbying and doing in practice. 54% of focus companies have mixed direct engagement with Paris-aligned climate policy, according to InfluenceMap data. However, only 9% have broad alignment between their direct climate policy engagement activities and the Paris AgreementAlso concerning is that only 2% of focus companies are aligned with the Paris Agreement in their indirect climate policy engagement activities via their industry associations.
  • Almost no steel, cement, or aviation focus companies’ emissions intensities are aligned with limiting global warming to less than 2°C, 2° Investing Initiative (2DII) finds. Most utility companies are not adding renewables and other low-carbon technologies fast enough to limit global warming to 1.5°C. Similarly, most auto companies are not phasing out internal combustion engine vehicles and adding enough electric vehicles and hybrid vehicles fast enough to limit global warming to 1.5°C.

Members of the Climate Action 100+ global Steering Committee join investor calls for stepped up climate ambition and action:

Stephanie Maier, Global Head of Sustainable and Impact Investment at GAM Investments and current chair of the global Climate Action 100+ Steering Committee: “Overall the Net Zero Company Benchmark clearly shows that focus companies are not making the progress required to align with achieving the 1.5°C climate goal agreed in Paris and reaffirmed in Glasgow last year. Given that these companies represent the world’s largest corporate greenhouse gas emitters, their ambition and pace of change is critical to a successful transition and needs to accelerate. The latest IPCC report starkly outlined the social and economic imperative for this. As a consequence, we should expect a ratcheting of investor-led shareholder resolutions as well as increased scrutiny on transition plans brought to the vote, starting with the imminent AGM season.”

Stephanie Pfeifer, IIGCC CEO and current vice-chair of the global Climate Action 100+ Steering Committee: “The Climate Action 100+ initiative has shown that investors can influence companies through meaningful engagement and good stewardship. However, while there has been a level of progress by focus companies towards net zero by 2050 with the majority setting long-term targets, many remain far from where they need to be if they are to help limit a global temperature rise to 1.5°C. Investors are calling on focus companies to credibly set out details of their net zero transition plans and will step up their engagements to ensure companies move from target setting to delivery.”

Simiso Nzima, Managing Investment Director of Global Equity at CalPERS and a member of the global Steering Committee: “We will continue to use the power of collaborative engagements and proxy voting to drive action at our portfolio companies to align their climate ambitions with their long-term strategies and capital allocation decisions. As a long-term investor, we want our portfolio companies to execute sustainable business models and thrive in a low carbon economy.”

Mindy LubberCeres CEO and President and a member of the global Steering Committee: “While we welcome the new climate commitments from North American focus companies, companies are still not where they need to be to help stabilize the climate and mitigate the worst impacts of this growing crisis. Companies must ratchet up their climate ambition and action, and as we head into this year’s U.S. proxy season, investors will continue to use the results of the Climate Action 100+ Net Zero Company Benchmark to strengthen their own engagement and voting strategies. There is too much at stake. All eyes will be on companies and their investors as they work to respond to the results at the necessary speed and scale required.”

Seiji KawazoeSenior Stewardship Officer at Sumitomo Mitsui Trust Asset Management and a member of the global Steering Committee: “Asian companies have made encouraging progress on climate, but investors will expect many to publish clear and robust plans to reach net zero and assess their progress against their peers through the Climate Action 100+ Net Zero Company Benchmark. Company commitments will be expected to be more ambitious than the Nationally Determined Contributions in their markets where they are based and where proven effective the deployment of decarbonisation technologies to achieve climate goals”.

Rebecca Mikula-WrightCEO of AIGCC and IGCC and a member of the global Steering Committee: “Companies across Australia and Asia must respond to the very clear call from investors to accelerate their decarbonisation plans. The Climate Action 100+ Benchmark is a necessary and valuable tool for companies to understand investor expectations. It guides transparency around credible net zero emissions strategies. As part-owners, investors have a common goal to achieve short, medium and long term sustainable returns but they also need to see companies both managing and adapting to the increasing climate risks and also being successful in the transition by seizing opportunities. Net zero goals are the minimum expectation, and now investors need to see companies making faster progress executing their decarbonisation plans.”

Andrew Gray, Director, ESG and Stewardship at AustralianSuper and a member of the global Steering Committee: “We know that the current climate trajectory presents a systemic risk to investment portfolios and long-term returns to funds’ beneficiaries. This demands intensified engagement from investors, calling for near-term action from the companies they are invested in. Long-term engagement works and accountability is key.”

