[ad_1]

Prins Carlos de Bourbon de Parme overhandigt zaterdagavond 1 oktober in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam het eerste exemplaar van de Nederlandse druk van het boek Regeneration, De klimaatcrisis opgelost in één generatie aan de auteur zelf, Paul Hawken. De avond is georganiseerd door stichting Climate Cleanup.

Het terugbrengen van leven staat centraal in het boek en Prins Carlos is verheugd dat de zogenoemde wereldwijde regeneratie-beweging zo goed beschreven wordt en tot zijn recht komt in het boek. “Alle duurzame oplossingen in de huidige klimaatcrisis zijn verbonden. Regeneratieve landbouw bijvoorbeeld, is sterk verbonden met de bouwsector omdat biobased bouwmaterialen, door boeren voor bouwers geproduceerd worden.”

Naast de boekpresentatie zullen diezelfde avond ondernemende voorlopers in de circulaire economie laten zien wat regeneratie precies inhoudt en wat het betekent om het leven centraal te stellen bij alles dat we doen. Zo ontstaat een klimaatpositieve economie wanneer zeewier in de (land)bouw gebruikt wordt.

De razendsnelle opmars van het gebruik van zeewier is aan landbouw en bouw verbonden, net als het nu snel groeiende hernieuwbare energiesysteem.

“Voor iedereen ontstaan nieuwe verdienmodellen. Ik denk dat dit baanbrekende boek van Paul Hawken een belangrijke bijdrage levert aan het verbinden en versterken van dit besef van nieuwe kansen en verbondenheid. Regeneration gaat een stap verder dan duurzaamheid. Regeneration gaat niet over het minimaliseren van je negatieve impact maar over het maximaliseren van je positieve impact.”, aldus Prins Carlos.

ZKH Prins Carlos de Bourbon de Parme (Nijmegen, 27 januari 1970) is oprichter en directeur van de duurzaamheidsstichting COMPAZZ en zet zich al 20 jaar in voor het bevorderen, bepleiten en versnellen van duurzaamheid en de circulaire economie in binnen- en buitenland. Hij was 8 jaar bestuurslid van MVO Nederland, is lid van de adviesraad van PGGM Verantwoord Beleggen, heeft zitting in de Investeringscommissie van Energie Fonds Zuid-Holland, is voorzitter van de adviesraad van de Taskforce Korte Keten, is bestuurslid van de The Ex’tax Project en bekleedt diverse andere adviesfuncties bij vele bedrijven en maatschappelijke organisaties. In 1995 studeerde hij af aan de Universiteit van Cambridge, Engeland, met een Masters in Demography (MPhil).

Climate Cleanup is een onafhankelijke stichting – gefinancierd door maatschappelijk betrokken mensen met diverse achtergronden – met als doel het teveel aan CO2 uit de lucht te halen door de natuur wereldwijd te verdubbelen. Climate Cleanup ondersteunt de snel groeiende sector van regeneratieve ondernemers om dit doel gezamenlijk te halen. De stichting ontwikkelt carbon removal credits waarmee natuurondernemers betaald worden voor het vastleggen van het teveel aan CO2 en het regenereren van natuur.  Ook initieert zij activiteiten als de vertaling van Hawkens Drawdown, het meest veelomvattende plan ooit om klimaatontwrichting te keren (2018) en Regeneration (2022).

Bestel het boek ‘Regeneration. De klimaatcrisis opgelost in één generatie’ online

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Jongeren willen dat we in 2040 in Europa alleen nog maar reizen met de trein. Dat, en nog meer, staat in de Jonge Klimaatagenda 3.0 die de Jonge Klimaatbeweging op donderdagavond lanceert. Het is een toekomstvisie voor Nederland in 2040. Deze nieuwe Klimaatagenda, geschreven met zeventig jongerenorganisaties die samen één miljoen jongeren vertegenwoordigen, overhandigen zij die avond aan minister Jetten voor Klimaat en Energie. “Nederland heeft een visie nodig die ons door de klimaat-, biodiversiteits- en energiecrises loodst,” zegt voorzitter Aniek Moonen. “Door als jonge generatie duidelijk te laten zien in wat voor land we over twintig jaar willen wonen, bieden we houvast.”

