[ad_1]

DGB Group heeft verslag gedaan over 2021. Het jaar 2021 was cruciaal voor de wereldwijde emissiehandel en CO2-markten. Bestaande markten, zoals in de EU en Nieuw-Zeeland, zijn begonnen met het doorvoeren van veranderingen om nog ambitieuzer te zijn: nieuwe markten zijn gestart, zoals China’s nationale ETS, en andere worden ontwikkeld of uitgebreid, zoals in Colombia en Chili.

De sterke interesse in vrijwillige CO2-markten komt tot uiting doordat steeds meer bedrijven inzetten op netto nul emissies. Deze trend blaast de markten leven in.

Na een sterk 2021 vertonen de CO2-markten geen tekenen van vertraging en de Europese CO2-compensatiemarkt blijft leidend. Aan het begin van het jaar lag de CO2-prijs onder de 30 euro. om richting 2022 boven de 90 euro te komen, een stijging van 200%!

Sommige belanghebbenden zien de investeringsmogelijkheid na COP26, anderen hebben de CO2-markten nodig om te overleven, zoals de olie- en gasindustrie.

Meerdere hedgefondsen zijn ook begonnen met het opnemen van CO2-compensatie aan de portefeuille. Er is een eindige bron van CO2-compensatie en een sterke stijging van de vraag is zichtbaar nu landen wereldwijd van plan zijn hun netto nultoezeggingen te realiseren.

Momenteel bevinden de vrijwillige koolstofmarkten zich nog in de beginfase en hebben ze de transactiewaarde van $1 miljard in 2021 nog maar net overschreden, er is nog steeds enorm veel ruimte voor groei – evenals tal van katalysatoren.

De Taskforce on Scaling Voluntary Carbon Markets voorspelt dat om de klimaatveranderingsdoelstellingen zoals uiteengezet in de Overeenkomst van Parijs te halen, de vrijwillige CO2-markten tegen 2030 met een factor 15x – en tegen 2050 met een factor 100x – moeten groeien vanaf het niveau van 2020. Spannende tijden in het verschiet.

Wie aandacht heeft besteed aan de prijs van CO2-compensatie, weet dat ze snel zijn gestegen. In het kielzog van COP26 schoot de prijs van C2 verder omhoog, waarmee een einde kwam aan wat al een recordjaar was gebleken, met prijzen die sinds januari 2021 meer dan verdubbeld zijn. De CO2-markten vertonen geen tekenen van vertraging.

Er is al een fundamentele, bewezen vraag naar CO2-compensatie, aangedreven door wetgeving die door bijna elk land ter wereld wordt ondersteund. Er is een bijna universele consensus van regeringen en particuliere bedrijven die het erover eens zijn dat de markt moet uitbreiden om te voldoen aan de wereldwijde netto-nulbehoeften. DGB-beleggers waarderen deze marktdynamiek en de grote kans die het biedt.

DGB Group

Bij DGB zijn we enorm trots op wat we het afgelopen jaar hebben bereikt. Na het toegenomen bewustzijn van de COP26 van de netto nul-agenda, hebben we een ongekende vraag gezien naar CO2-compensatie die net zo snel door bedrijven worden gekocht als ze worden gegenereerd.

DGB Group verkocht in 2021 haar gehele portefeuille van meer dan 128.000 ton CO2-compensatie tegen een gemiddelde prijs van ongeveer EUR 10,00. De pijplijn van projecten betreft op dit moment 13 miljoen ton CO2. Hiermee lijkt DGB goed gepositioneerd om dit jaar aan vraag te voldoen. DGB blijft inzetten op vergroting van haar portefeuille natuurprojecten.

De vooruitgang die we hebben geboekt met onze projecten in Sierra Leone, Paraguay, Kenia en Kameroen draagt ​​bij aan herbebossing op grote schaal. DGB gaat door met het leveren van groene initiatieven en impactvolle projecten We kijken er naar uit om in 2022 voort te bouwen bouwen op de reeds geboekte vooruitgang. lijnen

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Yokogawa Electric Corporation onthult vandaag de resultaten van haar laatste onderzoek* om meer inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige staat van industriële autonomie in procesproductie. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal fabrikanten dat vooruitgang boekt op het gebied van industriële autonomie duidelijk toeneemt, en dat er een groot bewustzijn is van de verwachte voordelen op het gebied van ecologische duurzaamheid.

Het wereldwijde onderzoek werd uitgevoerd in zeven markten (China, Duitsland, India, Japan, Saoedi-Arabië, Zuidoost-Azië en de VS) onder 534 respondenten van 390 bedrijven in de chemie en petrochemie, biowetenschappen, olie en gas, energieopwekking en hernieuwbare energiebronnen. sectoren van de energiesector.

