[ad_1]

De energietransitie versnelt en stelt ons elektriciteitssysteem voor grote uitdagingen. Nu traditionele energiebronnen zoals kolen en gas plaatsmaken voor zon en wind, neemt de variatie in energieaanbod toe. Om vraag en aanbod continu in balans te houden, is flexibiliteit essentieel. In een nieuw position paper schetst TenneT de rol van grootschalige batterijen in het hoogspanningsnet en benadrukt het belang van een zorgvuldige inpassing om systeemwaarde te realiseren.

Flexibiliteit en systeemwaarde

Batterijen vervullen een steeds belangrijkere functie in het elektriciteitssysteem. Zo kunnen ze energie opslaan bij overschotten en deze terugleveren wanneer er schaarste ontstaat. Zo bieden ze flexibiliteit en stabiliteit. Daarnaast kunnen batterijen op verschillende markten zowel financiële als systeemwaarde leveren. Ze kunnen inkomsten genereren op balanceringsmarkten, door regelvermogen te leveren of energie op te slaan en later – wanneer de prijzen hoog zijn – terug te leveren. Dit draagt bij aan prijsstabilisatie. Tegelijkertijd kunnen batterijen ingezet worden voor congestiemanagement, waardoor het net op piekmomenten wordt ontlast. Bovendien maakt hun snelle reactievermogen ze geschikt voor systeemdiensten zoals balanshandhaving en spanningsregulering.

Co-locatie en lange termijn opslag

Een belangrijke ontwikkeling is co-locatie: het combineren van batterijen met bestaande zonne- of windparken. Dit voorkomt extra netaansluitingen, bespaart kosten en vermindert druk op het elektriciteitsnet. Naast kortdurige opslag groeit de behoefte aan Long Duration Energy Storage (LDES). Hoewel LDES op korte termijn nog beperkt inzetbaar is, zal het op lange termijn bijdragen aan leveringszekerheid en integratie van hernieuwbare energie.

Groei in batterijvermogen

Tot op heden is er in Nederland nog geen officiële opslagdoelstelling vastgesteld. TenneT maakt in de scenario’s aannames op basis van de verwachte marktontwikkeling. Volgens de Monitor Leveringszekerheid 2025 verwacht TenneT dat in 2030 tussen de 5 en 7 GW aan batterijvermogen economisch rendabel is in het elektriciteitssysteem. Dit is een bijstelling ten opzichte van eerdere ramingen. Door de afbouw van conventioneel regelbaar vermogen zoals kolen- en gascentrales, de sterke toename van de elektriciteitsvraag en weersafhankelijke invoeding, zal de vraag naar flexibiliteit na 2030 blijven toenemen. Batterijen kunnen daar een belangrijke rol in spelen en voor 2050 loopt de verwachting op naar ruimte voor 14 tot 27 GW aan opgesteld batterijvermogen.

Ruimtelijke en economische aspecten

Voor een optimale ruimtelijke inpassing werkt TenneT aan een overzicht van stations waar TDTR-ruimte beschikbaar is. Dit helpt overheden bij het reserveren van locaties voor batterijprojecten. Overheden op nationaal en regionaal niveau zoeken duidelijkheid over hoeveel ruimte zij moeten reserveren voor batterijprojecten en waar deze idealiter gerealiseerd moeten worden. Overheden kunnen batterijontwikkelaars en netbeheerders helpen door aan te geven welke locaties wel en niet ruimtelijk geschikt zijn voor de ontwikkeling van batterijen. Hiermee kunnen zij de markt en netbeheerders sneller duidelijkheid geven over de haalbaarheid van projecten.

Uitdagingen bij inpassing en ongelijk speelveld

De inzet van batterijen brengt ook uitdagingen met zich mee. Wanneer batterijen primair reageren op marktprikkels, kunnen ze juist extra druk op het net veroorzaken. TenneT stelt daarom randvoorwaarden voor een veilige en betrouwbare inzet. Via instrumenten zoals congestiemanagement, capaciteitssturende contracten (CSC) en alternatieve contractvormen zoals tijdsduurgebonden transportrecht (TDTR) zorgt TenneT ervoor dat batterijen bijdragen aan systeemwaarde.

Batterijen kunnen een belangrijk onderdeel vormen van het toekomstige elektriciteitssysteem. Ze bieden flexibiliteit, ondersteunen de integratie van hernieuwbare energie en kunnen bijdragen aan het verminderen van netcongestie. Maar economisch gezien staat de businesscase voor batterijen in Nederland momenteel onder druk door hoge transportkosten en een ongelijk speelveld ten opzichte van buurlanden. In België zijn batterijen vrijgesteld van transportkosten, terwijl Duitsland deels subsidieert. In Nederland blijkt een rendabele businesscase vrijwel alleen mogelijk via het Tijdsduurgebonden Transportrecht (TDTR)-contract, dat gebruikmaakt van restruimte op het net.

Bron: TenneT

[ad_2]

Source link

[ad_1]

PowerField heeft de bouw van zeven zonneparken voltooid en daarmee ruim 170 megawattpiek (MWp) toegevoegd aan het portfolio. Daarmee beschikt PowerField nu over 300 MWp aan operationele zonneparken. Deze projecten vormen een belangrijk onderdeel in de strategie van PowerField waarin de opwek, opslag en trading van zonne-energie samenkomen. 

Met de recente oplevering van Zonnepark De Mun in Noord-Brabant is de bouwfase van de zeven projecten afgerond. De zonneparken bevinden zich in de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Drenthe.