De Jonge Klimaatbeweging (JKB) vroeg aan jongeren van allerlei verschillende achtergronden, van studenten tot politieke jongeren en klimaatspijbelaars tot young professionals, in wat voor Nederland zij in 2040 willen leven. ‘Hoe werkt onze economie dan, hoe wekken we energie op, hoe ziet jouw stad of dorp eruit en wat wil je dan eten?’ Met de input van deze jongeren, samen met die van betrokken experts, stelden ze de Jonge Klimaatagenda op.

“Met deze toekomstvisie willen we laten zien dat het belangrijk is om na te denken over wat voor land we samen aan het bouwen zijn,” zegt Moonen. “Tegelijkertijd is het vooral een oproep tot actie: als we nog een kans willen maken op een schonere, gezondere en mooiere leefomgeving, moeten we nú actie ondernemen.”

Klimaatgeletterdheid

In de Jonge Klimaatagenda staat dat jongeren willen dat we in 2040 onze welvaart meten aan de hand van onze gezondheid en de kwaliteit van onze natuur. Energie wordt volledig emissieloos opgewekt, kernenergie hoort daarbij. In 2040 wonen we in een natuurinclusieve samenleving, waar we omringd zijn door groen en ook in onze beslissingen rekening houden met de natuur. Verder wordt iedereen ‘klimaatgeletterd’ opgeleid, eten we plantaardig en lokaal voedsel en wordt alles hergebruikt. Onze steden zijn groen, energiepositief (dus wekken meer op dan ze gebruiken) en autovrij. In plaats van met de benzineauto, reizen we elektrisch, op duurzame brandstoffen en met het openbaar vervoer.

Groot gedeeld urgentiegevoel

“Het is opvallend hoe eensgezind de ondervraagde jongeren waren op een groot aantal onderwerpen,” zegt Tessa Dool, verantwoordelijk bestuurslid van de JKB. “Het grote urgentiegevoel wordt gedeeld en zorgt voor een hoog ambitieniveau.”

Met de Jonge Klimaatagenda 3.0 bouwt de jongerenkoepel voort op de Klimaatagenda uit 2019. De 2.0-versie werd geschreven met een kleinere groep jongeren – 30 organisaties – en zei nog niets over het energiesysteem of biodiversiteit. “Tijdens de coronacrisis gaf onze achterban massaal aan deze onderwerpen erg belangrijk te vinden,” zegt Moonen. Daarnaast was het streefjaar van de 2.0-agenda nog 2050, in plaats van 2040. Moonen: “De tijd dringt en we hebben geen dertig jaar meer om de samenleving te verbouwen.”

Lancering met Rob Jetten en Diederik Samsom

De Jonge Klimaatbeweging lanceert de Klimaatagenda 3.0 in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Onder het publiek zijn vooral veel van de betrokken jongeren, maar ook vertegenwoordigers uit de nationale en Europese politiek zoals Diederik Samsom, Marjan Minnesma en Heleen de Coninck.

Quotes van jongerenorganisaties die de Jonge Klimaatagenda 3.0 hebben ondertekend:

“Het hoger onderwijs leidt de volwassenen van morgen op, waardoor het juist belangrijk is dat het hoger onderwijs gaat verduurzamen. Ook deze sector moet mee. We zijn dan ook blij dat het zo’n belangrijke plek heeft in de toekomstvisie.” – Terri van der Velden, voorzitter Interstedelijk Studenten Overleg

“Heel veel mensen zijn zich nog steeds niet bewust van de onrechtvaardigheden die jongeren boven het hoofd hangen. Het is hard nodig dat iedereen deze Klimaatagenda leest, zodat we snel van koers kunnen veranderen.” – Winnie Oussoren, voorzitter Jong Milieudefensie

“We geloven dat wij de generatie moeten zijn die de aarde beter doorgeeft dan wij hem hebben ontvangen. Hierbij is samenwerking en een plan met visie cruciaal. Wij staan achter het plan van de JKB, en de stip op de horizon, met dit commitment laten wij zijn dat we in gezamenlijkheid voorwaarts verder gaan.” – Ylona Mak, bestuurslid Jong Rabo

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Door de officiële opening van het 161 hectare Pinos Puente Solar Park, in samenwerking met BayWa r.e. en VERBUND, worden alle AB InBev bieren zoals Leffe en Jupiler in West-Europa vanaf oktober gebrouwen met 100% hernieuwbare elektriciteit. Het zonnepark met een geplande capaciteit van 147,6 megawattpiek (MWp) maakt deel uit van een van de grootste zonne-energie deals in Europa. In Nederland gaat het over de twee brouwerijen van AB InBev: in Dommelen en Arcen.