Belangrijkste inzichten

Wat betreft ecologische duurzaamheid, verwacht 45% van de respondenten dat industriële autonomie een aanzienlijke impact zal hebben en nog eens 36% verwacht een matige impact op het gebied van dynamische energieoptimalisatie, waterbeheer en emissiereductie. Daarentegen verwacht slechts 6% dat industriële autonomie helemaal geen impact zal hebben op ecologische duurzaamheid.

De implementatie van projecten voor industriële autonomie begint steeds sneller te gaan: 51% van de ondervraagde respondenten schaalt nu de implementatie op over meerdere faciliteiten en zakelijke functies en nog eens 19% meldt dat ze zijn geïmplementeerd in ten minste één faciliteit of zakelijke functie.

Hoewel productiviteitsverbeteringen in productie- en productieprocessen naar verwachting de komende drie jaar het hoogste rendement op investering (ROI) in digitale transformatie zullen opleveren – met 31% als eerste en nog eens 20% als tweede – gezondheid, veiligheid en milieu komt naar voren als een belangrijk ROI-gebied, waarbij 26% het als eerste (13%) of als tweede (13%).

Met de aanhoudende COVID-19-pandemie vormt het vergroten van de mogelijkheden voor externe operaties een sleutelfactor in industriële autonomie. Uit het onderzoek blijkt dat een derde (33%) van de fabrikanten externe operaties heeft geïmplementeerd op afzonderlijke locaties en 31% heeft geïmplementeerd op meerdere locaties in verband met industriële autonomie.

Leidinggevenden op C-niveau spelen een sleutelrol bij autonome planning op fabrieksniveau, waarbij de respondenten van de enquête zeggen dat de Chief Executive Officer (38%), Chief Technical Officer (34%) en Chief Information Officer (31%) de belangrijkste finalisten zijn. besluitvormers. Deze besluitvormers worden ondersteund door technische professionals op hoog niveau, waarbij 43% zegt dat de Chief Digital Officer significante invloed heeft op beslissingen over autonomie op fabrieksniveau.

“Het is verheugend om uit ons laatste onderzoek te zien dat ecologische duurzaamheid een gebied aan het worden is waarop de verschuiving van industriële automatisering naar industriële autonomie, die we IA2IA noemen, naar verwachting een aanzienlijk positief effect zal hebben”, legt Tsuyoshi Abe, senior vice-directeur uit. president en hoofd van het Marketing Headquarters bij Yokogawa Electric. “Over het algemeen geeft ons onderzoek echter ook aan dat een van de grootste uitdagingen bij het implementeren van industriële autonomie het ontbreken van een duidelijke routekaart is, waarvan bijna de helft dit als hun belangrijkste uitdaging beschouwt. Dit onderstreept het belang van een gedefinieerde routekaart naar industriële autonomie en het vinden van de juiste partner om deze te ontwikkelen.”

* De “Global End-user Survey on the Implementation of Industrial Autonomy” werd namens Yokogawa uitgevoerd door onderzoeksbureau Omdia in september 2021 onder 534 respondenten van 390 bedrijven in zeven wereldwijde markten: China, Duitsland, India, Japan, Saoedi-Arabië, Zuidoost-Azië en de VS. De respondenten waren fabrikanten/eindgebruikers, OEM’s en systeemintegrators in de sectoren chemie en petrochemie, life sciences, upstream en midstream olie en gas, raffinage, energieopwekking en energieopwekking met hernieuwbare energie. De respondenten van het onderzoek waren in IT-beheer, operations/project/plant management en corporate management.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

In Noord-Holland gaan 28 gemeenten zich hard maken voor energiebesparing bij bedrijven. Donderdag 27 januari hebben zij tijdens het eerste Energiebesparingsberaad hun handtekening gezet onder het Noord-Hollandse Energiebesparingsakkoord. De gemeenten maken daarin samen met de provincie en de 4 omgevingsdiensten in Noord-Holland afspraken om bedrijven te stimuleren energie te besparen. De verwachting is dat nog meer gemeenten het akkoord gaan ondertekenen.

In 2050 wil Noord-Holland klimaatneutraal zijn. Energiebesparing in de industrie- en dienstensector is daarbij cruciaal. Aan het eerste Energiebesparingsberaad namen zestig wethouders en ambtenaren deel. Zij komen vanaf nu elk half jaar samen om ervaringen te delen en van elkaar te leren.

Edward Stigter, gedeputeerde Klimaat en Energie en initiatiefnemer van het Energiebesparingsakkoord: “Ik ben er trots op dat wij ons samen met de gemeenten, de toezichthouders én het bedrijfsleven inzetten om zoveel mogelijk energie te besparen. Daar liggen nog enorm veel kansen. Daarmee kunnen we een enorme bijdrage leveren aan het terugdringen van het energieverbruik in de industrie en het bedrijfsleven.”