Een deel van de zonneparken is door PowerField ontwikkeld. Een ander deel heeft PowerField voorafgaand aan de bouw overgenomen van projectontwikkelaars. Inmiddels zijn alle projecten operationeel en worden in de komende maanden de laatste afrondende werkzaamheden uitgevoerd.

“De ingebruikname markeert een belangrijke mijlpaal in de uitbreiding van ons portfolio”, vertelt Jean-Louis Bertholet, CEO van PowerField. “PowerField heeft nu meer dan 300 MWp aan operationeel vermogen verspreid over Nederland, waarmee we zonne-energie stabiel en evenwichtig kunnen opwekken. Dankzij de combinatie met opslag en trading spelen we flexibel in op de actuele elektriciteitsvraag.”

Met deze aanpak kan PowerField zonne-energie doelgericht inzetten, helpen het elektriciteitsnet in balans te houden en overbelasting te voorkomen. Zo wil PowerField zorgen voor een stabiele, duurzame en toekomstbestendige energievoorziening in Nederland.

Afbeeldingen: recent opgeleverde zonneparken; Zonnepark Boxmeer en Zonnepark Zevent (PowerField – Dustin Kruisman)

Bron: PowerField

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Toerisme is wereldwijd verantwoordelijk voor circa 7% van de totale CO2-uitstoot, waarbij naast de luchtvaart, ook de hotelbranche een aanzienlijk aandeel heeft. Uit een inventarisatie van ING Research blijkt dat duurzaamheid bij veel hotelketens in Nederland geen topprioriteit is. Gastcomfort wint het nog altijd van klimaatambities. Na een eerste golf van laagdrempelige energiebesparende maatregelen stokt de verdere verduurzaming in de sector. Verschillende hotels maken een pas op de plaats met investeringen vanwege economische onzekerheid en de op handen zijnde btw-verhoging. Maar ook de consument werkt niet mee: uit de ING Vraag van Vandaag blijkt dat duurzaamheid bij een meerderheid van de hotelgasten nauwelijks tot geen rol speelt in de hotelkeuze. Toch is een verdere verduurzaming onvermijdelijk om de sector toekomstbestendig te maken. Dit vraagt om een duidelijk en consistent overheidsbeleid én een actievere vraag naar duurzamere oplossingen vanuit hotelgasten en andere partners.

Concrete klimaatambities ontbreken

Uit een inventarisatie van ING Research onder de twintig grootste hotelketens die actief zijn op de Nederlandse markt blijkt dat meer dan de helft van de hotelketens geen concrete klimaatdoelen openbaar heeft gepubliceerd. Sommige hotelketens hebben niet meer dan een algemene MVO-verklaring op hun website staan. Bovendien zijn veel duurzaamheidsrapporten van hotelketens zeer summier, ook die van enkele grote internationale ketens.

Horeca dit jaar terughoudend met investeringen in duurzaamheid

Nadat Nederlandse horecabedrijven, waaronder hotels, restaurants en vakantieparken, de afgelopen jaren een inhaalslag hebben gemaakt wat betreft investeringen in energiebesparing, wordt er dit jaar een pas op de plaats gemaakt. Dit komt doordat de meest laagdrempelige investeringen op het gebied van water- en energiebesparing, zoals waterbesparende douchekoppen en led-verlichting, inmiddels zijn gerealiseerd. Een verdere verduurzaming vraagt om forse investeringen, waar veel hotels en hotelketens mee willen wachten, onder meer vanwege de economische en geopolitieke onzekerheid. Daarnaast geven meerdere hoteliers aan een pas op de plaats te maken met duurzame investeringen vanwege alle onzekerheid rondom de geplande btw-verhoging in 2026.

Duurzamer gedrag bij hotelgasten stimuleren nodig

Naast energie- en waterbesparingen zijn afvalreductie, het tegengaan van voedselverspilling en duurzamer gedrag bij hotelgasten eveneens cruciale factoren om de CO2-uitstoot verder te verlagen. Gedragsverandering van hotelgasten bewerkstelligen is in theorie een relatief goedkope oplossing die aanzienlijke CO2-besparing kan opleveren. Door hotelkamers minder vaak schoon te maken en handdoeken niet dagelijks te wisselen kan op het water- en energieverbruik worden bespaard. Hotels zetten hier dan ook steeds vaker op in, al mag het niet ten koste gaan van comfort, is de heersende overtuiging in de sector.

Duurzaamheid speelt nauwelijks tot geen rol in de hotelkeuze

Hoe duurzaam is het gedrag van de hotelgast? Duurzaamheid speelt bij een meerderheid (77%) van de hotelgasten in de praktijk vaak nog geen belangrijke factor in de hotelkeuze, zo blijkt uit de ING Vraag van Vandaag. Opvallend is dat dit ook geldt voor een meerderheid van de twintigers, of wel de zogenoemde GenZ-generatie, die veelal als meest duurzame generatie wordt gezien. Ondanks een groeiend bewustzijn op het gebied van duurzaamheid blijft prijs voor de meeste gasten de doorslaggevende factor in de hotelkeuze. Bijna 80% van de hotelgasten is niet bereid extra te betalen voor een duurzamere kamer. Circa 20% is dat wel, voornamelijk gasten van 60 jaar en ouder.