10 miljard flesjes bier op groene stroom

De opening van dit zonnepark is het resultaat van een 10-jarige Virtual Power Purchase Agreement (VPPA) afgesloten met BayWa r.e. in 2020, een van de grootste pan-Europese zakelijke deals voor zonne-energie in de geschiedenis. De overeenkomst omvat meer dan 250 gigawattuur (GWh) hernieuwbare stroom per jaar voor AB InBev, die afkomstig zal zijn van het VERBUND zonnepark en een tweede park die naar verwachting eind oktober op het net zal worden aangesloten. Dit is genoeg elektriciteit om meer dan 10 miljard glazen bier te brouwen, 100.000 voetbalstadions van stroom te voorzien of 670.000 gezinnen te bevoorraden met elektriciteit, waarbij jaarlijks ongeveer 188.200 ton CO2 wordt bespaard.

Net Zero tegen 2040

De zonne-energie deal die 14 AB InBev-brouwerijen en meer dan 50 merken omvat, zal een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van de bredere duurzaamheidsdoelstellingen van de brouwer, waaronder het bereiken van Net Zero in haar volledige waardeketen tegen 2040 en Net Zero brouwerij operaties in 2028.

Erik Novaes, Vice-President Procurement & Sustainability Europe, AB InBev: “Met een wereldwijde energiecrisis en de toenemende impact van de klimaatverandering die deze zomer in een groot deel van Europa voelbaar was, zijn we gefocust op het opbouwen van bestendigheid tegen het klimaat en ons streefdoel van decarbonisatie voort te zetten.”

Cybelle Buyck, Vice-President Legal & Corporate Affairs Europe, AB InBev, voegt hieraan toe: “De opening van het zonnepark komt op het juiste moment. De huidige energiecrisis treft alle huishoudens en bedrijven in Europa, waardoor er behoefte is aan ondersteuning op korte termijn. Het toont eens te meer de noodzaak aan van een versnelde omschakeling van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen om de energiezekerheid te vergroten en minder afhankelijk te zijn.”

VERBUND: een enorme uitbreiding van opwekking uit wind- en zonne-energie

Een snelle onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen is de enige manier om de klimaatcrisis het hoofd te bieden en de Europese energievoorziening veilig te stellen in de nasleep van de oorlog in Oekraïne en de sterke stijging van de elektriciteits- en gasprijzen. “We moeten resoluut optreden: elke extra kilowattuur uit hernieuwbare energiebronnen is een belangrijke stap voor de energietransitie. Met projecten zoals het Pinos Puente-zonnepark stimuleren we de snelle omschakeling naar hernieuwbare energiebronnen in Europa”, legt Michael Strugl, CEO van VERBUND, het toonaangevende energiebedrijf uit Oostenrijk en een van de grootste producenten van waterkracht in Europa.

VERBUND heeft zichzelf ambitieuze doelen gesteld tegen 2030: De uitbreiding van hernieuwbare energie in Europa is een belangrijke pijler – naast het versterken van de geïntegreerde thuismarkt in Oostenrijk en Duitsland en het vestigen van zichzelf als een Europese waterkrachtspeler. Tegen 2030 moet tot een kwart van de elektriciteitsproductie van VERBUND komen van windenergie en zonne-energie. Het zonnepark Pinos Puente markeert de intrede op de Spaanse markt.

Matthias Taft, CEO van BayWa r.e voegt hieraan toe: “Voor het aanpakken van de klimaatcrisis is dit decennium cruciaal. Zonne-energie is de goedkoopste energiebron van deze tijd en een belangrijke motor voor de wereldwijde energietransitie – we moeten deze kans grijpen.”

De bouw van het zonnepark begon in mei 2021 en op 28 september 2022 werd het VERBUND Pinos Puente Solar Park geopend door de drie bedrijven in aanwezigheid van lokale en internationale gasten.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Climate Impact Partners, a leading carbon finance organization with more than 20 years of experience in the voluntary carbon market, released the fourth annual study assessing the climate commitments and goals of Fortune Global 500 companies. The latest report reveals while 42% of the Fortune Global 500 have delivered, or are committed to deliver, a significant climate milestone by 2030, there is still 37% that have yet to make any significant climate commitment.