Terugverdienen besparing

Betere naleving van de energiebesparingsplicht in Noord-Holland levert een extra besparing op van 5% van het totale energieverbruik van de industrie- en dienstensector in Noord-Holland. De Wet Milieubeheer verplicht bedrijven die veel energie verbruiken besparingsmaatregelen te nemen die zich in 5 jaar terugverdienen. Op dit moment voldoet zo’n 11% van de bedrijven in Noord-Holland volledig aan deze plicht.

Doel van het Energiebesparingsakkoord is dat voor eind 2023 alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen. Provincie, gemeenten en omgevingsdiensten zetten om dat te bereiken in op een combinatie van stimulerend toezicht en handhaving en ondersteuning van het bedrijfsleven. Zo worden energiescans aangeboden en gaan onafhankelijke experts het bedrijfsleven ondersteunen bij aanbestedingen en subsidieaanvragen. Met deze werkwijze streven we er naar bedrijven te ontzorgen door zaken te bundelen.

15.000 bedrijven

“Met ons programma GreenBizIJmond nemen we ondernemers op bedrijventerreinen al mee in het verhaal van energie besparen. We geven ze inzicht en laten zien wat je kunt doen en wat het vervolgens oplevert. Het Akkoord helpt om in ons hele werkgebied bedrijven goed voor te lichten en door de inzet van experts kunnen we hen ondersteunen en ontzorgen om daadwerkelijk maatregelen te nemen”, aldus Bert Pannekeet, directeur Omgevingsdienst IJmond. “In deze gecombineerde aanpak van handhaving en ontzorging nemen we ook nadrukkelijk zonnepanelen mee. Het is van groot belang dat we de enorme opwek potentie van al die bedrijfsdaken gaan benutten”, vult wethouder Bart Heller uit Hilversum aan.

In Noord Holland gaat het om 15.000 bedrijven met een wettelijke besparingsplicht. De provincie is het bevoegd gezag voor het toezicht op grotere bedrijven, ongeveer 150. Gemeenten zijn dat voor de overige bedrijven met een wettelijke besparingsplicht. Op de grootste bedrijven in Noord-Holland houdt het Rijk toezicht. Deze vallen niet onder het Energiebesparingsakkoord.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Een driejarige samenwerking tussen FrieslandCampina en Danone heeft geleid tot een reductie van ruim 17% in de uitstoot van broeikasgassen¹. Deze reductie is gerealiseerd door melkveehouders van FrieslandCampina die duurzame landbouwpraktijken en groene-energieprojecten implementeerden. Dit is toegepast voor zuivelingrediënten die specifiek aan Danone worden geleverd. FrieslandCampina gebruikte de KringloopWijzer om de voortgang van de duurzame landbouwpraktijken te volgen. Deze uitgebreide monitoringtool wordt door bijna 10.000 leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina gebruikt en geeft boerderijspecifieke inzichten, zoals de omvang van hun ecologische voetafdruk.

FrieslandCampina en Danone werken beide aan een duurzamer voedselsysteem en hebben uitgebreide duurzaamheidsprogramma’s om hun milieu-impact te verminderen. Beide bedrijven hebben zich gecommitteerd aan het bereiken van ‘net zero’, als een van hun klimaatdoelen, en aan het verbeteren van de bodemgezondheid en biodiversiteit. Een van de manieren om deze doelen te bereiken is door regeneratieve landbouwpraktijken. FrieslandCampina en Danone willen boeren ondersteunen op de reis naar een duurzamere toekomst, wat heeft geleid tot deze samenwerking.

Klimaatneutraal en natuurpositief

Simone Boitelle, Director Global Corporate Affairs FrieslandCampina: “Al meer dan 150 jaar gelooft FrieslandCampina in samenwerking om resultaten te behalen. En deze samenwerking is daar weer een mooi voorbeeld van. Boeren ondersteunen om melk te produceren in balans met de natuur, is de sleutel tot een duurzamere, klimaatneutrale en natuurpositieve toekomst. Ik ben enorm trots op onze leden-melkveehouders die dit mogelijk maken, zij verdienen het podium voor deze sterke resultaten!”

Yann-Gaël Rio, Danone’s Global Vice-President voor Natuur & Landbouw, voegt hieraan toe: “Duurzame melkveehouderij is een topprioriteit in Danone’s reis naar het bereiken van ‘netto nul’ uitstoot. Dit partnerschap toont aan dat we door het combineren van onze expertise de toepassing van regeneratieve landbouwpraktijken kunnen versnellen om de klimaatimpact van de melkveehouderij te helpen verminderen. Hoewel dit een geweldige stap is, moet er nog meer worden gedaan en we kijken ernaar uit om meer boeren te ondersteunen bij deze transitie en verlengen deze samenwerking met nog eens drie jaar.”

Wat deden de FrieslandCampina-melkveehouders?