Huidige financiële beloningen lijken weinig effectief

Kleine financiële prikkels, zoals korting of een gratis drankje, lijken weinig effectief om hotelgasten tot duurzamer gedrag te bewegen. Uit de ING Vraag van Vandaag blijkt dat slechts één op de tien hotelgasten bereid is de dagelijkse schoonmaak over te slaan als daar een kleine beloning tegenover staat. Voor het overslaan van de dagelijkse handdoekenwissel is de bereidheid nog lager: slechts 5% van de gasten gaat hiermee akkoord in ruil voor een gratis drankje. Het invoeren van een toeslag voor bijvoorbeeld de dagelijkse schoonmaak heeft een grotere impact. Zo ziet een meerderheid van de hotelgasten hiervan af als er extra kosten aan verbonden zijn.

Transitie naar een duurzamere sector

“Hoewel veel hotels al stappen hebben gezet op het gebied van duurzaamheid, is verdere verduurzaming nodig om de sector toekomstbestendig te maken”, stelt Sjuk Akkerman, Sector Banker Leisure en Services bij ING. “De overheid kan hierin een belangrijke rol spelen door een betrouwbaar kader en financiële prikkels te bieden. Tegelijkertijd moeten hotelgasten en andere stakeholders, zoals touroperators en boekingsplatformen, gestimuleerd worden om bewustere en duurzamere keuzes te maken. Dit creëert ruimte voor een rendabele business case rondom verduurzaming. Met consistente regelgeving, betrouwbare data en slimme businessmodellen kan de transitie naar een duurzamere sector worden versneld. Dit vraagt om een goed samenspel tussen overheid, sector en hotelgasten.”

Bron: ING

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Hoe functioneert het Nederlandse innovatielandschap in een omgeving die kwetsbaarder is geworden? Nederlandse bedrijven zijn verdeeld over de invloed van deze geopolitieke omstandigheden op hun bedrijfsvoering. Het bedrijfsleven blijkt slechts beperkt bestand tegen uitval van essentiële voorzieningen. Het merendeel van de bedrijven kan binnen een halve dag niet meer functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Veel bedrijven hebben wel enkele voorzorgsmaatregelen getroffen, maar de omvang daarvan blijft wel beperkt; organisaties die meer maatregelen nemen, blijken gemiddeld weerbaarder. De Nederlandse Innovatie Monitor is een van de grootste jaarlijkse vragenlijstonderzoeken naar innovatie en ondernemerschap onder Nederlandse bedrijven. De Nederlandse Innovatie Monitor is onder regie van Prof. dr. Henk Volberda uitgevoerd. Hij is als hoogleraar strategie & innovatie verbonden aan de UvA. SEO Economisch onderzoek heeft de Monitor uitgezet. De bevindingen zijn gestoeld op de antwoorden van een gewogen representatieve steekproef van leidinggevenden en bestuurders van Nederlandse bedrijven.

Bedrijven verwachten ook dat hogere defensie-uitgaven zullen leiden tot verdere krapte en verdringing op de arbeidsmarkt, maar zien hierin tegelijkertijd kansen voor innovatie in bestaande en nieuwe markten.

De inspanningen op het gebied van radicale, incrementele en managementinnovatie blijven vooralsnog stabiel. De aandacht voor verduurzaming neemt verder af: nog slechts een derde van de bedrijven heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen, tegen bijna twee derde in 2022. Ook de doorsnee klimaatinvesteringen zijn gehalveerd, van 4 naar 2 procent van de omzet.

Sleuteltechnologieën worden nog beperkt toegepast, met uitzondering van cybersecurity en kunstmatige intelligentie, waar organisaties zowel in gebruik als in organisatorische volwassenheid snel vooruitgang boeken.

Hieronder volgen de voornaamste bevindingen van de Nederlandse Innovatie Monitor 2025:

    1. Bedrijven zijn verdeeld over de invloed van de geopolitieke context op hun bedrijfsvoering; Voor het bedrijfsleven als geheel geldt dat 43 procent de geopolitieke context in de brede zin (internationale spanningen, handelsrelaties, internationale afhankelijkheden etc.) als enigszins tot zeer invloedrijk ervaart, terwijl 38 procent aangeeft hier beperkt of geheel geen last van te ondervinden. Henk Volberda stelt dat “bij organisaties die hoofdzakelijk internationaal actief zijn, de invloed duidelijk groter is: 53 procent ervaart geopolitieke factoren als ten minste enigszins van invloed, waarvan 19 procent zelfs van zeer grote invloed en nog eens 11 procent van een grote invloed spreekt”.
    2. Het Nederlandse bedrijfsleven is kwetsbaar voor uitval van essentiële voorzieningen; Het merendeel van de bedrijven blijkt al binnen een halve dag niet meer te kunnen functioneren zonder elektriciteit, telecom of andere ICT-diensten. Na een week zonder deze voorzieningen kan nog slechts 6 procent van de bedrijven opereren zonder stroom, 10 procent zonder telefonie en internet en 18 procent zonder ICT-diensten. Dit onderstreept volgens Volberda “de grote afhankelijkheid van het Nederlandse bedrijfsleven van deze vitale voorzieningen”. Gevraagd naar hun ‘noodpakket’ met getroffen voorzorgsmaatregelen voor het niet-functioneren van vitale voorzieningen blijkt dat een op de vijf bedrijven (ruim 21 procent) nog niets heeft ondernomen.
    3. Hogere defensie-uitgaven zorgen voor krapte en verdringing, maar bieden ook kansen; Bedrijven verwachten dat dit vooral voelbaar zal zijn op de arbeidsmarkt, waar een kleiner personeelsaanbod tot verdere krapte kan leiden. Ook voorzien veel ondernemingen een negatief effect op hun eigen R&D-investeringen, mogelijk door verdringingseffecten op de arbeidsmarkt voor onderzoekspersoneel. Maar het biedt volgens Henk Volberda ook kansen: “hogere defensie-uitgaven kunnen de vraag in bestaande markten stimuleren en toegang bieden tot nieuwe markten”.
    4. De volwassenheid van bedrijven op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) neemt toe; Bedrijven geven aan vooral een inhaalslag te hebben gemaakt in organisatorische en personele capaciteiten die nodig zijn om AI effectief toe te passen. Daarnaast lijkt het beeld van de achterblijvende bedrijfsprestaties te kantelen. Volberda stelt dat “met name jonge, internationaal actieve bedrijven in de ICT-sector en zakelijke en financiële dienstverlening een hoge AI-volwassenheid kennen”.
    5. De toepassing van veel andere sleuteltechnologieën is vooralsnog beperkt; Momenteel gebruikt ongeveer de helft van de bedrijven cybersecuritytechnologieën en zo’n veertig procent past AI of data science toe. De overige sleuteltechnologieën worden door aanzienlijk minder bedrijven toegepast en bevinden zich vaak nog in de experimentele fase. Toepassingen van sleuteltechnologieën komen voor in vrijwel alle sectoren en regio’s, maar de Monitor laat volgens Volberda duidelijk een aantal regionale clusters zien: “halfgeleidertechnologie, optische systemen en (opto)mechatronica concentreert zich vooral in Noord-Brabant, quantumtechnologie in Zuid-Holland en AI en data science in Noord-Holland”.
    6. Bedrijven worden steeds minder klimaatambitieus; Het aandeel bedrijven met ambitieuze klimaatdoelstellingen — gedefinieerd als bedrijven die vóór 2030 streven naar een verwaarloosbare ecologische voetafdruk — is dit jaar opnieuw gedaald, van 38 procent naar 35 procent. In de laatste twee jaren groeit ook het aandeel bedrijven dat geen of pas na 2050 een verwaarloosbare voetafdruk ambieert naar 31 procent van de bedrijven. Dit wijst erop dat niet enkel sprake is van verschuiving van klimaatambities met het dichterbij komen van 2030, maar ook met een bredere terugval in klimaatambities. Henk Volberda stelt zorgelijk dat “vooral bedrijven met de grootste ecologische voetafdruk minder ambitieus zijn geworden”.
    7. Innovatie-inspanningen, bedrijfsprestaties en investeringen vertonen een wisselend beeld; De inspanningen van bedrijven op het gebied van radicale innovatie (nieuwe producten/diensten voor nieuwe markten/klanten) en managementinnovatie (nieuwe vormen van organiseren, leidinggeven en samenwerken) zijn dit jaar licht toegenomen. Daarentegen neemt de incrementele innovatie (verbeterde producten/diensten voor bestaande markten/klanten) verder af, in lijn met de dalende trend van voorgaande jaren. Bedrijven zijn bovendien iets minder positief over hun eigen prestaties. Ook investeringen staan, zo stelt Henk Volberda  onder druk: “ vooral op het terrein van verduurzaming en in mindere mate op het gebied van de ontwikkeling van personeel en ICT”.

Bron: Amsterdam Centre for Business Innovation

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Het Nederlandse bedrijf Perpetual Next, biomethanol-producent, en de Amerikaanse reactorbouwer TSI vieren vandaag hun langdurige samenwerking met de officiële start van de bouw van de grootste torrefactiereactor ter wereld, in Estland.

De reactor is een belangrijk onderdeel van Perpetual Next’s Biomethanol Blueprint, die momenteel wordt uitgerold op vier productielocaties in Europa en de Verenigde Staten. Deze blauwdruk voor grootschalige biomethanolproductie, gebaseerd op bewezen industriële technologie, maakt snelle, seriematige opschaling op commerciële schaal mogelijk. De blauwdruk is ontwikkeld in samenwerking met onder andere Air Liquide en Perpetual Next’s huisingenieursbureau Fluor en levert 220.000 ton biomethanol per jaar per productielocatie.

Brandstof voor de scheepvaart

Als onderdeel van de blauwdruk sloten TSI en Perpetual Next in maart vorig jaar een overeenkomst voor de productie van acht grootschalige torrefactiereactoren, elk met een capaciteit van 80.000 ton hernieuwbare koolstof per jaar. Deze koolstof wordt vervolgens via vergassing en methanolsynthese omgezet in biomethanol, dat dient als grondstof voor chemie én als brandstof voor de scheepvaart. TSI CEO Benny Teal: “TSI is vereerd door Perpetual Next te zijn geselecteerd als leverancier van torrefactietechnologie voor de productie van biomethanol. De innovatie, vastberadenheid en pioniersgeest van Perpetual Next laten ons allemaal zien hoe we allemaal ons voordeel kunnen doen met de snelgroeiende markt voor hernieuwbare koolstof.”

Technische en strategische samenwerking

Na de succesvolle installatie van een grote TSI-drooginstallatie voor voorbehandeling op de productielocatie van Perpetual Next in Estland in 2020, nam TSI in mei 2025 met succes een torrefactiereactor in gebruik bij zijn eigen productiefaciliteit in Georgia (VS). Rene Buwalda, CEO van Perpetual Next: “Deze technologische mijlpalen waren de opmaat naar de bouw van de grootste torrefactiereactor ter wereld en onderstrepen de solide technische en strategische samenwerking tussen TSI en Perpetual Next. We kijken uit naar de volgende stappen!”