The report shows that climate commitments among this group continue to grow, but greater ambition and scope of the targets is needed. Nearly 40% of companies have a net zero target, but nearly one third exclude Scope 3, or value chain, emissions. Emissions generated through the corporate value chain makes up an estimated 80% of the Fortune Global 500’s footprint. Meanwhile, the Fortune Global 500 saw the highest annual growth rate in aggregate sales in history, reaching $37.8 trillion.

“We’re encouraged to see more and more companies from this prestigious group put a stake in the ground and make climate commitments,” said Vaughan Lindsay, CEO of Climate Impact Partners. “There are some signals, however, that ambition and urgency might be waning. Much of the growth in commitments this year has been driven by targets set well beyond 2030, which we know is a critical decade for the planet. There are tools, such as the use of carbon finance and offsetting, every company can adopt now that can make an impact. We cannot wait to show progress, we must start investing in meaningful solutions today.”

The report also revealed how different pathways may be helping companies make progress. For instance, companies using high-quality carbon credits to take responsibility for residual emissions today and be carbon neutral, are twice as likely to have a Science-Based Target (SBT) than those companies that do not. Many companies are also combining carbon neutrality and net zero to demonstrate action today while working towards a more ambitious future goal.

Ambition and commitments also start to look different when examining specific sectors. Those with the highest number of targets overall seem to be concentrated in more consumer facing industries, where there is high pressure from customers to decarbonize. More than 80% of companies in the technology sector now have some significant 2030 climate commitment, as do 60% of companies in telecommunications and media, 63% of companies in retail, and more than 60% in the healthcare and pharmaceuticals sector.

Download the report on request

[ad_2]

Source link

[ad_1]

T-Mobile sluit aan bij het SBTi, Science Based Targets initiative, om de duurzaamheidsdoelstellingen van de telecomprovider te verifiëren. Het SBTi geldt als autoriteit op het gebied van duurzaamheid. T-Mobile krijgt aan de hand van deze check, inzicht in haar bijdrage aan het terugdringen van de CO2-emissie en daarmee kunnen de gestelde doelen worden gemonitord en bijgesteld waar nodig.  

Als één van de grootste telecomproviders van Nederland, verbindt T-Mobile dagelijks miljoenen mensen met elkaar. T-Mobile heeft een duidelijke maatschappelijke ambitie om een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij. De maatschappelijke doelen van T-Mobile zijn vastgesteld in het Connect to Change-plan. In het plan legt T-Mobile een duidelijk nadruk op duurzaamheid én zijn er duurzaamheidsdoelen vastgesteld. Het groeiende netwerk van de provider maakt het efficiënt inregelen van energieverbruik belangrijk. Het netwerk bepaalt het grootste deel van het totale energieverbruik, daarom gebruikt de telecomprovider al 12 jaar 100% groene energie. Het uiteindelijke doel: in 2025 CO2 neutraal zijn wat betreft eigen emissie en in 2035 CO2 neutraal in indirecte emissie.

Autoriteit op het gebied van duurzaamheid

T-Mobile is sinds juli gecommitteerd aan de SBTi om de opgestelde doelstellingen omtrent duurzaamheid te testen. Het SBTi is een initiatief dat onderzoekt of de door een organisatie geformuleerde duurzaamheidsdoelstellingen, daadwerkelijk bijdragen aan het verminderen van de CO2 uitstoot. Het SBTi staat bekend als een autoriteit op het gebied van duurzaamheidsdoelstellingen. Na toetreding tot de SBTi wordt een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van de door T-Mobile opgestelde doelstellingen. Gedurende dit onderzoek worden de duurzaamheidsdoelstellingen wetenschappelijk getoetst. Aan de hand van de uitkomst van het onderzoek kan het SBTi bepalen of de geformuleerde doelstellingen op korte termijn bijdragen aan het klimaatakkoord van Parijs waarmee getracht wordt de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius. De SBTi is een samenwerkingsverband tussen CDP, het United Nations Global Compact, het World Resources Institute (WRI) en het Wereld Natuur Fonds (WWF).