David AtkinCEO of PRI and a member of the global Steering Committee: “It’s very encouraging to see the great progress achieved by Climate Action 100+ and its signatories. This Benchmark clearly shows meaningful progress on important areas with 69% of focus companies having now committed to achieve net zero emissions by 2050 or sooner. However, it’s increasingly clear that we need to see more action, taken further and faster, to stand a realistic chance of keeping a 1.5˚C future alive. That means we need to see companies make ambitious, near-term targets, and that we need investors to continue to push for improved transparency and accountability through their stewardship programmes.”

Research and data organisations involved in the Benchmark provided comments:

Valentin Jahn, TPI Lead Research Analyst and TPI Climate Action 100+ Project Lead: “Although companies are not yet doing enough to limit global mean temperature rise to 1.5°C or even 2°C, the Climate Action 100+ Benchmark is a powerful asset in the climate mitigation toolbox. The long-term direction is clear as shown by the increase in 2050 net zero targets. However, this consensus is not yet tied to concrete action. Decarbonisation strategies should quantify the contribution of measures towards the company’s emission targets and companies should state their commitment to align their capital expenditure with their emission reduction goals together with a methodology detailing how such alignment is assessed. The Climate Action 100+ Benchmark framework is well placed to incentivise and measure progress on these crucial issues, backing up ambitions with concrete plans.”

Barbara Davidson, Head of Accounting, Audit, and Disclosure at Carbon Tracker Initiative: “Investors must urgently understand the level of capital at risk from continued use of fossil fuels, in order to work with companies to transition as quickly as possible. The Climate Accounting and Audit Alignment Assessment identifies the need for better transparency regarding impacts of the energy transition on companies’ financial positions and operations. It highlights inconsistencies across companies’ climate narratives, supporting investors in their assessment of corporate governance, allocation of capital, and investee engagement.”

David Pitt-Watson, Leader, Climate Accounting Project: “The acid test of whether a company is taking climate into account is revealed in the way it draws up its financial statements. For all Climate Action 100+ focus companies, climate is a material issue. Hence, in drawing up their accounts, climate risks must be considered and assumptions shown. Climate Action 100+ investors have demanded those assumptions are sustainable ones. But this is not yet happening. It needs to, since we won’t address global warming if in calculating profits, companies and their auditors simply turn a blind eye to the climate challenge”.

Maarten Vleeschhouwer, Head of PACTA at 2° Investing Initiative: “2° Investing Initiative is proud to contribute to Climate Action 100+’s work as a provider of alignment assessment indicators and member of the Technical Advisory Group. Using the PACTA methodology and Asset Resolution data, our analysis shows almost all focus list companies in the steel, cement and aviation sectors are significantly behind IEA net zero pathways. Additionally, while power and automotive focus list companies are starting to decrease production of coal power and ICE vehicles, planned investment in renewables and electric vehicles is nowhere near enough to be on a pathway to net zero. Critically, investors must also ensure that focus list companies are closing down coal power capacity, not just selling it off.”

Joe Brooks, Climate Action 100+ Investor Engagement Lead and Senior Analyst at InfluenceMap: “The science shows that robust government climate policy is a prerequisite for delivering net-zero emissions. Investors are increasingly clear they expect companies to support the passage of such measures, rather than block them. However, Climate Action 100+ companies are falling far short of these expectations. The majority of focus companies continue to obstruct or undermine ambitious climate policy, either directly or via memberships to industry associations acting on their behalf. Investors are in a unique position to be able to push focus companies towards implementing robust and transparent audit processes, to drive closer alignment between corporate climate policy engagement and the 1.5°C goal of the Paris Agreement.”

Climate Action 100+ will give focus companies another opportunity to step up and demonstrate progress with a further round of assessments to be released later this year.  Companies will be given the opportunity to provide additional disclosures or commitments, announced between 1st January 2022 and 13th May, to improve their Benchmark results.

Climate Action 100+, which is in its final year of phase 1, will continue with more ambitious goals as demanded by the urgency of the growing climate crisis.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Hoe ziet de industrie er in 2052 uit? En waar moeten we dan nu mee aan de slag? Een panel1 van 33 beslissers en professionals uit industrie, maatschappij, wetenschap en politiek boog zich de afgelopen maanden over deze vraag onder leiding van Royal HaskoningDHV. Daaruit kwamen 3 urgente maatregelen. Een en ander staat uitgebreid in het rapport ‘Industrietransitie 2052 – Een energiek perspectief’.  

Wat is er nodig? Allereerst een ‘man on the moon’ c.q. missiegedreven programma ‘Versneld verduurzamen van de industrie in 2042’. Vorm te geven als een publiek-private samenwerking nieuwe stijl, met één gezamenlijke missie en een ondernemender overheid die waarde(n)gericht stuurt. Dit is des te urgenter vanwege de invasie van Oekraïne, met torenhoge energieprijzen en toenemende schaarste aan grondstoffen als gevolg.