Afhankelijk van het type bedrijf kunnen melkveehouders verschillende maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De effecten van de geïmplementeerde maatregelen werden gevolgd via de KringloopWijzer. Enkele voorbeelden van de genomen maatregelen zijn:

  • Meer eiwit geoogst van hun eigen landbouwgrond, waardoor de impact van het inkopen van voer van ver weg nog verder wordt verminderd;
  • Optimaliseren van het rantsoen van de koe: het handhaven van een uitgebalanceerd voedzaam rantsoen dat de gezondheid en het welzijn van de dieren ondersteunt en tegelijkertijd de enterische methaanuitstoot vermindert;
  • Energiemaatregelen: opwekking van groene stroom door gebruik van zonnepanelen, windmolens en mestvergisters; het vermijden van fossiele brandstoffen door biobased diesel en/of het verminderen van het energieverbruik (bijvoorbeeld door het terugwinnen van warmte uit melkkoeling). Daarnaast wekken de mestvergisters niet alleen duurzame elektriciteit op, maar dragen ze ook bij aan de vermindering van de methaanemissie door mestopslag. De groene stroom van de leden wordt ingezet voor de productielocaties van FrieslandCampina.

Volgende stappen op weg naar regeneratieve landbouw

De positieve resultaten van deze samenwerking waren voor Danone en FrieslandCampina aanleiding om de samenwerking met nog eens drie jaar te verlengen. De twee bedrijven zullen zich samen blijven inspannen om de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de productie van ingrediënten afkomstig van FrieslandCampina met nog eens ruim 7% te verminderen. Dit zou in de loop van de meerjarige samenwerking resulteren in een totale reductie van de broeikasgasemissie van bijna 25%. De komende jaren zetten FrieslandCampina en Danone hun gezamenlijke inspanningen onverkort door voor innovatieve oplossingen om de transitie naar regeneratieve landbouw op te schalen en te versnellen.

¹ 17,6% broeikasgasreductie is gerealiseerd in de periode 2015-2020 en gemeten met de KringloopWijzer

Foto: Simone Boitelle, Director Global Corporate Affairs FrieslandCampina (l), Yann-Gaël Rio, Danone’s Global Vice-President voor Natuur & Landbouw (m) en lid-melkveehouder Edwin Daatselaar (r)

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

ABB en Coolbrook hebben een intentieverklaring ondertekend om een strategisch partnerschap aan te gaan voor de introductie van Roto Dynamic Reactor (RDR)-technologie. Doel van deze intentieverklaring is om de implementatie van de RDR-technologie te versnellen in de (petro)chemische industrie en commercieel aantrekkelijker te maken. Deze technologie zal de uitstoot van broeikasgassen in stoomkraakinstallaties drastisch beperken. De overeenkomst zal leiden tot een combinatie van de innovatieve elektrisch aangedreven RDR-technologie van Coolbrook en de geïntegreerde energieoplossingen die door ABB ontwikkeld zijn. Deze toepassingen zijn bedoeld voor de (petro)chemische industrie.

Olefinen, zoals ethyleen en propyleen, zijn de belangrijkste grondstoffen die in de chemische industrie worden gebruikt voor met name de productie van polymeren. De voornaamste technologie voor de productie van olefinen is momenteel het stoomkraken door pyrolyse (thermische ontleding) bij hoge temperatuur van hoofdzakelijk koolwaterstofgrondstoffen, verdund met stoom in een zogeheten kraakinstallatie.

De nieuwe RDR-technologie van Coolbrook kan de energie-intensieve, conventionele kraakinstallaties vervangen door de mechanische energie van de rotoras rechtstreeks over te brengen op de koolwaterstofvloeistof. Dit wordt bereikt door aërodynamische werking via roterende bladstroom. Wanneer dit proces wordt aangedreven met elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, is het mogelijk de broeikasgasemissies in het stoomkraakproces met 100 procent (dus volledig) te reduceren. De Coolbrook-technologie kan worden gebruikt met verschillende grondstoffen, waaronder gerecyclede en hernieuwbare grondstoffen. Recent werd op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen de eerste steen gelegd voor de pilot plant waar de RDR-technologie nader zal worden ontwikkeld.

De operationele processen van de RDR-technologie worden dankzij de samenwerking geoptimaliseerd door de hoogwaardige expertise van ABB in automatisering, elektrificatie en digitalisering. ABB zal de energie-efficiëntie van de RDR-technologie verder verbeteren door de integratie van haar elektrische motoren en frequentieregelaars. Hierdoor wordt implementatie van de RDR-technologie laagdrempeliger en kan de petrochemische industrie hun ambitie om uitstoot drastisch terug te brengen, sneller waarmaken.