Duurzaamheidsdoelstellingen onder de loep

De telecomprovider is zeer enthousiast over de keuze om te committeren aan de SBTi. Gero Niemeyer, Financieel Directeur van T-Mobile Nederland en medeverantwoordelijk voor het T-Mobile Sustainability programma vertelt: “We voelen ons als een van de grootste telecomproviders verantwoordelijk voor de mensen en wereld om ons heen. Dit begint natuurlijk bij onze eigen bedrijfsvoering. We zijn trots op de weg die we bij T-Mobile zijn ingeslagen op het gebied van duurzaamheid. Onze dagelijkse keuzes worden steeds meer beïnvloed door duurzaamheidsoverwegingen. Door aan de slag te gaan met SBTi zorgen we  ervoor dat we onze duurzaamheidsdoelstellingen weer onder de loep te nemen. Met de check van SBTi op onze doelstellingen, weten we zeker dat onze duurzaamheidsdoelen voldoende ambitieus zijn en we de juiste stappen zetten om onze impact op het milieu te reduceren. 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Alhoewel het aantal bedrijven in Nederland dat rapporteert over hun klimaatinspanningen toeneemt, heeft de meerderheid nog een lange weg te gaan om te voldoen aan de eisen die hiervoor gaan gelden. Met name bij het inzichtelijk maken van hun inspanningen om klimaatmaatregelen te treffen en de kwaliteit van de rapportages is nog ruimte voor verbetering. Dit blijkt uit de Klimaatbarometer 2022, het derde jaarlijkse onderzoek van accountants- en adviesorganisatie EY naar de mate waarin bedrijven in Nederland rapporteren over hun inspanningen om bij te dragen aan de gestelde klimaatdoelen. Voor deze barometer zijn de geïntegreerde jaarverslagen, duurzaamheidsverslagen en websites van 78 Nederlandse organisaties geanalyseerd. De onderzochte organisaties zijn voor de barometer onderverdeeld naar negen verschillende sectoren binnen de categorieën financiële dienstverleners en fysieke en niet-fysieke goederen en diensten.

Als vertrekpunt voor de toetsing is het raamwerk van de Taskforce on Climate Related Financial Disclosures (TCFD) van de Financial Stability Board (FSB) genomen. De elf TCFD-aanbevelingen  hebben betrekking op vier thema’s: Governance, Strategie, Risicomanagement en Doelstellingen. Naast de TCFD hebben bedrijven in toenemende mate te voldoen aan de vereisten zoals gesteld in het Klimaatakkoord, de EU Taxonomy Regulation, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en specifiek voor de financiële sector de EU Sustainable Finance Strategy en de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).

Uitkomsten

De onderzochte bedrijven in Nederland blijken in hun rapportages gemiddeld voor 80 procent aandacht te besteden aan de elf TCFD aanbevelingen. Dat is een verheugend getal en wijst er volgens de onderzoekers op dat bedrijven de uitdagingen op het gebied van klimaat serieus nemen. Echter, de kwaliteit van de gegeven informatie houdt (nog) niet over. Gemiddeld is er sprake van een score van 39 procent als het aankomt op het voldoen aan de uitgangspunten voor rapporteren over de vier TFCD-thema’s: Governance, Strategie, Risicomanagement en Doelstellingen.

Als we nader kijken naar een van de onderzochte sectoren, de financiële instellingen, dan valt op dat er een groot gat is tussen enerzijds een groep voorlopers (banken/verzekeraars)  en anderzijds een groep achterblijvers (vermogensbeheerders). De voorlopers scoren vooral goed op het geven van informatie over Strategie, Risk Management en Doelstellingen. Zij rapporteren in voldoende mate over de mogelijke impact van klimaatrisico’s op hun bedrijfsvoering, geven details over hun lange termijnkaders voor het beheren van klimaatrisico’s en geven inzicht in hun klimaatdoelen, historische data en meetmethodes.