Foto bovenaan: John Teal (Vice President van TSI) en Rene Buwalda (CEO van Perpetual Next)

Bron: Perpetual Next

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Om de uitdagingen van netcongestie aan te pakken bij het eCommerce distributiecentrum in Ede, werkt AS Watson Health & Beauty Benelux samen met Sunrock. Een betrouwbare en duurzame energieoplossing moet de groeiplannen van de internationale health & beauty retailer ondersteunen.

Binnen de samenwerking ontwikkelde Sunrock een innovatieve, volledig geïntegreerde achter-de-meterenergieoplossing. Door de combinatie van zonnepanelen op het dak en batterij-opslag aangestuurd door een slim Energy Management System (EMS) ontstaat een stabiele totaaloplossing die bijdraagt aan AS Watsons duurzaamheidsambities. Die waarborgt niet alleen de betrouwbaarheid van de energievoorziening vandaag, maar legt ook de basis voor toekomstige uitbreiding en duurzame groei van AS Watson, bekend van retailmerken als Kruidvat en Trekpleister.

AS Watson haakte Sunrock aan, toonaangevend Europese ontwikkelaar van hernieuwbare energieoplossingen voor logistieke en industriële locaties, om de uitrol van mechanisatie bij het eCommerce distributiecentrum in Ede te ondersteunen. De faciliteit, waar alle online klantorders voor Kruidvat en Trekpleister worden verwerkt, werd geconfronteerd met toenemend energieverbruik en tegelijkertijd met beperkingen door netcongestie. Om die uitdaging het hoofd te bieden was een investering in de energie-infrastructuur noodzakelijk. De lokale energieoplossing maakt het mogelijk voor het distributiecentrum om de activiteiten verder uit te breiden zonder beperkt te worden door netcongestie. Het batterijsysteem vangt pieken in het energieverbruik op en maximaliseert het gebruik van zonne-energie in de operatie van AS Watson. Dit alles wordt volledig aangestuurd door het EMS-platform van Sunrock. De complete achter-de-meter oplossing bestaat uit:

  • 300 kW / 929.5 kWh Battery Energy Storage System (BESS), zonne-energiesysteem (0,8 MWp), omgezet van netlevering naar lokaal verbruik, om de inzet van de zonne-energie te optimaliseren
  • geavanceerd Energy Management System (EMS), dat operationele uitbreiding mogelijk maakt ondanks netbeperkingen, lokaal gebruik van hernieuwbare energie maximaliseert en zorgt voor een toekomstbestendige energievoorziening tijdens piekperioden.

“Met de inzet van automatisering en robotica maken we het werk gemakkelijker en efficiënter, en verhogen we de klanttevredenheid. Een betrouwbare energievoorziening speelde hierin een cruciale rol, die we in lijn met onze duurzaamheidsdoelen zoveel mogelijk uit fossielvrije bronnen wilden halen. Nadat netcongestie als belangrijke uitdaging is geïdentificeerd, heeft het team van Sunrock een innovatieve energieoplossing ontwikkeld en geïmplementeerd die het PV-systeem volledig benut en zo een duurzame en efficiënte energievoorziening levert, perfect afgestemd op de specifieke beperkingen en behoeften van de locatie,” aldus Alexander Webhofer, Head of Supply Chain Online Business Benelux bij AS Watson.

“Dit is een uitstekend voorbeeld van hoe wij onze klanten helpen om voorop te blijven lopen ondanks de beperkingen van het elektriciteitsnet. Door opslag, zonne-energie en slimme energiesturing te integreren, hebben we een flexibel en robuust systeem gecreëerd dat zowel energieonafhankelijkheid als langetermijnwaarde ontsluit,” zegt Karlijn Elias-Peters, Managing Director Nederland bij Sunrock.

Vincent Meulendijks, Project Developer bij Sunrock, vult aan: “Vanaf het allereerste begin hebben we nauw samengewerkt met AS Watson om de volledige omvang van de uitdaging in kaart te brengen. Het is mooi om te zien hoe de onze op maat gemaakte energieoplossing de uitbreiding van de activiteiten van AS Watson mogelijk maakt met een combinatie van duurzame zonne-energie en batterijopslag. We danken AS Watson voor hun vertrouwen en de succesvolle samenwerking.”

Foto: eCommerce distributiecentrum in Ede. Binnen de samenwerking ontwikkelde Sunrock een innovatieve, volledig geïntegreerde achter-de-meterenergieoplossing. Copyright: Sunrock.

 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief Klimaat & Energie om op de hoogte te blijven!

 

 

Bron: Sunrock

[ad_2]

Source link

[ad_1]

DeWarmte introduceert vandaag een nieuwe slimme sturing voor haar warmtepompboilers, waarmee Nederlandse huishoudens hun warm water kunnen gebruiken als een efficiënte ‘warmtebatterij’. De oplossing speelt direct in op twee urgente problemen: de toenemende net congestie en de snel stijgende kosten voor zonnepanelenbezitters door de afschaffing van de salderingsregeling.

Warmtepompboiler als warmtebatterij

De nieuwe slimme sturing zorgt ervoor dat de warmtepompboiler water verwarmt op de beste momenten. Bijvoorbeeld wanneer zonnepanelen stroom opwekken of wanneer dynamische stroomprijzen laag, of zelfs negatief zijn. Heb jij een dynamisch energiecontract van Frank Energie, dan wordt de boiler nog slimmer aangestuurd. De Pomp T stuurt dan niet alleen op basis van de dynamische tarieven, maar ook op prijsontwikkelingen op de onbalans-, de intraday-, en de frequentiemarkt. Zo bespaart de klant niet alleen extra veel op de energierekening, maar wordt de warmtepompboiler ook actief ingezet om net congestie te voorkomen..