Het rapport “Tracking Energy 2021” van de International Energy Agencies (IEA) illustreert dat de wereldwijde CO2-uitstoot van chemische en petrochemische processen 1,2 miljard ton bedroeg in 2020. Het elektrificeren van procesindustrieën zal de CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen: dit draagt bij aan de belofte die ABB gedaan heeft om haar klanten te ondersteunen bij het verminderen van hun jaarlijkse CO2-uitstoot met 100 miljoen ton in 2030.

Ilpo Kuokkanen, Executive Chairman van Coolbrook: “Coolbrook heeft zich tot doel gesteld een sterk en uitgebreid ecosysteem op te bouwen rond de RDR-technologie om deze voor de industrie zo snel mogelijk commercieel toepasbaar te maken. ABB wordt een belangrijke partner in dat ecosysteem en heeft het potentieel om het proces aanzienlijk te versnellen. Onze RDR-technologie en de technologie  van ABB vullen elkaar perfect aan. Samen bieden ze een unieke elektrische, koolstofvrije oplossing voor een van de grootste industriële processen ter wereld”.

Voor de industrie betekent het partnerschap dat zij vanaf de FEED-fase worden ondersteund in het totaalaanbod van Coolbrook/ABB. Dit omvat o.a. RDR-pakketten, elektromotoren en -aandrijvingen, automatisering, veiligheid, stroomdistributie, instrumentatie en analyzers, conditiebewaking en volledige digitalisering. Als gevolg daarvan zal de (petro)chemische industrie profiteren van hogere operationele opbrengsten, lagere bedrijfskosten, eenvoudiger onderhoud, lagere kapitaalkosten en daarmee ook hogere winstmarges.

Colin Ward, Senior Vice President voor ABB Energy Industries Chemicals & Refining, voegt hieraan toe: “Elektrificatie van stoomkrakers in de ethyleenproductie biedt de mogelijkheid om de emissies in deze processen wereldwijd met 300 miljoen ton per jaar te verminderen. ABB werkt samen met partners aan duurzame oplossingen om onze klanten in staat te stellen hun broeikasgasemissies, afval en energieverbruik te verminderen en tegelijkertijd de energietransitie in de wereld op verantwoorde wijze te ondersteunen.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Logistiek dienstverlener TSN Groen en de gemeente Leiderdorp winnen de EZK Energy Award 2021. TSN Groen is binnen haar branche koploper op het gebied van verduurzaming en maatschappelijke betrokkenheid. Leiderdorp kreeg de eervolle award voor gemeenten. 

TSN Groen onderscheidt zich het meest door hun duurzame energieopwekking en duurzame bedrijfsvoering. De gemeente Leiderdorp stuurt opvallend actief en succesvol op energiebesparing bij bedrijven. Het bedrijf en de gemeente namen de award op 27 januari 2022 in ontvangst uit handen van juryvoorzitter Esther Pijs, directeur Warmte en Ondergrond bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

Geldprijs van € 25.000

Op donderdag 27 januari nam Andries Vlot, directeur en eigenaar van TSN Groen, de award in ontvangst. Samen met de geldprijs van € 25.000. Namens de gemeente nam wethouder Rik van Woudenberg de award in ontvangst. Hij ontving als prijs een Flower Turbine. Dit is een kleine windmolen waaraan onder andere elektrische fietsen kunnen opladen. De uitreiking gebeurde tijdens het online EZK-evenement: Partners in energie-uitdagingen.

Jaarlijks wordt de EZK Energy Award uitgereikt aan organisaties die zich positief weten te onderscheiden in energiebesparing, duurzame opwekking van energie en/of hernieuwbare warmte. Dit jaar reikte Esther Pijs, directeur Warmte en Ondergrond bij het ministerie van EZK, de award voor de tweede keer uit aan een gemeente. EZK stelt de prijzen beschikbaar.

TSN Groen: gedreven koploper

Juryvoorzitter Esther Pijs: ”De combinatie van duurzame energieoplossingen, sociale betrokkenheid en gedrevenheid gaf dit jaar de doorslag. TSN Groen is een koploper op het gebied van verduurzaming én maatschappelijke betrokkenheid. Het bedrijf heeft een eigen zonnepark met 3.150 zonnepanelen, dat het eigen wagenpark van 60 elektrische voertuigen van stroom voorziet. Daarnaast bouwen ze dieselvoertuigen om naar elektrische auto’s. Maar ook stimuleren ze de groei van flora en fauna voor een betere leef- en werkomgeving. De medewerkers spelen hierbij een centrale rol. Het is een mooi voorbeeld van de 3P’s: People, Planet en Profit. Het enthousiasme werkt heel inspirerend.”

Leiderdorp: meest actieve en succesvolle gemeente in energiebesparing

Gemeente Leiderdorp kreeg de eervolle EZK Energy Award Gemeenten 2021. “Leiderdorp draagt opvallend actief en succesvol bij aan verduurzaming. Samen met de Omgevingsdienst West-Holland stimuleert de gemeente bedrijven om energie te besparen én hierover te rapporteren”, legt juryvoorzitter Esther Pijs uit. In de Zuid-Hollandse gemeente voldoet dan ook landelijk het hoogste percentage bedrijven (91%) aan de informatieplicht energiebesparing.

