[ad_1]

De eerste duurzaamheidsmijlpaal van T-Mobile is behaald: vanaf heden koopt de telecomprovider geen gebruiksartikelen van nieuw plastic meer in voor haar Supply Chain. De liggende voorraad waar nog nieuw plastic in is verwerkt wordt zo snel mogelijk opgemaakt. In januari 2022 begon de uitfasering van de inkoop van nieuw geproduceerd plastic met als doel volledig plasticvrij te zijn op het gebied van inkoop in 2025. Dit ging echter een stuk sneller dan van tevoren gedacht, waardoor dit doel dit jaar al gerealiseerd is, drie jaar eerder dan gepland. Een prestatie waar de provider trots op is.

Bij T-Mobile staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Daarom is het ook niet meer dan logisch dat de telecomprovider zich ook dit jaar heeft aangesloten als Klimaatsupporter tijdens de Nationale Klimaatweek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Gedurende deze week staat de telecomprovider nog eens extra stil bij haar duurzaamheidsdoelen en projecten. Zo heeft de provider in 2022 bijvoorbeeld de Eco-SIM ingevoerd en is zij een samenwerking aangegaan met het SBTi om de klimaatdoelen van de organisatie te onderzoeken. Eén van deze doelen was om in 2025 de inkoop van gebruiksartikelen van nieuw plastic binnen de Supply Chain te stoppen en dat is gelukt. Door onder andere nu al verpakkingen dicht te plakken met papieren tape in plaats van plastic, opvulbubbels in pakketten te vervangen door gerecycled papier en de plastic wraps van grote pallets te vervangen door een duurzaam alternatief van houtpulp is de telecomprovider voor 2025 al volledig vrij van nieuw plastic.

Verantwoordelijkheid

De uitfasering van plastic in de Supply Chain draagt bij aan de doelstellingen die T-Mobile vorig jaar april presenteerde tijdens de lancering van ‘Connect to Change’. In dit plan omschrijft de telecomprovider hoe zij een bijdrage levert aan een klimaatvriendelijke samenleving en de reductie van haar CO2 footprint. Het uitfaseren van nieuw geproduceerd plastic is hierin één van de vele stappen. Gero Niemeyer, Financieel Directeur van T-Mobile Nederland en ambassadeur van het T-Mobile Sustainability programma geeft aan: “We hebben weer een nieuwe stap gezet richting onze duurzaamheidsdoelen en wát voor een stap. Iedereen heeft ontzettend hard gewerkt om de best mogelijke alternatieven te vinden voor nieuw plastic. Ik ben heel trots op onze organisatie. Het is nu zaak om deze lijn door te trekken. Op naar het volgende groene project!”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het besparingspotentieel van de Nederlandse industrie is gelijk aan jaarlijkse gasverbruik ruim 1,2 miljoen huishoudens. Dit is met relatief eenvoudige ingrepen te realiseren. Dit blijkt uit onderzoek door Berenschot naar de energiebesparingsmogelijkheden in de industrie, in opdracht van Natuur & Milieu. ‘Hier ligt een kans voor de korte termijn, zónder grote procesaanpassingen, die topprioriteit moet krijgen’, aldus Natuur & Milieu.

De industrie is de sector met het hoogste gasverbruik in Nederland, met zo’n 30% van het totaal. De chemische industrie, en in het bijzonder de kunstmestproducenten, zijn daarbinnen grootverbruikers, blijkt uit de analyse van Berenschot. Er zijn diverse mogelijkheden om snel het aardgasverbruik van de industrie te verminderen, zonder dat ingrijpende aanpassingen in het productieproces nodig zijn. Bedrijven laten die kans nu vaak nog liggen en verzaken voor een belangrijk deel hun wettelijke energiebesparingsplicht. Een aantal van deze relatief eenvoudige ingrepen zijn hergebruik van warmte en isolatiemaatregelen.

Directeur programma’s van Natuur & Milieu Rob van Tilburg: ‘Door middel van een aantal ingrepen is het aardgasverbruik dus in elk geval 16% omlaag te brengen. Hiervoor hoeft niet eens het productieproces te worden stilgelegd. Het is echt laaghangend fruit. Bovendien is het in het kader van de uitgebreide energiebesparingswetgeving vanaf volgend jaar voor alle bedrijven verplicht.’