Volgens Taco Bosman, partner bij EY en één van de initiatiefnemers van de Klimaatbarometer, ligt de lat hoog voor financiële instellingen: ’Een belangrijk uitgangspunt van de TCFD is begrijpen wat de impact is van klimaatscenario’s. Als we voldoen aan het Parijse Klimaatakkoord om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden dan hebben we de energietransitie omarmd. Dit betekent dat de druk toeneemt op organisaties om op korte termijn maatregelen te nemen. We zien dit terug in de verwachting die de minister van Financiën heeft van de financiële sector om als vliegwiel te fungeren door plannen te presenteren om hun klimaat voetafdruk terug te brengen. Bedrijven zouden zich moeten afvragen welke risico’s en kansen een 1,5 graden scenario op de korte termijn zal hebben op hun bedrijfsvoering en welke doelen ze moeten stellen om hun klimaatbestendigheid te vergroten, bijvoorbeeld in de vorm van Science-Based Net Zero Targets.’

Versnelling is nodig

Uit deze barometer blijkt ook dat het de ondernemingen zijn in de categorie ‘Fysieke goederen en diensten’ die achterlopen. Met name als het aankomt op het publiceren van informatie over de TFCD thema’s Governance en Strategie. ‘De achterstand bij bedrijven die actief zijn in sectoren als vastgoed, retail, materialen en gebouwen, gezondheidszorg en consumentengoederen is kritiek. De CSRD gaat vanaf 2024 wettelijk gelden voor 50.000 bedrijven in de Europese Unie met tenminste twee van de volgende criteria: meer dan 250 werknemers, een balans van 20 miljoen euro en een netto omzet van 40 miljoen euro. Het baart ons zorgen dat een groot aantal bedrijven nog onvoldoende voortgang heeft geboekt om tijdig aan die verplichtingen te kunnen voldoen’, aldus Bosman.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Om de opwarming van de aarde tot 2 of 1,5 graden te beperken moet de emissie van broeikasgassen in 2030 een derde tot de helft lager liggen dan wat de wereld met bestaand beleid realiseert. De hoop ontstond de afgelopen jaren dat extra inspanningen van steden, regio’s en bedrijven deze kloof voor een belangrijk deel kunnen dichten. Maar in zijn promotieonderzoek ‘Capturing climate actions in long-term scenarios’ concludeert Mark Roelfsema van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat concrete acties en doelen van deze actoren slechts optellen tot 1,5 à 2,5 % extra broeikasgasreductie in 2030.

Er bestaat een gat tussen wat landen beloven en wat nodig is om de doelstellingen van het Parijsakkoord te halen (een ambitie-gat) en er is een gat tussen wat landen beloven en wat ze echt doen (een implementatie-gat). Roelfsema constateert dat hetzelfde fenomeen ook van toepassing is op steden, regio’s en bedrijven: “Gezamenlijk beloven ze veel, maar als je kijkt naar wat ze echt doen, valt dat tegen.”

Best practices bieden hoop

Roelfsema onderzocht met het geïntegreerde klimaatmodel IMAGE ook een theoretisch beleidspakket. Wat als de hele wereld een set van 9 best practices uit het klimaatbeleid zou toepassen? Denk hierbij aan de Europese energiestandaarden voor nieuwbouw (EPBD), efficiëntie van elektrische apparaten (Ecodesign) en normen voor de CO2-uitstoot van auto’s, maar ook aan een Braziliaans programma om de Amazone te beschermen en een Japans programma voor energiebesparing in de industrie. Door dit soort aantoonbaar succesvol beleid wereldwijd uit te rollen, zou in 2030 het klimaatgat met het twee-gradenpad met de helft gedicht kunnen worden. “Landen zouden veel meer van elkaar kunnen leren. Dat lijkt me één van de belangrijkste lessen van mijn proefschrift,” zegt Roelfsema.

Nieuwe rollen voor integrated assessment modellen

In het afgelopen decennium hebben complexe integrated assessment modellen, waarmee wereldwijde emissiepaden worden berekend op basis van verschillende scenario’s, een grote vlucht genomen. Rond 2010 bevatten de meeste van dit soort modellen vooral gestileerde beleidsscenario’s met een regionale of wereldwijde koolstofprijs. Sinds de goedkeuring van het  Parijsakkoord en steviger nationaal  klimaatbeleid verandert de opgave deels van beleidsformulering en besluitvorming (‘waar gaan we naartoe’) naar de beleids-uitvoeringsfase (‘hoe komen we daar’). Volgens Roelfsema zijn frequentere modelruns en uitbreiding met modules waarin kennis uit gedrags- en politieke wetenschap wordt toegepast belangrijk om beleidsmakers de ondersteuning te bieden, die ze nodig hebben.