Daarnaast, grondstoffen, energie en industrie zijn onderling nauw verbonden. Deze samenhangende transities naar groene groei kent echter ook grenzen. Ze vergt een rechtvaardiger ‘social license to operate’ (mensenrechten) en politiek-bestendige democratische afspraken (‘governance structuurplan’). Groene groei noodzaakt tot andere grondstoffenketens en nieuwe industriële productieprocessen én -installaties. Geopolitieke overheidskeuzen moeten investeringen in die transitie van de industrie versterken.

Tenslotte, de industrietransitie is een urgent, ruimtelijk verhaal in een dichtbevolkt Nederland. Verkleinen van plastic-, water-, stikstof- en CO2-voetafdrukken is passen en meten, in de industrie, in de stad. Die fysieke en maatschappelijke samenhang vraagt met voorrang om slimmere aanpakken. En desnoods om een verschuiving van verleiden naar verplichten, van subsidies naar normen, van faciliteren naar regisseren, met instrumenten die sturen op waarde(n) in relatie tot risico’s. Zo kunnen we samen de industrietransitie waar maken.

1] Samen vertegenwoordigen zij de volle breedte van het maatschappelijk spectrum, van futuroloog tot directeur van een multinational, van lid van Duurzame Jonge 100 tot hoogleraar. In drie anonieme ronden gaven zij een transitiepad vorm van 2022 naar 2052 en identificeerden zij de 10 belangrijkste keuzen en interventies voor versnelling van de industrietransitie in 2022.

Vraag hier het rapport aan

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De beste temperatuur voor koffie is 20 graden, weet de Colombiaanse koffieboer Nancy Estela Nuños. Ze houdt niet van lauwe koffie, maar weet wel dat koffiestruiken goed gedijen bij die temperatuur. Nancy en 12,5 miljoen andere koffieboeren hebben door klimaatverandering grote problemen om goede koffie te oogsten. Inventieve oplossingen zoals boslandbouw maken boeren weerbaar, vangen CO2 af en zorgen voor meer inkomen. Daarom gaat het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij – 12,7 miljoen euro – dit jaar naar Solidaridad en partners voor een vijfjarig programma dat klimaatverandering én armoede bestrijdt. 

Heske Verburg, directeur van Solidaridad, vertelt over het programma: “Samen met kleinschalige boeren gaan we klimaatslimme koffieteelt breed toepassen en verder ontwikkelen. De boeren kunnen zich beschermen tegen klimaatverandering, broeikasgassen vastleggen en krijgen daarvoor betaald op de markt voor carbon credits. Voor het eerst krijgen kleine boeren op grote schaal toegang tot deze groeiende markt voor emissierechten. Nu zijn boeren vooral het slachtoffer van klimaatverandering, maar als onze plannen slagen, worden ze deel van de oplossing en onze klimaathelden.”

De beoogde resultaten van het vijfjarige programma zijn:

  • 100.000 boeren bedrijven klimaatslimme landbouw in Latijns-Amerika en Afrika

  • In 20 jaar wordt 19,5 miljoen ton CO2 vastgelegd (de uitstoot van 1,5 miljoen Nederlanders in 2020)

  • Boerengezinnen hebben extra inkomsten uit de verkoop van zogenaamde carbon-credits

  • Bedrijven gaan boeren betalen voor minder uitstoot en vastleggen van CO2

  • Klimaatslimme landbouw toegankelijk maken voor miljoenen boeren wereldwijd

Hoge bomen beschermen de bodem en koffie

Een methode die goed werkt, is boslandbouw – het aanplanten van hoge schaduwbomen tussen de koffiestruiken. Die beschermen de koffie en de bodem tegen hogere temperaturen, felle regens en zon. De schaduw komt de kwaliteit van de koffie ten goede en de bomen leveren bovendien fruit en noten. Ook nemen ze CO2 op uit de lucht, dat als koolstof wordt vastgelegd in bomen en de bodem. Daarmee kunnen de boeren nieuwe inkomsten verwerven.

Klimaatcompensatie nieuwe bron van inkomsten voor miljoenen boeren

Hoeveel CO2 wordt vastgelegd door bomen wordt onafhankelijk gemeten met behulp van satellieten (remote-sensing). Iedere ton CO2 is goed voor een carbon-credit. Die kunnen de boeren verkopen aan bedrijven die de uitstoot die ze niet kunnen vermijden willen compenseren. Die verkoop vindt plaats op Acorn, een platform voor emissiehandel van de Rabobank. Van de opbrengst gaat 80% naar de boeren. Zo krijgen de boeren een jaarlijkse vergoeding voor hun inspanningen om broeikasgassen vast te leggen. Er is een sterk groeiende vraag van bedrijven naar klimaatcompensatie met positieve sociale impact. In antwoord op die vraag wil Solidaridad een methode ontwikkelen die werkt voor miljoenen kleinschalige boeren wereldwijd.