Het minste dat de industrie kan doen

Alleen al het hergebruik van warmte binnen de industrie kan evenveel aardgas besparen als het totale aardgasverbruik van alle huishoudens in de gemeente Utrecht. Van Tilburg: ’Energiebesparing moet nu eindelijk  topprioriteit krijgen. Met de hoge gasprijzen is het nu heel snel rendabel al het technisch potentieel aan besparing te verzilveren. Dit leidt tot een structurelere verduurzaming dan het tijdelijk stilleggen van productieprocessen, zoals nu gebeurt vanwege de gascrisis. De relatief eenvoudige ingrepen snel doorvoeren is het minste wat de industrie nu kan doen. Zo worden we minder afhankelijk van aardgas én stoten we minder CO2 uit.’

Verbeter handhaving

Met een combinatie van maatregelen op korte termijn is een CO2-besparing van 2,6 Mton mogelijk, vanuit een besparing van zo’n 1,5 miljard m3 aardgas, berekende Berenschot. Per 1 januari wordt de bestaande energiebesparingsplicht die al voor kleine bedrijven bestaat uitgebreid, waardoor vanaf dan ook grote bedrijven aan die plicht moeten voldoen. Van Tilburg: ‘Dat is een goede eerste stap, want door die uitzondering is er veel energie verloren gegaan. Maar is meer voor nodig, omdat handhaving complex blijft. Wij pleiten daarom voor een striktere energiebesparingsplicht met strengere normen. Verleg daarbij de bewijslast naar de bedrijven zelf. Dat betekent dat alle maatregelen genomen moet worden en een bedrijf zelf met argumenten moet komen wanneer het dit niet doet. Daarnaast helpt het als bedrijven kennis en best practices delen. De overheid kan dit faciliteren.’

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Brunel, wereldwijde dienstverlener op het gebied van kennis- en capaciteitsvraagstukken, kondigt aan dat het doel om een CO2-neutraal bedrijf te zijn is bereikt. Brunel heeft in het Environmental, Social and Governance (ESG)-beleid verschillende initiatieven opgenomen die bijdragen aan een gezondere planeet en een betere toekomst voor komende generaties. De organisatie ontplooit meerdere initiatieven die stap voor stap bijdragen aan een duurzamere wereld, waaronder het elektrificeren van het leasewagenpark, het overschakelen op groene stroom in alle kantoren wereldwijd en investeringen die leiden tot minder gasverbruik. Ook motiveert Brunel haar medewerkers om bewust te reizen en te kiezen voor duurzame vormen van mobiliteit. Inmiddels worden alle initiatieven wereldwijd ondersteund door Brunels netwerk van meer dan 12.000 specialisten in meer dan 40 landen.

Duurzame initiatieven

Daarnaast ondersteunt Brunel de energietransitie. Mede door de overname van Taylor Hopkinson in december 2021 zijn Brunels inkomsten in hernieuwbare energie op jaarbasis met bijna 300 procent gestegen. Hiermee verstevigt Brunel haar positie als wereldleider op het gebied van wervings- en contractoplossingen van hernieuwbare energie.

“Dat we onszelf nu wereldleider op het gebied van wervings- en contractoplossingen van hernieuwbare energie mogen noemen is een fantastisch resultaat van alle inspanningen”, licht Jilko Andringa, CEO bij Brunel International N.V., toe. “Wij geloven erin door onze kennis te delen de uitdagingen in de maatschappij samen met onze partners aan te kunnen. Dat we als Brunel de mogelijkheid hebben om zo’n grote impact te maken op de transities in de wereld maakt mij trots. Onze focuspunten voor volgend jaar zijn onder andere thema’s als energie, energietransities en hernieuwbare energiebronnen. Hier ligt onze kracht en zien we volop kansen. Ik zie de toekomst positief tegemoet en verwacht deze succesvolle koers verder voort te zetten.”

Projecten om onvermijdelijke emissies te compenseren

Om de onvermijdelijke emissies te compenseren ondersteunt Brunel drie projecten gebaseerd op gemeenschap, natuur en technologie. Eén van deze projecten is het hernieuwbare waterkrachtinitiatief op het eiland Sumatra. In de binnenlanden van Sumatra genereert de rivier Musi schone energie voor het stroomnet via verschillende waterkrachtprojecten. Deze projecten zorgen voor banen op lokaal niveau en voor inkomsten. Daarnaast komen er gelden vrij om de infrastructuur te verbeteren en om herbebossing te financieren.