Wethouder Rik van Woudenberg nam de prijs in ontvangst. “Ik zie het als een beloning voor onze inspanningen van de afgelopen jaren op het gebied van duurzaamheid. Mede dankzij de belangrijke inbreng van onze samenwerkingspartners, bedrijven en inwoners”, aldus wethouder Rik van Woudenberg. “Samen werken wij aan een toekomst zonder aardgas. Dat doen wij onder andere met inwoners, ondernemers, EnergieAmbassadeurs, coöperatie Zon op Leiderdorp en Omgevingsdienst West-Holland”.

Mol Freesia en Mijnwater genomineerd

Naast de winnaars waren Mol Freesia en Mijnwater genomineerd. Bloemkwekerij Mol Freesia BV viel dit jaar op door de combinatie van technieken die ze gebruiken voor het duurzaam kweken van Freesia’s. Energiebedrijf Mijnwater trok de aandacht door de unieke toepassing van een warmtenet in de voormalige mijnen. De toepassing is een inspiratie voor toekomstige aquathermieprojecten.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Governments and companies worldwide are pledging to achieve net-zero emissions of greenhouse gases. What would it take to fulfill that ambition? In a new report, McKinsey looks at the economic transformation that a transition to net-zero emissions would entail—a transformation that would affect all countries and all sectors of the economy, either directly or indirectly. McKinsey estimates the changes in demand, capital spending, costs, and jobs, to 2050, for sectors that produce about 85 percent of overall emissions and assess economic shifts for 69 countries.

Achieving net zero would mean a fundamental transformation of the world economy, as it would require significant changes to  the seven energy and land-use systems that produce the world’s emissions: power, industry, mobility, buildings, agriculture, forestry and other land use, and waste. To bring about these changes, nine key requirements (encompassing physical building blocks, economic and societal adjustments, and governance, institutions, and commitment) would need to be fulfilled against the backdrop of many economic and political challenges.

This means addressing dozens of complex questions, including: what is the appropriate mix of technologies that need to be deployed to achieve emissions reductions while staying within a carbon budget, limiting costs, and delivering required standards of performance? Where are supply chain and infrastructure bottlenecks most likely to occur? Where might physical constraints, whether related to the availability of natural resources or the scale-up of production capacity, limit the pace of the transition? What levels of spending on physical assets would the transition require? Who would pay for the transition? How would the transition affect companies’ markets and operations? What would it spell for workers and consumers? What opportunities and risks would it create for companies and countries? And how could consumers be encouraged to make changes to consumption and spending habits that will be necessary to ensure the transition?

In this report, McKinsey attempts to answer some of these questions, namely, those pertaining to the economic and societal adjustments. McKinsey provides estimates of the economic changes that would take place in a net-zero transition consistent with 1.5°C of warming. McKinsey seeks to build and expand upon the vast external literature on the net-zero transition, in order to offer a more detailed and granular view of the nature and magnitude of the economic changes that it would entail. As a result, our estimates of the annual spending on physical assets for a net-zero transition exceed to a meaningful degree the $3 trillion–$4.5 trillion total spending estimates that previous analyses have produced.

The full report, The net-zero transition: What it would cost, what it could bring, as well as a PDF summary, can be downloaded for free here.

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Amsterdam Business School van de UvA en analytics en technologiebedrijf ORTEC hebben in samenwerking met Professor Bertsimas van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) het Analytics for a Better World Institute (ABW) opgericht. Het instituut gaat samen met NGO’s, overheden en non-profitorganisaties wereldwijde problemen als klimaatverandering, honger, armoede, ontbossing en het uitsterven van flora en fauna helpen aanpakken met behulp van data en analytics.

Data-analyse via algoritmes en kunstmatige intelligentie wordt met succes toegepast door allerlei commerciële bedrijven, bijvoorbeeld in de logistiek en de reclamewereld. In die sectoren heeft het de prestaties met 10% tot 15 % verbeterd. ABW werkt op non-profit basis en wil diezelfde technieken gaan inzetten voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Als die effecten vertaald kunnen worden naar de non-profitsector, dan kan dat grote impact hebben. Zo geeft Nederland jaarlijks 5 miljard euro uit aan ontwikkelingshulp. Als er een prestatieverbetering van 10% tot 15% gehaald zou kunnen worden, zou er voor 600 miljoen meer hulp geboden kunnen worden.

Voorbeelden zijn er te over. Data-modellen kunnen ook ingezet worden om satellietbeelden van illegale ontbossing beter te analyseren, zodat er snel op gereageerd kan worden. Door het analyseren van weersvoorspellingen en historische impactgegevens kunnen de gevolgen van orkanen beter in beeld worden gebracht en kunnen hulporganisaties sneller de benodigde hulp leveren op de juiste plek.

