Deprecated: Optional parameter $blank declared before required parameter $slider is implicitly treated as a required parameter in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/revslider/admin/includes/plugin-update.class.php on line 2976

Deprecated: Optional parameter $item_count declared before required parameter $access_token is implicitly treated as a required parameter in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/revslider/includes/external-sources.class.php on line 68

Deprecated: Optional parameter $item_count declared before required parameter $access_token is implicitly treated as a required parameter in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/revslider/includes/external-sources.class.php on line 85

Deprecated: Optional parameter $item_count declared before required parameter $current_photoset is implicitly treated as a required parameter in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/revslider/includes/external-sources.class.php on line 1431

Deprecated: Creation of dynamic property Merlin::$ready_big_button_url is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/themes/greenly/includes/merlin/class-merlin.php on line 268

Deprecated: Creation of dynamic property Merlin::$slug is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/themes/greenly/includes/merlin/class-merlin.php on line 275

Warning: The magic method Merlin_Logger::__wakeup() must have public visibility in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/themes/greenly/includes/merlin/includes/class-merlin-logger.php on line 180

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$compiler is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$logo_image is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$styles_priority is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$compiler is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$logo_image is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$styles_priority is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$compiler is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$logo_image is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Compatibility\Field::$styles_priority is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Field\Repeater::$compiler is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Field\Repeater::$logo_image is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305

Deprecated: Creation of dynamic property Kirki\Field\Repeater::$styles_priority is deprecated in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-content/plugins/kirki/kirki-packages/compatibility/src/Field.php on line 305
Blog - Energie Servicepunt


Milieudefensie roept ING-klanten op zich aan te sluiten bij een groeiend collectief dat eist dat ING zijn klimaatbeleid binnen een jaar drastisch verbetertDoet de bank dat niet, dan stappen ze samen over naar een andere bank. ING is bankier van de klimaatcrisis. Nog steeds financiert de bank bedrijven die nieuwe olie- en gasvelden aanboren en mensenrechten schenden. Dat moet stoppen. Daarom geven wij ING dit ultimatum”, zegt directeur Donald Pols.

Met bijna 8 miljoen particuliere klanten is ING de grootste bank van Nederland. En met afstand ook de meest vervuilende: de uitstoot van ING is ruim anderhalf keer de totale uitstoot van Nederland. ING steekt op dit moment ruim 30 miljard euro in fossiele energie, meer dan alle andere Nederlandse banken samen. Daarnaast investeert ING in bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen.

Ultimatum: drie eisen aan ING

De ultimatum-ondertekenaars stellen drie eisen aan ING: de bank moet stoppen met het financieren van bedrijven die nog nieuwe olie- en gasprojecten starten én van bedrijven die willens en wetens betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Daarnaast moet ING zijn uitstoot halveren in 2030. “We geven ING nu één jaar om zijn beleid aan te passen. Doet de bank dat niet, dan stappen we met elkaar over. Want samen zijn we sterk genoeg om echte verandering af te dwingen”, zegt Donald Pols. 

Niet met mijn geld

Voor iedere klant bij ING, steekt de bank op dit moment 753 euro in fossiele energie. “Dat komt neer op zo’n 10 miljard voor alle Nederlandse ING-klanten samenlegt Pols uit. “Dat betekent dat ook jouw spaargeld bijdraagt aan het verergeren van de klimaatcrisis. Want ING gebruikt dit geld om te investeren in de fossiele industrieDaar zijn mensen zich niet altijd van bewust. Daarom zeggen wij tegen ING: ‘Niet met mijn geld!’”

Milieudefensie roept alle ING-klanten op zich aan te sluiten bij het ultimatum. Aanmelden kan via nietmetmijngeld.nlHoe meer mensen meedoen, hoe sterker ons signaal. Ons geld hoort aan de juiste kant van de toekomst te staan. ING, neem je verantwoordelijkheid en wijzig binnen een jaar je beleid, aldus Donald Pols.