Brunel Foundation Forest

Als wereldwijde speler voelt Brunel de maatschappelijke verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de energietransitie. Om een extra positieve impact op de wereld te kunnen maken is de Brunel Foundation tien jaar geleden opgericht. De foundation doet dit onder meer door bewustwording te creëren voor de waarde van bomen. Wat begon in juli 2021, toen de Brunel Foundation samen met EcoMatcher duizend bomen plantte in Thailand, is vandaag de dag uitgegroeid tot een enorm bos van ruim 16.000 bomen over de hele wereld. Dit grote aantal extra bomen is het resultaat van het initiatief van Brunel om al haar 12.000 medewerkers in juni 2022 een boom cadeau te geven in het Brunel Foundation Forest. Ook plant Brunel voor iedere nieuwe medewerker een boom om de verdere groei van het bos voort te zetten. Elke medewerker kan zijn of haar boom virtueel bezoeken via de speciale website en komt zo meer te weten over de boom en de lokale plantverzorger.

Tot nu toe is er al 225.000 kg CO2 opgenomen en dit bos neemt in totaal 4 miljoen kg CO2 op. EcoMatcher werkt samen met zorgvuldig geselecteerde boomplantorganisaties in landen die worden geconfronteerd met intensieve ontbossing. Voor Brunel Nederland zijn er bomen in Buthan en Kenia geplant. Het bos draagt bij aan een beter klimaat en meer biodiversiteit.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Tijdens de Nationale Klimaatweek presenteert Harm Edens Het Grote Groene Idee. In het programma zetten Kim Lammers, Ramon Beuk, Tom Middendorp, Ruben van der Meer en Ricky Koole verbazingwekkende en creatieve uitvindingen in de spotlight waarmee we iets kunnen bijdragen aan een beter klimaat. Aan de science desk zitten futorologist Jacintha Scheerder en wetenschapsjournalist Diederik Jekel die duiden welke positieve impact de verschillende ideeën hebben op het klimaat.

Voormalig hockey international Kim Lammers laat zien wat we anders kunnen doen als het aankomt op onze kleding. Kok en kookboekenschrijver Ramon Beuk richt zich in het programma op duurzaam voedsel. Tom Middendorp heeft als Commandant der Strijdkrachten veel conflicten de revue zien passeren. Verreweg de grootste uitdaging? Klimaatverandering. Omgedoopt tot Klimaatgeneraal zet hij zich met veel passie in voor een beter klimaat met een mooi project rond water. Hij brengt een groot groen idee mee waarmee flink wat energie bespaart kan worden. Acteur/cabaretier Ruben van der Meer toont samen met actrice/zangeres Ricky Koole hoe we op verschillende manieren aanzienlijk minder huishoudelijk afval in huis kunnen halen.

Harm Edens: “Dat we samen een betere wereld moeten maken wordt steeds duidelijker. Gelukkig hoeven we niet te wachten op de wereldleiders en de multinationals, die veel te langzaam gaan. Zelf kunnen we namelijk ook heel veel doen. Elke goede keuze die we maken kan grote gevolgen hebben. Dus hebben we grote groene ideeën nodig, en gelukkig zijn die er genoeg. Hoe kan het beter qua kleding, voedsel, energie en afval? Je ziet het in Het Grote Groene Idee.”

Om de ecologische voetafdruk van het programma te minimaliseren zijn er decorstukken van Maestro, Zondag met Lubach en Holland’s Got Talent geleend om de set mee te verrijken en verfraaien. Een samenwerking die goed laat zien hoe belangrijk iedereen het vindt om na te denken over het klimaat.

Het Grote Groene Idee is een coproductie van HUMAN en CCCP TELEVISIE.

Het Grote Groene Idee, donderdag 3 november, 21.30 uur, HUMAN, NPO 1

Meer informatie

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Hyper-efficiënte elektrische auto’s kunnen een positieve bijdrage leveren aan de energietransitie én de benodigde investeringen in de energie-infrastructuur met maar liefst 2,2 miljard euro verlagen. Dit blijkt uit een studie van Lightyear, PwC Strategy& en Stedin. Hyper-efficiënte auto’s, zoals de Lightyear 0 – een zogenaamde zonnewagen met zonnepanelen op het dak – dringen de energievraag terug en hebben zodoende minder impact op het elektriciteitsnet.