De promotie van Mark Roelfsema aan de Universiteit Utrecht vond plaats op vrijdag 16 september.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

FlexiWec uit Engeland is de winnaar van de prestigieuze Europese regionale finale van de ClimateLaunchpad competitie – ’s werelds grootste competitie voor groene bedrijven, aangedreven door Europa’s toonaangevende klimaatinnovatie initiatief EIT Climate-KIC. Met hun oplossing kan het team golfslagenergie omzetten in een betaalbare bron van groene elektriciteit en bovendien erosie van de kust bestrijden.

In theorie zou golfenergie kunnen voorzien in 10% van de wereldwijde energiebehoefte. Maar het is te duur. Tot nu. FlexiWec bouwt hun Flexibele Ocean Energy Converters onder de zeebodem, beschermd tegen golven, met behulp van flexibele membraantechnologie in plaats van mentale bewegende delen. Ze zijn twee keer goedkoper dan de huidige goedkoopste oplossing. Door onder de zeebodem te werken, beschermen ze ook de kustlijn en zorgen ze voor strandbehoud.

Op de tweede plaats kwam Fibe uit Engeland, een team dat duurzaam textiel maakt van afval van de aardappeloogst. S. Lab uit Oekraïne werd derde met hun idee voor een echt groene verpakking die 100% biologisch afbreekbaar is.

24 Europese groene bedrijfsconcepten voor klimaatverandering

Deze finalisten vertegenwoordigen de drie beste Europese ideeën uit 1.990 wereldwijd ingediende inzendingen. Op 27 oktober en 3 november strijden deze initiatieven tijdens de Global Grand Final met de regionale finalisten uit Azië, Afrika en Amerika om geldprijzen en een van de 16 plaatsen in een speciaal acceleratorprogramma voor het opschalen van klimaatpositieve oplossingen. De ClimateLaunchpadClimAccelerator biedt follow-up ondersteuning op maat om deze winnende teams te helpen hun idee om te zetten in een succesvol bedrijf met een positieve impact op het klimaat.

De regionale finale Europa 2022 werd in Nederland georganiseerd door het ClimateLaunchpad-team vanuit het Innovation & Impact Centre van de TU Delft en met steun van Bank of America. Dit samenwerkingsverband biedt de deelnemende start-ups het extra voordeel van Bank of America’s wereldwijde en professionele expertise en leiderschap op het gebied van vermogensbeheer, corporate en investment banking.

Emilie Bronsing, programmaleider, ClimateLaunchpad: “Het is een eer om deze Europese regionale finale mogelijk te maken in nauwe samenwerking met alle 18 deelnemende Europese landen, Bank of America en EIT Climate-KIC. Het is enorm inspirerend om meer dan 50 start-ups hun ideeën te zien pitchen om de klimaatverandering aan te pakken! We hebben teams gezien met zoveel potentieel en verspreid over verschillende probleemgebieden binnen al onze klimaatproblemen. We kijken ernaar uit om deze teams te verwelkomen tijdens de Global Final. We wensen deze Europese teams veel succes op mondiaal niveau.”

Sjoerd van Hooijdonk, Director bij Bank of America, die als jurylid deelnam aan de regionale finale: “Innovatie is essentieel als de wereld CO2-vrij moet worden in het tempo en op de schaal die in de Overeenkomst van Parijs zijn vastgesteld. Ik was verrast en onder de indruk van de innovatie en de omvang van de ideeën die in deze wedstrijd naar voren kwamen. Ik zie een echte verschuiving in denken en nieuwe ideeën die de wereld voorgoed zullen beïnvloeden.”

Meer gedetailleerde informatie over alle 2022 finalisten op de website.