Rechtszaak tegen ING: de klok tikt

De campagne sluit aan op de rechtszaak die Milieudefensie – samen met 30.000 mede-eisers – tegen ING heeft aangespannen. Daarin eist Milieudefensie dat de bank zijn uitstoot in 2030 halveert en stopt met het verstrekken van geld aan olie- en gasbedrijven die nog nieuwe projecten starten. “Tot nu toe heeft ING vooral bewezen hardleers te zijn en niet te willen luisteren. Het is nú tijd om te veranderen, we kunnen niet wachten, zegt Donald Pols. “De klok tikt – voor het klimaat én voor ING.”

 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief Klimaat & Energie om op de hoogte te blijven!

 

Bron: Milieudefensie



Source link


Leafcloud, Europa’s eerste klimaatpositieve cloudprovider, breidt begin 2026 zijn AI-capaciteit uit met NVIDIA Blackwell RTX PRO 6000 GPU’s. Hiermee combineert het geavanceerde AI-infrastructuur met de toevoer van hernieuwbare warmte. De nieuwe infrastructuur gaat jaarlijks meer dan 1,2 miljoen kilowattuur herbruikbare warmte leveren aan woningen en bedrijven in Amsterdam.

Leafcloud is een Nederlandse aanbieder van duurzame clouddiensten, waarvan de servers restwarmte terugleveren aan woningen en warmtebehoevende instellingen zoals zwembaden en woonzorgcentra. De toevoeging van de Blackwell GPU’s versterkt deze infrastructuur en verandert de warmte die bij AI-berekeningen ontstaat van een kostenpost naar een direct bruikbare energiebron. Met de Blackwell GPU’s stijgt de huidige rekenkracht van ongeveer dertig naar ruim honderdvijftig petaflops.

De bestaande GPU-systemen leveren nu al zo’n vierhonderdvijftigduizend kilowattuur warmte per jaar; met de nieuwe generatie hardware wordt dat volume bijna verdrievoudigt. De toename in warmteafgifte staat gelijk aan het verwarmen van meer dan tweeduizend huishoudens en voorkomt naar schatting 220.000 kubieke meter gasverbruik per jaar en circa 240 ton CO₂ uitstoot.

“De paradox van traditionele AI-infrastructuur luidt dat hoe krachtiger de systemen zijn, hoe meer energie er verloren gaat aan koeling,” zegt David Kohnstamm, Chief Sustainability Officer van Leafcloud. “Ons model draait die logica om en zorgt ervoor dat de warmte die vrijkomt direct het verwarmingssysteem van Amsterdamse gebouwen in stroomt. Daardoor vervangen we fossiele energie in plaats van deze te verspillen.”

Europese ambities

De vraag naar AI-rekenkracht in Europa groeit sterk. De International Energy Agency verwacht dat datacenters tot 2030 verantwoordelijk zijn voor meer dan een vijfde van de nieuwe elektriciteitsvraag in de EU, waarbij AI het grootste aandeel heeft. De nieuwe GPU’s worden verspreid over meer dan vijftig locaties in Amsterdam en omliggende gemeenten. Door de combinatie van lokale plaatsing en Europese data-opslag blijft alle data binnen de Nederlandse jurisdictie.

De uitrol begint in het eerste kwartaal van 2026 en hoewel deze is gericht op de regio Amsterdam, ziet Leafcloud aanzienlijke kansen in andere Europese steden. Het bedrijf onderzoekt samenwerkingen met gemeenten, woningcorporaties en vastgoedeigenaren om de infrastructuur internationaal beschikbaar te maken. “Elke grote Europese stad kent twee groeiende behoeften: meer AI-rekenkracht en duizenden gebouwen die warmte nodig hebben,” zegt Kohnstamm. “De vraag is niet of dit model werkt, maar hoe snel we het kunnen opschalen om beide uitdagingen tegelijk aan te pakken.”

Infrastructuur voor complexe toepassingen

De nieuwe hardware biedt per RTX PRO 6000 tot 1,4 petaflops aan AI-verwerkingskracht met FP8-nauwkeurigheid en levert daarbij een verbetering van ongeveer veertig procent in prestaties per verbruikte watt ten opzichte van de vorige generatie. Meer dan 85 procent van de opgewekte warmte wordt vastgelegd en benut via bestaande gebouwinstallaties.