Oplossing voor investeringsuitdaging

Om de enorme opgave van de energietransitie te realiseren, is het cruciaal te kijken naar mogelijkheden om investeringen in hernieuwbare opwekcapaciteit, netverzwaringen en laadpunten te minimaliseren. Uit de studie van Lightyear, PwC Strategy& en Stedin blijkt dat, wanneer in 2040 het Nederlandse wagenpark voor 20 procent uit hyper-efficiënte EV’s bestaat, dit maar liefst 2,2 miljard euro aan investeringen in de energie-infrastructuur kan besparen in de periode 2022 tot 2040.

“De besparing wordt gerealiseerd doordat er minder, maar ook minder krachtige laadstations nodig zijn. En doordat deze EV’s zuiniger zijn in energieverbruik, wat resulteert in minder CO2-uitstoot en lagere investeringen voor elektriciteitsopwekking. Daarnaast zorgt de lagere energievraag ervoor dat de netten van de netbeheerders minder verzwaard hoeven te worden”, verduidelijkt Paul Nillesen, partner bij PwC Strategy&. “Hyper-efficiënte EV’s kunnen dus een aanzienlijke bijdrage leveren aan het oplossen van de investeringsuitdaging in de Nederlandse energie-infrastructuur.”

Hyper-efficiënte EV’s ontlasten energie-infrastructuur

Binnen de energietransitie is de elektrificatie van mobiliteit een belangrijke drijver om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Maar om het groeiende aantal elektrische voertuigen (EV’s) met bijbehorende laadpunten in het jaar 2040 van stroom te voorzien is meer dan 15 terawattuur (TWh) extra elektriciteit nodig.

Tom Selten van Lightyear: “15 TWh extra is veel, daarmee kun je zo’n 6 miljoen Nederlandse huishoudens een jaar lang van stroom voorzien. Hyper-efficiënte auto’s zijn echter 50 procent efficiënter dan de gemiddelde EV in de huidige markt en kunnen zo effectief helpen het elektriciteitsnet te ontlasten; bijdragen door een lagere energievraag. Deze auto’s zijn gebouwd voor netonafhankelijkheid, laden op door de zon of, indien nodig, een gewoon huishoudelijk stopcontact. Ze hoeven minder vaak op te laden door een actieradius van 700 km en ze vragen kortere laadsessies.”

Slimme data Stedin onderschrijven belang

We gebruiken met z’n allen steeds meer elektriciteit en leveren tegelijk steeds meer duurzaam opgewekte energie terug aan het net. Daarbij neemt het aantal EV’s in Nederland toe, onder andere door de fiscale voordelen van elektrisch rijden. Naar verwachting rijden er in 2040 zo’n 5,8 miljoen elektrische auto’s rond in Nederland en logischerwijs groeit het elektriciteitsverbruik mee.

Om dit te faciliteren en de energietransitie in Nederland te versnellen zijn de komende decennia enorme investeringen in de energie-infrastructuur nodig. Alleen al tot 2050 is naar verwachting een investering in het elektriciteitsnet nodig van 102 miljard euro*.

David Peters, Chief Transition Officer (CTO) bij Stedin: “Nu worden traditionele verbrandingsmotoren in auto’s vervangen door elektromotoren. Daarmee wordt de auto wel ‘zero emission’, maar de elektriciteit voor die auto moet nog steeds worden opgewekt en getransporteerd. Dit vraagt enorme vermogens van het net. Oplossingen om daar slimmer en flexibeler mee om te gaan, juichen wij dan ook ontzettend toe. Uit de studie van PwC blijkt dat hyper-efficiënte EV’s een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren in de beperking van pieken op het net, waardoor het net beter in balans blijft, er meer ruimte vrijkomt en er mogelijk voor miljarden euro’s minder aan maatschappelijk investeringen nodig zijn.’’