Met voorspellende algoritmes konden onderzoekers helpen met het versnellen van klinische proeven tijdens het ontwikkelen van het COVID-19 vaccin, waardoor het vaccin veel sneller op de markt kwam en zo duizenden extra levens gered werden. Door efficiënter om te gaan met voedselhulp kunnen miljoenen monden extra gevoed worden. Betere bodemanalyse via machine learning verbetert de opbrengsten van landbouw in Afrikaanse landen.

Mede-initiatiefnemer Dick den Hertog, hoogleraar Operations Research aan de Universiteit van Amsterdam, is al jaren bezig met de toepassing van analytics voor duurzame VN-doelen. Met zijn datamodellen hielp hij de Wereldbank om in Oost-Timor en Vietnam de beste plekken voor medische centra te lokaliseren, zodat mensen dichtbij toegang kregen tot medische zorg tegen zo laag mogelijke investeringen. Hij werkte mee aan een onderzoek voor UNHRD om de locaties van hun depots te optimaliseren, zodat bij een ramp de hulpgoederen zo snel mogelijk geleverd kunnen worden. In het kader van klimaatadaptie berekende hij voor de Nederlandse overheid de benodigde hoogte van dijken om mensen te beschermen tegen overstromingen van rivieren. Daarmee werd een bedrag van 8 miljard euro bespaard.

Den Hertog werd getriggerd na het lezen van twee boeken: ‘Excellence without a Soul’ en ‘Weapons of Math Destruction’. Het eerste houdt een pleidooi om het universitair onderwijs meer inspirerend en betekenisvol te maken, het tweede toont hoe data-science ook een zwarte kant heeft en juist nadelige gevolgen kan hebben voor de maatschappij. ,,Hierdoor kwam ik tot de slotsom dat het misschien beter is om al die knappe koppen en data-science in te zetten voor een betere wereld”, vertelt hij. Dimitris Bertsimas, hoogleraar Business Analytics aan het MIT, dacht daar hetzelfde over en samen startten ze een onderzoeksthema, cursussen en seminars op MIT en de UvA. Om het meer schaalbaar en nog impactvoller aan te pakken betrokken ze marktpartijen als internationaal analytics en technologiebedrijf ORTEC erbij en werd ABW-instituut opgericht.

De bedoeling is dat NGO’s, overheden, non-profitorganisaties, bedrijven en charitatieve instellingen over de hele wereld zich aansluiten en gebruik gaan maken van de kennis en ervaring van ABW. Het instituut heeft geen winstoogmerk: inkomsten worden meteen verder geïnvesteerd ter ondersteuning van de missie van ABW. Zo komt er een gratis en openbaar beschikbare, digitale marktplaats met oplossingen en tools, waar NGO’s kunnen rondkijken en oplossingen die elders goed hebben gewerkt kosteloos kunnen hergebruiken. Dat helpt ze kosten te besparen en sneller resultaat te boeken. De ABW-academy gaat zomer- en winterscholen organiseren voor NGO-medewerkers om ze te leren omgaan met data en analytics. Daarnaast gaat ABW onderzoek doen, een wetenschappelijke tijdschrift starten en seminars organiseren.

,,Ik geloof dat dit instituut kan bijdragen aan het oplossen van de grote uitdagingen waar de mensheid voor staat”, zegt directeur Robert Monné van ABW. ,,We hebben al de enorme waarde gezien die analytics kan hebben voor commerciële organisaties. De tijd is nu rijp om deze kracht te gebruiken om deze problemen op te lossen.”

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Bij bbn adviseurs leeft er onder de circa 130 collega’s een intrinsieke motivatie om duurzame stappen te zetten. De lat voor de eigen bedrijfsvoering ligt dan ook hoog: een CO2-neutrale, circulaire en klimaatadaptieve bedrijfsvoering. ‘Een CO2-neutrale bedrijfsvoering in 2030 was al langer een van onze doelen,’ zegt Arne Balvers, directeur van bbn adviseurs bij de presentatie van het jaarverslag duurzaamheid 2021, ‘maar het blijkt dat we dit doel vijf jaar eerder bereiken. Door flink te investeren in een volledig elektrisch wagenpark, door duurzame kantoorhuisvesting en door compensatie via Ecotree is onze bedrijfsvoering al in 2025 volledig CO2-neutraal.’

Duurzaam advies

Om eraan bij te dragen de wereld een betere plek te maken, heeft bbn zich geïdentificeerd met zes van de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Voor deze SDG’s verwacht bbn de meeste impact te kunnen maken via de circa 400 projecten die het adviesbureau jaarlijks start in opdracht van gemeenten, beleggers, ontwikkelaars en onderwijs- en zorgorganisaties. In het kort komt het erop neer dat bbn al deze opdrachtgevers wil overtuigen om 100 % duurzame energie te gebruiken, om projecten circulair te maken en om bij bouwplannen mens, natuur en dier een duidelijke plek te geven.