Het opgeslagen hete water kan vervolgens worden gebruikt op momenten dat de stroomprijs hoog is of wanneer er geen zon opwekking is. Zo wordt de warmtepompboiler een volwaardige warmtebatterij die comfort levert én energiekosten verlaagt.

Over DeWarmte

Sinds de oprichting in 2019 werkt DeWarmte aan één duidelijke missie: heel Nederland makkelijk van het gas af helpen. Met deze innovatie zijn warmtepompen van DeWarmte nog beter voorbereid op de uitdagingen van de toekomst. Hierdoor kunnen Nederlanders nog makkelijker de keuze maken om nu al van het gas af te gaan.

DeWarmte is een Nederlandse warmtepomp fabrikant en installateur die de volledige keten in eigen hand heeft. Door geen tussenpartijen te gebruiken, blijven de kosten laag en kan feedback van klanten direct verwerkt worden in nieuwe producten. Hierdoor kan het bedrijf zijn systemen voortdurend verbeteren.

Over Frank Energie

Frank Energie is een Nederlandse energieleverancier actief in Nederland, België, Spanje en Frankrijk. Het bedrijf biedt dynamische energiecontracten en slimme diensten zoals Slim Laden (EV), Slim Handelen (thuisbatterij) en Slim Terugleveren (zonnepanelen). Met de lancering van ‘Slim Verwarmen’ kunnen nu ook elektrische warmtepompen actief bijdragen aan een stabieler, schoner en betaalbaarder energiesysteem. DeWarmte is als eerste warmtepompfabrikant aangesloten bij Slim Verwarmen van Frank Energie.

 

Bron: DeWarmte

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De gebouwde omgeving staat voor een enorme uitdaging: hoe zorgen we dat grootschalige renovaties en nieuwbouw écht Paris Proof zijn? Het verschil tussen theoretisch energiegebruik en het werkelijke gebruik, ook wel de energy performance gap genoemd, blijkt in de praktijk vaak groot. Om dit risico te verkleinen, publiceert DGBC de ‘Handreiking Paris Proof en WENG bij grootschalige renovaties en nieuwbouw’. Deze handreiking biedt een procesmatige aanpak voor projectteams en ondersteunt betrokken partijen bij het realiseren van ambitieuze energieprestaties: Paris Proof bij ingrijpende renovaties en WENG bij nieuwbouw.

“We krijgen geregeld de vraag hoe aan Paris Proof of WENG voldaan kan worden als dit in de uitvraag staat”, legt betrokken Programmamanager Eefje Stutvoet uit. “Of een pand echt Paris Proof of WENG is, kan pas beoordeeld worden als het minimaal een jaar in gebruik is. Met deze handreiking geven we zowel de ontwikkelaar als de toekomstige eigenaar duidelijke stappen die nodig zijn om de Paris Proof-ambitie te halen en het risico op de energy performance gap te verminderen.”

Duidelijke kaders

De handreiking is bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij grootschalige renovaties en nieuwbouw: van opdrachtgevers en ontwerpers tot uitvoerders. Met de handreiking biedt DGBC deze stakeholders duidelijkheid over de rollen en verantwoordelijkheden die deel uitmaken van het proces, om te komen tot een Paris Proof (ingrijpende) renovatie of WENG-nieuwbouwpand.

De handreiking onderscheidt zich door de focus op het werkelijke energiegebruik in plaats van theoretische berekeningen. Bij WEii is niet het theoretisch (voorspelde) energiegebruik leidend in de certificering, maar het werkelijke energiegebruik – aangetoond met energierekeningen. Ook geeft de handreiking met behulp van WEii-klassen richting aan de energetische doelstellingen die in de markt soms nog niet compleet duidelijk zijn: WEii klasse WENG voor nieuwbouw (panden opgeleverd vanaf januari 2021) en WEii-klasse Paris Proof voor bestaande bouw/renovatie.

Daarnaast biedt de handreiking een kader waarmee projecten al (in de ontwerpfase) op de markt kunnen worden als gezet als zijnde Paris Proof (Paris Proof-ambitiestelling), zonder dat het project nog daadwerkelijk gecertificeerd is. Certificering is namelijk pas mogelijk op het moment dat het gebouw daadwerkelijk in gebruik is. Met deze aanpak kunnen projecten hun duurzame ambities dus al eerder zichtbaar maken

De handreiking op het Paris Proof Congres 2025

Tijdens het Paris Proof Congres dat DGBC organiseert op 27 november 2025 staat een deelsessie over Paris Proof en WENG op het programma. Programmamanager Paris Proof Eefje Stutvoet spreekt onder andere met Christa de Vaan van Arup en Bert Elkhuizen van INNAX over het borgen van energetische ambities bij nieuwbouw en grootschalige renovaties. Daarbij staan de volgende vragen centraal:

  • Hoe krijg je meer zekerheid dat een nieuw pand dat je koopt ook echt WENG is?
  • Wanneer mag je Paris Proof of WENG op je bouwbord zetten? Hoe verklein je het risico op de energy performance gap?
  • Wat neem je mee in de huurdersovereenkomst?

Foto: DGBC

 

[ad_2]

Source link

[ad_1]

Op 28 november laat Trees for All met Green Friday opnieuw een tegengeluid horen op de koopgekte rond Black Friday. En dat is hard nodig, blijkt uit een peiling onder Nederlandse consumenten. Veel Nederlanders weten dat dit jaarlijkse koopfestijn schadelijk is voor het milieu, maar gedragen zich er (nog) niet naar. Vooral jongeren zijn gevoelig voor de koopverleiding, blijkt uit een nieuwe peiling van Trees for All, uitgevoerd door Factsnapp.