Om deze inzichten te krijgen, is gebruik gemaakt van een ‘digital twin’-model van het elektriciteitsnet van Stedin, waarvan de data zijn doorgetrokken naar de rest van Nederland. Alles over de studie van PwC weten? Lees de bevindingen: https://www.strategyand.pwc.com/nl/en/industries/energy-utilities/hyperefficient-evs.html

*Uit een eerdere studie van PwC bleek dat de drie grootste regionale netbeheerders en de beheerder van het landelijke hoogspanningsnetwerk tot 2050 gezamenlijk 102 miljard moeten investeren in het elektriciteitsnet en de regionale gasnetten. Het geld is nodig voor de aanleg van hoogspanningsverbindingen, ondergrondse kabels en transformatorstations. Ook is vanaf de Noordzee en aan de kust grootschalig transport nodig van elektriciteit uit windparken op zee. De jaarlijkse investeringen in het elektriciteitsnetwerk verdubbelen hiermee ten opzichte van de afgelopen tien jaar.

Foto: de Lightyear 0, een hyper-efficiënte elektrische auto met zonnepanelen op het dak

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Uitgeverij Haystack en The 2B Collective slaan de handen ineen met een unieke combinatie: een boek en een game. Na de succesvolle lancering van het boek De Klimaatalmanak hebben de uitgever en de ontwikkelaar van een online gamified leerplatform de lessen uit het boek vertaald naar interactieve challenges: quizvragen en acties die je kunt doen met behulp van het boek. Daarnaast is er een online community waarin mensen hun ervaringen en ideeën met elkaar kunnen delen. Dit maakt het leuk om te leren over klimaat en helpt om zelf in actie te komen na het boek gelezen te hebben. De game is zowel beschikbaar voor consumenten die het boek en de game kopen als voor bedrijven die een gamified leerprogramma met hun medewerkers willen doen.

The 2B Collective heeft samen met de Nederlandse co-editor Michel Porro het gamified leerprogramma ontwikkeld dat direct aansluit bij het boek De Klimaatalmanak: De Klimaatalmanak de game. De antwoorden op de vragen zijn te vinden door het boek te lezen en met de acties worden lezers aangezet tot verandering in hun dagelijks leven. Met dit spel worden ze uitgedaagd om niet alleen passief kennis op te nemen maar juist over te gaan tot actie. Daarnaast is er een online community waarin de spelers hun ideeën en oplossingen kunnen delen met anderen.

Een interactieve game maakt het lezen van De Klimaatalmanak niet alleen leuker, maar ook makkelijker. Het boek ‘De klimaatalmanak’ is onder leiding van initiatiefnemer Seth Godin geschreven door vrijwilligers uit de hele wereld. Ze beschrijven wat we weten over klimaatverandering: de oorzaken, de gevolgen en wat we eraan kunnen doen. De klimaatalmanak is de ultieme bron van feiten over klimaatverandering en het begin van een wereldwijde beweging om klimaatverandering aan te pakken.

De Klimaatalmanak i.c.m. de game is ook beschikbaar voor bedrijven om alle collega’s te activeren om in actie te komen voor het klimaat. Hier faciliteert The 2B Collective een enthousiast programma omheen. In zes weken leert de hele organisatie over klimaatverandering, de gevolgen ervan en manieren om hiernaar te handelen.

Meer informatie/bestellen

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Efteling wil klimaatneutraal zijn in 2030 en streeft ernaar om klimaatpositief te zijn in 2032. Onlangs plaatste het attractiepark een carportsysteem met 12.000 zonnepanelen op het parkeerterrein. Het is één van de initiatieven die een positieve impact heeft op het klimaat en voortkomt uit deze ambitieuze duurzaamheidsgedachte. Dit draagt bij aan het doel om de Efteling voor altijd te behouden en nóg mooier door te geven aan toekomstige generaties.

Duurzaam verwonderen

“Duurzaamheid is onderdeel van ons DNA sinds de oprichting van Stichting Natuurpark de Efteling. Vanuit die gedachte hebben we verschillende stappen gezet om onze natuur en omgeving te behouden en uiteindelijk mooier te maken”, vertelt Algemeen Directeur Fons Jurgens. “We hebben niet-duurzame verlichting bij de Hoofdentree en attracties vervangen door ledlampen. Ook hebben we elektrische bladblazers aangeschaft. De realisatie van het carportsysteem met zonnepanelen is onze grootste stap in de juiste richting op het gebied van duurzaamheid tot nu toe. Hiermee wordt straks in het totaal meer dan 20 procent van het jaarlijks energiegebruik zelf opgewekt. Het gaat om circa 4.755.000 kWh, wat vergelijkbaar is met een gemiddeld elektriciteitsverbruik van circa 1750 huishoudens. En daar blijft het niet bij: voor 2023 staat op de planning dat de gebouwen in het attractiegebied Anderrijk compleet gasloos worden door middel van een nieuw warmte-koudeopslag-systeem.”