Meetbaar maken

Dit overtuigen lukt door de kennis en ervaring van bbn met het doorrekenen van de kosten en opbrengsten van duurzame ambities. Zo heeft bbn bij de sloop van het raadhuis van Haarlemmermeer de gemeente geholpen bij het organiseren en meetbaar maken van een circulaire aanbesteding van de ontmanteling van het gebouw. En bij de plannen van woningcorporatie Rijswijk Wonen en ontwikkelaar Synchroon heeft bbn met rekenmodellen inzicht kunnen geven in de financiële gevolgen van verduurzamingsopties als groene daken, circulariteit, houtbouw en energieverbruik.

Klimaatakkoord

Balvers: ‘Dit is voor de tweede keer dat we een Jaarverslag Duurzaamheid publiceren. Het is een belangrijk hulpmiddel gebleken om onze duurzame ambities scherp te stellen en zo onze doelen te realiseren. Uiteindelijk willen we op deze manier vanuit de bouwsector een belangrijke positieve bijdrage leveren aan het Klimaatakkoord en aan een volledig circulaire economie in 2050.’

Lees meer over de duurzame ambities van bbn in het Jaarverslag Duurzaamheid 2021

Share Button

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Simon Lévelt neemt zijn verantwoordelijkheid voor de negatieve klimaatimpact van de koffieketen serieus. Terecht zou je kunnen zeggen, nu Nederlanders met een gemiddelde van 8,3 kilo koffie per jaar ’s werelds grootste koffiedrinkers zijn.* De impact van koffie schuilt in de CO2-uitstoot die gepaard gaat bij het transport en de productie. Daarnaast heeft er de afgelopen twintig jaar veel boskap plaatsgevonden ten behoeve van koffieplantages. Door deze uitstoot over de gehele keten in kaart te brengen, stevig te reduceren en alle rest te compenseren mag Simon Lévelt vanaf deze maand al zijn koffie klimaatneutraal bestempelen. De koffie van het Nederlandse koffie- en theelabel is officieel gecertificeerd door een onafhankelijke instantie voor de Climate Neutral Standard en draagt voortaan het ‘Climate Neutral Certified’-keurmerk. Dit is een belangrijke stap voor het bedrijf, dat elke en alle volgende generaties premium kwaliteit biologische koffie wil bieden.

De ingrediënten van het keurmerk

De certificering ging niet over één nacht ijs. Om het klimaatneutrale keurmerk te bemachtigen moet een organisatie inzicht hebben in de CO2-uitstoot over de gehele keten en doelgericht reduceren en compenseren. Voor koffie betekent dat inzicht in alle stappen van koffieplant, -boon en boer tot transport en verpakking. Bert Jongsma, directeur van Simon Lévelt: “We zijn intensief bezig geweest om het keurmerk, deze bekroning, in ontvangst te mogen nemen.” Het bedrijf begon bij het in kaart brengen van de volledige CO2-footprint van hun koffieketen. Op basis hiervan is een reductieplan met een lokale aanpak opgesteld: van verduurzamingsprojecten van landbouw in het land van oorsprong tot een energiezuinig koffierooster in de branderij in Haarlem. Als derde stap zijn CO2-certificaten aangekocht tot en met 2023 om de rest van de verwachte footprint te compenseren.

Stappenplan Simon Lévelt Climate Neutral Certified-keurmerk

1. CO2-voetafdruk 

Met behulp van een geverifieerde rekenmodule is de volledige cradle-to-shelf CO2-voetafdruk van Simon Lévelt koffieketen in kaart gebracht. Dit betekent dat de totale milieubelasting voor de koffie is berekend vanaf de plantage tot en met een verpakt product in de winkel.

2. Reductie 

Op basis van de in kaart gebrachte CO2-voetafdruk is een reductieplan opgesteld. Dit komt neer op 25% vermindering van greenhouse gas-uitstoot in 2030. Het plan heeft een lokale focus en omhelst bijvoorbeeld projecten zoals schaduwbeplanting op plantages in het land van oorsprong en het gebruik van een energiezuinige koffierooster in de Nederlandse branderij.

3. Compensatie

Als laatste stap heeft Simon Lévelt voor de komende drie jaar afspraken gemaakt met compensatiepartners. Dat zijn door Climate Neutral Group geselecteerde partners zoals Foresty herbebossings- initiatieven van REDD en Cookstove-projecten volgens de Gold Standard.  Deze partners voeren CO2-verlagende projecten uit in de landen waar Simon Lévelt koffie inkoopt.

[ad_2]

Source link

Berichten paginering