Om een positief tegengeluid te laten horen, organiseert Trees for All voor het zevende jaar op rij Green Friday. De stichting roept consumenten en bedrijven op om níet mee te gaan in de Black Friday-gekte. En in plaats daarvan iets goeds te doen voor de aarde, zoals bomen planten in het Green Friday Forest.

Bewustzijn is er, verleiding blijft groot

Hoewel kortingen steeds lager worden en soms zelfs nep zijn, duurt de aanloop naar Black Friday dit jaar alleen maar langer. Slimme marketingtrucs en de ‘fear of missing out’ verleiden ons om spullen te kopen die we eigenlijk niet nodig hebben. Die impulsaankopen zorgen voor overconsumptie, afval en vervuiling, waardoor de aarde verder uitgeput raakt.

Daar zijn veel kopers (41,7%) zich bewust van, blijkt uit de peiling van Trees for All. Toch leidt dit nog niet altijd tot duurzamer koopgedrag. Vooral jongeren zijn gevoelig voor Black Friday verleidingen. Meer dan de helft van de vrouwen van 16 tot 29 jaar zegt spullen te kopen die ze anders niet zouden aanschaffen. Bij de jonge mannen is dat 32,6%.

Kloof tussen weten en doen

Volgens Trees for All laat de kloof tussen ‘weten en doen’ duidelijk zien hoe hard een tegengeluid nog steeds nodig is. Met Green Friday maakt de stichting daarom een statement tegen overconsumptie. Een groeiend aantal Nederlanders sluit zich daarbij aan. Uit de peiling blijkt dat ruim 1 op de 4 ondervraagden het koopfestijn dit jaar bewust aan zich voorbij laat gaan. Een derde vindt zelfs dat Black Friday moet worden afgeschaft.

Aanplant Green Friday Forest in Brabant

Wie zich aansluit bij de Green Friday-beweging, (ver)koopt geen Black Friday-deals en geeft de aarde juist iets terug. Dat kan op veel manieren, bijvoorbeeld door op 28 november een boom te planten in het Green Friday Forest in natuurgebied Het Groene Woud in Noord-Brabant.

Al meer dan 2.000 organisaties en consumenten doen mee, waaronder Intratuin, Stayokay en Leger des Heils ReShare. Ook bekende Nederlanders zoals actrice Jennifer Hoffman, Sanne Vogel en impactexpert Babette Porcelijn steunen het initiatief.

“Het is positief dat steeds meer mensen zich achter Green Friday scharen”, zegt Marieke Romano, directeur bij Trees for All. “Tegelijkertijd liggen koopverleidingen nog steeds op de loer. Met Green Friday willen we bewuster koopgedrag stimuleren en laten zien dat je met een kleine actie als het planten van een boom iets positiefs kunt doen voor de wereld.”

‘Live planting’ met influencers

Ook influencers Sara Dubbeldam (duurzame mode-activist) en Dennis Vink (bioloog) planten bomen in het Green Friday Forest. Wie hier niet bij aanwezig kan zijn, kan zo via een Instagram-livestream van Trees for All meekijken hoe alle bomen de grond ingaan.

Sara Dubbeldam: “Green Friday is voor mij een essentieel tegengeluid in deze tijd. Overconsumptie wordt als feest verkocht, terwijl achter de gekte een ziek systeem schuilgaat. Niet focussen op kopen, maar op betekenis, zoals bomen planten, geeft zóveel meer voldoening. We kunnen samen laten zien dat het anders kan, dus ik hoop dat zoveel mogelijk mensen en merken meedoen.”

Deelname Green Friday

Trees for All benadrukt dat Green Friday geen oproep is om nooit meer iets te kopen, maar een moment om stil te staan bij het systeem dat overconsumptie stimuleert. Iedereen kan meedoen met Green Friday door de kortingen links te laten liggen en een boom te planten. Bedrijven kunnen zich aansluiten door op 28 november geen Black Friday-deals aan te bieden en minimaal tien bomen te doneren aan Trees for All.

Foto: Trees for All 

Bron: Trees for All

[ad_2]

Source link

[ad_1]

De Europese Unie heeft tijdens de COP30-klimaatconferentie van de VN in het hart van de Amazones eensgezind gepleit voor krachtige klimaatactie en de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. De EU-onderhandelaars streefden naar meer ambitie en werkten samen met partners om tot een overeenkomst te komen waarin wordt erkend dat de 1,5 °C-grenswaarde voor wereldwijde gemiddelde temperaturen binnen bereik moet blijven en dat moet worden afgestapt van fossiele brandstoffen.

In een tijdperk van veranderende geopolitiek en toenemende desinformatie, en met gemeenschappen over de hele wereld die steeds meer klimaateffecten voelen, is het belangrijker dan ooit om achter onze kernbeginselen te staan in de strijd tegen klimaatverandering: wetenschap, multilateralisme en samenwerking met mondiale partners, met name de meest kwetsbaren.

Tijdens de COP30 hebben 113 partijen in totaal 86 nationaal bepaalde bijdragen (NDC’s) in het kader van de Overeenkomst van Parijs ingediend. Dit omvat de nieuwe NDC van de EU met een vermindering van de nettobroeikasgasemissies met 66,25-72,5 % ten opzichte van het niveau van 1990 tegen 2035, die alle sectoren van de economie en alle broeikasgassen omvat. De temperatuurniveaus zijn in de loop der jaren sterk veranderd. Zelfs als er meer vooruitgang nodig is om de temperatuurdoelstelling te bereiken, zal de volledige uitvoering van de meest recente NDC’s de emissiecurve buigen en een aanzienlijke collectieve vooruitgang in de richting van de temperatuurdoelstelling opleveren.