Stichting Natuurpark de Efteling

Aan de wieg van de Efteling staat Stichting Natuurpark de Efteling, die in 1952 het Sprookjesbos opende. Nog altijd is deze stichting de enige aandeelhouder van de Efteling. Zij had een duurzame, maar ook maatschappelijke visie: ontspanning bieden in een natuurlijke omgeving aan de inwoners van de gemeente. Dit doel is door de jaren heen onveranderd gebleven en past bij de huidige visie van de Efteling waarin gasten een 9+ beleving ervaren in een natuurrijke en sprookjesachtige omgeving en kunnen ontsnappen aan de dagelijkse realiteit. Jurgens: “Dit jaar bestaat de Efteling zeventig jaar en we willen nog minstens zeventig jaar betovering bieden. Het is dus belangrijk dat we onze duurzame verantwoordelijkheid nemen om het attractiepark nog mooier door te geven aan toekomstige generaties.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

13 Nederlandse financiële instellingen zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van 244 miljoen ton CO2, bijna anderhalf keer de jaarlijkse binnenlandse uitstoot van Nederland. Dit blijkt uit onderzoek van Profundo, in opdracht van Milieudefensie. “Met hun wereldwijde leningen aan en beleggingen in bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het oppompen van olie en gas, wakkeren Nederlandse financiële instellingen gevaarlijke klimaatverandering verder aan”, aldus Donald Pols, directeur van Milieudefensie. “Wij roepen minister Kaag van Financiën op om banken, verzekeraars en pensioenfondsen wettelijk te verplichten om hun CO2-uitstoot terug te dringen in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs.”

Het onderzoek van Profundo toont aan dat de Nederlandse financiële sector een verborgen grote vervuiler is vanwege de gefinancierde uitstoot. ING, ABN AMRO en Rabobank spelen hierin de hoofdrol en zijn verantwoordelijk voor 60% van die uitstoot. ING steekt er met kop en schouders bovenuit en is verantwoordelijk voor 102 miljoen ton CO2. Op plaats twee staat verzekeraar Aegon met 35 miljoen ton CO2. Verder zijn verzekeraars ASR en Achmea onderzocht en zeven pensioenfondsen.*

Tijd van vrijblijvendheid voorbij

Pols: “Juist banken, verzekeraars en pensioenfondsen kunnen vrij snel hun uitstoot naar beneden brengen door te kiezen voor het financieren van de schone economie in plaats van de vervuilende economie.” Eerder dit jaar bleek uit de Klimaatcrisis-Index, een onderzoek van NewClimate Institute, dat de klimaatplannen van acht financiële instellingen zwaar tekort schieten om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Pols: “De tijd van vrijblijvendheid is voorbij. Het kabinet moet nu doorpakken en ingrijpen om investeringen in de fossiele industrie te stoppen. Alleen dan kan de financiële sector een vliegwiel voor verduurzaming worden. Een overheid die blijft vertrouwen op de vrijwillige inspanningen van financiële instellingen die steek na steek laten vallen, verzuimt.”

Onderschatting

Profundo benadrukt dat de 244 miljoen ton CO2 zeer waarschijnlijk een onderschatting is van de gefinancierde uitstoot van de Nederlandse financiële sector, vanwege de selectie van instellingen, activaklassen en de beschikbare uitstootgegevens van bedrijven. Bovendien houdt dit cijfer enkel rekening met de scope 1 (eigen installaties) en scope 2 (ingekochte energie) uitstoot van de bedrijven waarin financiële instellingen investeren. Alle andere uitstoot in de waardeketen van de bedrijven (scope 3) is nog niet meegeteld. Voor veel bedrijven is dit het allergrootste deel van hun uitstoot. Profundo schat de gefinancierde scope 3 uitstoot op 869 miljoen ton CO2, meer dan drie keer zoveel als de gefinancierde scope 1 en scope 2 uitstoot.