Traceerbaarheid cruciaal voor samenwerking met boeren

Solidaridad ontwikkelt het programma in samenwerking met innovatiepartners. Met Cool Farm Alliance wordt gewerkt aan klimaatcompensatie voor boeren die hun bodem goed beheren en koolstof vastleggen in de bodem. Gamification-specialist &ranj ontwikkelt een methode om boeren te motiveren om klimaatslimme technieken door te voeren. Fairfood helpt koffiebedrijven om hun bonen tot aan de boer te traceren. Dat is nodig om samen met de boeren aan CO2-reductie te kunnen werken. “Het is mooi als een bedrijf onvermijdbare CO2-uitstoot compenseert, maar compensatie is pas een optie als boeren CO2 vastleggen”, aldus Sander de Jong, directeur van Fairfood. “Koffiebedrijven moeten de kleinschalige boeren waar ze hun koffie van betrekken, helpen om boslandbouw toe te passen”. Klimaatslimme landbouw is belangrijk. Diverse onderzoeken tonen aan dat 44 tot wel 70% van de uitstoot voor een kop koffie plaatsvindt tijdens de koffieteelt.

“Solidaridad gaat op een slimme manier vele kleinschalige boeren ondersteunen en klimaatverandering beperken“, zegt Dorine Manson, managing director van de Nationale Postcode Loterij. “Dat kleinschalige boeren nu toegang krijgen tot de groeiende markt voor carbon credits, is heel bijzonder. Het is beter voor het klimaat én de boer. Deze slimme en vernieuwende werkwijze spreekt ons enorm aan en we zijn heel blij dat we het project mogelijk kunnen maken, dankzij de deelnemers van de Postcode Loterij.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Maandag 28 maart werd door North Sea Port, Dow en Gutami in Terneuzen het nieuwe Zonnepark Mosselbanken officieel geopend. Het zonnepark zal 60MW aan groene stroom opwekken. Het 32 hectare grote zonnepark werd door Gutami Holding gerealiseerd op het bedrijventerrein Valuepark Terneuzen (de joint venture tussen Dow Benelux en het havenbedrijf North Sea Port).

De komende 15 jaar zal het zonnepark zonnestroom opwekken en verkopen aan het energiebedrijf Eneco. Voor (nieuwe) bedrijven op het industriecomplex is het mogelijk deze stroom af te nemen. De hoeveelheid jaarlijks opgewekte elektriciteit staat gelijk met een jaarverbruik van ruim 15.000 huishoudens.

Uitbreiding hernieuwbare energie

Met het zonnepark ondersteunen Dow, North Sea Port en Gutami de verduurzaming van de Zeeuwse energievoorziening. Dit gebeurt op een unieke locatie waar groene energieproductie op basis van zonne-energie, industriële energieconsumptie, logistieke bedrijvigheid en havenfaciliteiten samenkomen.

Deze investering in hernieuwbare energie zorgt voor nieuwe investeringen in het elektriciteitsnetwerk in North Sea Port en sluit aan bij de klimaatdoelstellingen van de regio. In totaal staat er in het hele grensoverschrijdende havengebied meer dan 290MWp aan opgesteld vermogen zonne-energie en 280MWp aan windenergie.

De industriële productielocatie van Dow

Dow is binnen het havengebied van North Sea Port een belangrijke industriële productielocatie en één van de grootste werkgevers in Zeeuws-Vlaanderen. Het hart van Dow in de Benelux ligt in Terneuzen. Dow Terneuzen is met 16 fabrieken en ongeveer 3.500 medewerkers de op één na grootste productielocatie van Dow wereldwijd.

North Sea Port en Dow werken actief samen met alle betrokken partners binnen het Smart Delta Resources platform (grote energie- en grondstof-intensieve bedrijven) om de ambitieuze doelstellingen van het Parijse Klimaatakkoord op het vlak van duurzaamheid te behalen.

Gutami Holding

Het Nederlandse Gutami Holding uit Zwolle is een duurzame energieleverancier. Gutami ontwikkelt, bouwt en exploiteert wereldwijd zonne-energieparken. Daarnaast verduurzaamt Gutami huizen in de Benelux.

[ad_2]

Source link

Berichten paginering