De partijen bij de COP zijn het eens geworden over de “mondialeMutirão” die gericht is op een verenigde en collectieve inspanning om gemeenschappelijke klimaatoplossingen voor deze planeet uit te rollen. Diepgaande, snelle en aanhoudende reducties van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zijn de enige manier om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C zonder of met beperkte overschrijding. De huidige trajecten zijn echter niet voldoende om dit doel te bereiken. Een nieuwe “Global Implementation Accelerator” zal een wereldwijde respons bieden op de mitigatiekloof en de uitvoering in alle sectoren versnellen om 1,5 C binnen bereik te houden. Het omvat steun aan landen om hun NDC’s, nationale aanpassingsplannen en de tweejaarlijkse transparantieverslagen (BTR’s) ter plaatse uit te voeren. Zowel de onlangs gepubliceerde VN-syntheseverslagen over de NDC’s als de BTR’s maakten duidelijk dat er meer inspanningen nodig zijn om de doelstellingen van Parijs te bereiken.

De EU blijft zich ten volle inzetten voor alle klimaatverbintenissen die de afgelopen jaren samen met mondiale partners zijn overeengekomen, met name in Dubai en Bakoe. Naarmate de transitie naar schone energie wereldwijd versnelt, zal de EU de mondiale toezeggingen blijven nakomen om af te stappen van fossiele brandstoffen,de geïnstalleerde capaciteit van hernieuwbare energiebronnen te verdrievoudigen en het wereldwijde tempo van verbeteringen van de energie-efficiëntie tegen 2030 te verdubbelen, zoals overeengekomen in het kader van de mondiale inventarisatie tijdens de COP28.

In het kader van de mondiale doelstelling inzake klimaatadaptatie hebben de partijen overeenstemming bereikt over een reeks indicatoren om investeringen en programma’s op het gebied van aanpassing te sturen en mogelijk te maken. Zij riepen ook op tot verdrievoudiging tegen 2035 van de financiering voor aanpassing in het kader van de toezeggingen inzake klimaatfinanciering, ook bekend als het nieuwe collectieve gekwantificeerde doel van COP29 vorig jaar.

Een coalitie van meer dan 80 bereidwillige landen, waaronder de EU en haar lidstaten, lanceerde onder leiding van Brazilië een partnerschap om af te stappen van fossiele brandstoffen. De partijen kwamen ook overeen de uitvoering van de trajecten voor een rechtvaardige transitie naar 1,5 °C te versnellen. Zij erkennen het belang van mensenrechten, arbeidsrechten, gendergelijkheid, inclusieve betrokkenheid van belanghebbenden en sociale dialoog.

De indiening van het allereerste tweejaarlijkse transparantieverslag tegen eind 2024 door 119 partijen, waaronder de Europese Unie, was een belangrijke stap om collectieve vooruitgang te laten zien bij de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs; desalniettemin moeten er meer inspanningen worden geleverd.

Belangrijkste aankondigingen tijdens COP30

Parallel aan de onderhandelingen in Belem steunde de EU verschillende plurilaterale initiatieven. In nauwe samenwerking met het Braziliaanse voorzitterschap heeft de EU bijgedragen tot het verkrijgen van een verklaring van de leiders over de open coalitie voor naleving van de koolstofmarkten. De verklaring, die namens de EU door voorzitter Von der Leyen werd goedgekeurd, stimuleert de erkenning van koolstofbeprijzing en marktmechanismen als belangrijke instrumenten om klimaatactie wereldwijd te bevorderen. Dit is een belangrijke prioriteit voor de Unie, waarvan de taskforce voor internationale koolstofprijzen en marktendiplomatie partners internationaal ondersteunt bij het ontwikkelen en implementeren van hun eigen systemen. Tijdens de COP30 is de EU ingenomen met de voortgezette dialoog met mondiale partners om de internationale samenwerking op het gebied van beleidsmaatregelen ter bestrijding van klimaatverandering, met inbegrip van maatregelen ter voorkoming van koolstoflekkage, te versterken.

Wat bosbescherming betreft, heeft de EU haar goedkeuring gehecht aan de verklaring over de lancering van het initiatief inzake de faciliteit voor tropisch bos voor altijd, een wereldwijd innovatief financieringsmechanisme dat het behoud van tropische bossen beloont. De Commissie heeft ook de oproep tot actie van Belém voor de Congobekkenbossen ondertekend, waarmee zij haar COP26-verbintenis hernieuwt om de ontbossing en bosdegradatie in deze regio tegen 2030 een halt toe te roepen en om te keren.

De Unie steunde ook de mondiale verklaring over gendergelijkheid en klimaatactie, waarin wordt erkend dat vrouwen en meisjes vaak de grootste klimaatrisico’s lopen, en steunde de coalitie voor multilevel partnerschappen met een hoge ambitie die steden en regio’s ondersteunt als belangrijke partners voor het stimuleren van klimaatactie en -veerkracht.

Samen met het Internationaal Waarnemingscentrum voor methaanemissies heeft de Commissie het Global Methane Status Report gelanceerd, waarin de vooruitgang wordt beschreven die is geboekt bij de verwezenlijking van de mondiale doelstelling van de toezegging om de methaanemissies tegen 2030 met ten minste 30 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 2020.

Bron: Europese Commissie

[ad_2]

Source link

Berichten paginering