De Nederlandsche Bank waarschuwt

Milieudefensie benadrukt dat klimaatverandering grote risico’s met zich meebrengt voor financiële instellingen. Zo kunnen bijvoorbeeld beleggingen in olie- en gasbedrijven aan waarde verliezen door wijzigend beleid. Volgens De Nederlandsche Bank beheersen de meeste financiële instellingen deze klimaatrisico’s op dit moment niet goed.

*pensioenfonds ABP, BpfBouw, PMT, PH&C, PFZW, PME en Pensioenfonds Detailhandel, die samen goed zijn voor 61% van het pensioenvermogen (eind 2021).

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Zonnepanelen die direct waterstof maken? Het kan en je hebt er circa 20 nodig om een gezinswoning van het gas- en elektriciteitsnet af te halen. Een klassiek zonnepaneel zet 18 tot 20 procent van de zonne-energie om in stroom. Als je met die stroom water splitst in waterstof en zuurstof, dan gaat er heel wat energie verloren. Onderzoekers van de Katholieke Universiteit uit Leuven hebben dat opgelost door een zonnepaneel te ontwerpen dat waterdamp uit de lucht efficiënter direct omzet in groene waterstof. De zonnestroom gaat daarbij direct naar een in het paneel geïntegreerde elektrolyser.

Prototypes van waterstofpanelen

De eerste prototypes van een waterstofpaneel zijn al in 2019 in Leuven getest. Vele testexemplaren verder is nu de tijd rijp voor een volgende stap. Dat is productie op grote schaal. Het in Leuven gevestigde bedrijf Comate ziet kansen. Dit bedrijf heeft meegeholpen met de prototypes en verwacht dat de waterstofpanelen rond 2030 te koop kunnen zijn, zo is te lezen in een bericht op de site van de Belgische omroep VRT.

250 liter waterstof per dag

In 2019 vertelde Johan Martens van de KU Leuven dat een waterstofpaneel gemiddeld 250 liter waterstof uit de buitenlucht kan halen. Die kun je met een compressor onder hoge druk tanks opslaan. Met 20 waterstofpanelen op het dak kan een gezin een jaar zonder gas en elektriciteit leven.

15 jaar ontwikkeling

Martens van de KU Leuven werkte bijna 15 jaar aan de ontwikkeling van het waterstofpaneel. De onderzoekers slaagden erin per paneel 0,25 m3 waterstof gemiddeld per dag te produceren, een rendement van 15 procent. Hoewel het zonnepaneel bruikbaar is voor de productie van zonne-energie en waterstof, kan dat niet allebei tegelijkertijd.

Productie waterstofpanelen

“We zijn heel tevreden dat we van een onderzoeksresultaat als dit een verkoopbaar product kunnen maken” zegt Sander van den dries, directeur van Comate. “Maar je kan pas echt spreken van een innovatie als het geproduceerd, verkocht en gebruikt wordt.” Om dat mogelijk te maken, zal het onderzoeksproject Solhyd transformeren tot een spin-offbedrijf van de KU Leuven.

Op daken woningen

“Op die manier kunnen we de panelen uiteindelijk in grote volumes maken en verspreiden over de wereld”, zegt Jan Rongé, onderzoeker van de KU Leuven. Hij kijkt alvast hoopvol uit naar de toekomst: “We verwachten dat het vanaf 2030 mogelijk wordt om waterstofpanelen te installeren op daken van woningen.”

[ad_2]

Source link

[ad_1]

318 financiële instellingen en multinationals met 37 biljoen dollar aan activa en koopkracht roepen meer dan 1.000 van ’s werelds bedrijven met de grootste impact op het klimaat om emissiedoelstellingen vast te stellen die in overeenstemming zijn met de 1,5°C-doelstelling van het Akkoord van Parijs. Het specifieke verzoek is dat bedrijven een emissiereductiedoelstelling laten goedkeuren via het Science Based Targets-initiatief, de industrienorm voor geloofwaardige klimaatdoelstellingen die alle emissies van de waardeketen van een bedrijf omvatten. De 2022 CDP Science-Based Targets campagne wordt gecoördineerd door de wereldwijde non-profit CDP, die ’s werelds milieu-openbaarmakingssysteem beheert. In Nederland zijn onder meer OCI N.V., Koninklijke Boskalis Westminster en VEON het doelwit.

CDP stuurde brieven naar meer dan 1000 bedrijven wereldwijd, waaronder ’s werelds grootste chemiebedrijf BASF, China’s grootste detailhandelaar JD.com, de Australische luchtvaartmaatschappij Qantas, evenals Caterpillar, FedEx, General Electric en Wal-Mart de Mexico.