[ad_2]

Source link

[ad_1]

DS Smith zet een grote stap in de verduurzaming van het productieproces op locatie in Eerbeek: op drie loodsen en op het productiedak van de fabriek in Eerbeek zijn zonnepanelen geïnstalleerd, goed voor ca. 11.850 vierkante meter aan dakoppervlak. Hierdoor kan de productie van de fabriek nu deels op zonne-energie gaan draaien. Naar verwachting zijn deze zonnepanelen goed voor het opwekken van zo’n 2 miljoen kWh per jaar: gelijk aan de energie die nodig is om jaarlijks meer dan 750 huishouders van stroom te voorzien.1

Alle stroom die de zonnepanelen leveren wordt ingezet in de fabriek: hierdoor reduceert DS Smith haar CO2-uitstoot met maar liefst 947 ton per jaar. Naast dat deze stap deel is van de eigen duurzaamheidsstrategie van DS Smith, sluit deze ook aan bij de doelstellingen van het programma Eerbeek-Loenen 2030. Binnen dit programma werken gemeente Brummen, industriekring Eerbeek Loenen (IKEL) en provincie Gelderland onder andere samen aan een energietransitie naar volledig duurzame energie.

Het installeren van de zonnepanelen vergde een flinke operatie: de dakconstructie van de fabriek is verstevigd en alle lichtkoepels zijn voorzien van extra brandwerend materiaal om de brandveiligheid te kunnen garanderen. In de Benelux blijft het voor DS Smith niet bij de fabriek in Eerbeek: Zo zijn er ook al panelen geïnstalleerd op de productielocaties in Almelo, Barneveld, Gent en Buggenhout.

Bjorn Reudink, Site Manager DS Smith Nederland is verheugd met de voltooiing van de installatie“Als productielocatie zijn we erin geslaagd om nu deels te kunnen overschakelen op zelf-opgewekte duurzame stroom. De overgang naar groene energie is cruciaal voor DS Smith om onze klimaatambities te behalen en in 2050 een uitstoot van net-zero te kunnen realiseren. We zijn trots dat we op lokaal niveau een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het verduurzamen van het productieproces en daarmee het verminderen van de uitstoot.”

Naar net-zero in 2050

De installatie van de zonnepanelen is in lijn met de ambitieuze klimaatdoelstellingen van het bedrijf die zijn uiteengezet in de Now and Next duurzaamheidsstrategie. Deze ambities omvatten een Science Based Target waarin een vermindering van 40% van de CO2-uitstoot per ton product is vastgelegd tegen 2030 (in vergelijking met de niveaus van 2019) en een uitstoot van ten minste netto-nul voor 2050. Om deze ambities te verwezenlijken investeert DS Smith de komende 28 jaar consistent in het verduurzamen van haar eigen operaties. De inzet op zelf-genererende duurzame energiebronnen zoals wind- en zonenergie maken eveneens onderdeel uit van deze investeringen.

1 https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/inzicht-in-je-energierekening/gemiddeld-energieverbruik

[ad_2]

Source link

[ad_1]

In een bijeenkomst op 20 september jl. presenteerden Schuttelaar & Partners (S&P) en ClimatePartner hun propositie om de samenwerking in te leiden. Binnen deze samenwerking bundelen beide partijen hun expertise om bedrijven binnen de voedselsector volledig te begeleiden op de weg naar klimaatneutraal. 

Klimaatneutraal produceren

‘Klimaatneutraal’ produceren betekent dat producten een netto-nul-emissiebalans hebben. Die balans kan bereikt worden door allereerst de uitstoot te berekenen via een wetenschappelijk erkende methode. De vervolgstap is om de emissies te reduceren. Wat er overblijft kan worden gecompenseerd in klimaatprojecten. Als dat alles gecontroleerd is en gecertificeerd wordt door een onafhankelijke partij, zoals ClimatePartner, dan mag er een klimaatneutrale claim gedragen worden. Met een klimaatneutraal label op de productverpakking.

Daarnaast begeleidt en adviseert ClimatePartner bedrijven over hun Net-Zero strategie. Schuttelaar & Partners is bedreven in klimaat een plek geven binnen de MVO strategie en daarover te rapporteren en te communiceren. Uiteindelijk dienen al deze inspanningen te leiden tot een toegevoegde waarde voor een bedrijf of product en tot het behalen van de doelstellingen zoals afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs. ClimatePartner en Schuttelaar & Partners zijn missie gedreven organisaties die graag samenwerken aan een duurzame en gezonde wereld.

Foto: Suzanne van der Pijll (Schuttelaar & Partners) en Robert Viertelhauzen (ClimatePartner) tekenen een overeenkomst om samen te werken.

[ad_2]

Source link

Berichten paginering