In Nederland zijn onder meer OCI N.V., Koninklijke Boskalis Westminster en VEON het doelwit.

De lijst van beoogde ondernemingen is sterk gericht op Azië en de Verenigde Staten. 48% van alle beoogde ondernemingen is gevestigd in de regio Azië en de Stille Oceaan, gevolgd door 23% in de Verenigde Staten. Slechts ongeveer 1 op de 10 beoogde ondernemingen is Europees, wat aantoont dat het stellen van sterke doelen in de regio geavanceerd is.

Het campagneverzoek wordt gesteund door veel van ’s werelds grootste financiële instellingen, waaronder Allianz Global Investors, AXA Group, Crédit Agricole, Insight Investment Management, La Banque Postale, Nomura Asset Management, PIMCO, UBS en de Europese Investeringsbank.

Tien financiële instellingen namen deel aan de campagne, waaronder Achmea, AEGON Asset Management en Robeco. Tot de groep behoren ook 45 multinationals met meer dan 710 miljard dollar aan jaarlijkse inkoopuitgaven, zoals PepsiCo, Inc., Astra Zeneca, Yamaha en Schneider Electric, die de campagne gebruiken om de emissiedoelstellingen van hun leveranciers te verbeteren en hun eigen doelstellingen te halen.

De CDP-campagne is sinds vorig jaar met meer dan 30% gegroeid, zowel wat betreft het aantal ondersteunende organisaties als hun gezamenlijke activa en koopkracht. De 1000 bedrijven die het doel zijn van de campagne, zijn van cruciaal belang voor de wereldwijde inspanningen om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Zij zijn de bron van 7 gigaton aan Scope 1- en 2-emissies – gelijk aan India en de Verenigde Staten samen – en hebben een gezamenlijke marktwaarde van meer dan 25 biljoen dollar (44% van de gehele MSCI All Country World index).[2]

Laurent Babikian, Joint Global Director Capital Markets bij CDP, zei:  “De afgelopen maanden met het extreem weer hebben ons opnieuw laten zien wat een opwarmende wereld doet bij 1,2 graden. Het zal catastrofaal erger worden tenzij we een ongekende vermindering van de uitstoot van broeikasgassen zien – 50% in de komende acht jaar – zodat we de stijging kunnen beperken tot 1,5 graden. Maar dit is eenvoudigweg onhaalbaar tenzij de bedrijven met de grootste impact op het klimaat ambitieuze doelstellingen hebben om al hun emissies in de waardeketen te verminderen. Ik ben blij dat financiële instellingen en grote wereldwijde inkopers SBT’s nu beseffen als essentieel beschouwen voor alle bedrijven, en als noodzakelijk om hun eigen netto nul-ambities te verwezenlijken. SBT’s zijn de meest nauwkeurige beoordeling van de totale emissie-impact van een bedrijf in de markt – zonder SBT’s kunnen bedrijven investeerders en klanten gewoonweg niet overtuigend laten zien dat ze bezig zijn met een transitie.” 

Ambroise Fayolle, Vice-president van de Europese Investeringsbank, zei: “Bij de Europese Investeringsbank Groep (EIBG) zorgen wij ervoor dat alle projecten en activiteiten die wij financieren in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Daarnaast houdt de EIBG rekening met de bredere activiteiten van haar tegenpartijen, buiten het project dat tot stand komt met steun van EIBG-financiering. Of een tegenpartij al dan niet een SBTi-doelstelling heeft, is een nuttige indicator voor hun klimaatambities. Dit helpt ons hen te ondersteunen bij het verder koolstofvrij maken van hun activiteiten en het versterken van hun weerbaarheid tegen klimaatverandering.”

Wereldwijd maken al meer dan 3.500 bedrijven, die meer dan een derde van de wereldwijde marktkapitalisatie vertegenwoordigen, deel uit van de SBTi. Daarvan hebben er meer dan 1.200 doelstellingen van 1,5°C goedgekeurd. Uit CDP blijkt dat het typische bedrijf met een doelstelling de uitstoot met 8,8% per jaar vermindert – meer dan de 4,2% die nodig is om zich aan te passen aan een 1,5°C-pad.

[ad_2]

Source link

Berichten paginering