De verbeterde infrastructuur biedt ruimte voor complexe toepassingen. Universiteiten en onderzoeksinstellingen kunnen bijvoorbeeld grotere datasets verwerken en complexere modellen trainen. Zorgorganisaties krijgen toegang tot rekenkracht voor medische beeldanalyse en medicijnontwikkeling. Financiële instellingen kunnen geavanceerde risicomodellen en fraudedetectie uitvoeren en klimaatwetenschappers kunnen complexe milieusystemen nauwkeuriger modelleren.

Over Leafcloud

Leafcloud is een Nederlandse cloudinfrastructuurprovider die vooroploopt in klimaatpositieve computing dankzij een gedistribueerde architectuur. Door servers onder te brengen in woon- en bedrijfsgebouwen in Amsterdam zet het bedrijf de restwarmte van rekenprocessen om in directe warmtevoorziening voor die gebouwen, waardoor het gebruik van fossiele energie wordt teruggedrongen. Leafcloud levert GPU-capaciteit, waaronder A30, A100, H100 en binnenkort de Blackwell RTX PRO 6000, biedt Kubernetes-orkestratie en OpenStack-gebaseerde infrastructuur, en werkt volgens ISO27001- en SOC2 Type 2-certificeringen. Het bedrijf bedient Europese organisaties die niet willen kiezen tussen technologische kracht, datasoevereiniteit en milieuvriendelijke bedrijfsvoering.

Bron: Leafcloud



Source link


Veelgebruikt rekenmodel CIGR onderschat de CO2-productie van melkkoeien met gemiddeld 16 procent. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) waarin het model werd gevalideerd (gecontroleerd). Deze onderschatting heeft gevolgen voor de bepaling van ammoniakemissies uit melkveestallen, die deels op dit model zijn gebaseerd.

Achtergrond van het model

Hoofdonderzoeker Carsten Schep: “Voor het vaststellen van emissies uit melkveestallen is het belangrijk om te weten hoeveel ventilatie er plaatsvindt. Elke kubieke meter ventilatielucht transporteert immers een kleine hoeveelheid ammoniak en CO₂ naar buiten. Naast deze gassen voert de ventilatielucht ook warmte van de dieren en CO₂ uit drijfmest af. Omdat ventilatie in melkveestallen moeilijk direct te meten is, wordt de ventilatie doorgaans berekend met behulp van de geproduceerde hoeveelheid CO₂, de CO₂-concentraties in de stal en in de uitgaande lucht.”

Om de geproduceerde hoeveelheid CO₂ van melkkoeien te kunnen inschatten, ontwikkelde het CIGR in 2002 een model dat de hoeveelheid CO₂ voorspelt die een koe produceert op basis van kenmerken zoals lichaamsgewicht, melkproductie en drachttijd. Ook de CO₂ die vrijkomt uit drijfmest wordt meegenomen. Het model is destijds ontwikkeld op basis van de dierhouderijomstandigheden van toen. Inmiddels zijn melkproductie, voeropname en rantsoensamenstelling aanzienlijk veranderd. Daarom is het belangrijk te toetsen of het model nog wel overeenkomt met de huidige praktijk.

Praktijkonderzoek op Dairy Campus

Schep legt uit hoe het onderzoek is uitgevoerd: “Voor de validatie van het model konden we gebruik maken van twee melkveestallen op deDairy Campus in Leeuwarden,waar het ventilatieniveau precies bekend is. Tijdens het onderzoek maten we zowel de ventilatie als de hoeveelheid CO₂ die door de koeien en mest aan de lucht werd toegevoegd zo nauwkeurig mogelijk. Zo konden de gemeten waarden vergeleken worden met de voorspellingen van het model. Hieruit bleek dat de gemeten CO₂-productie gemiddeld16 procent hogeris dan de waarden die het model voorspelt.” Het verschil varieerde overigens gedurende het jaar; wat mogelijk samenhangt met verschillen in mesthoeveelheid in de kelder en de temperatuur van de drijfmest.

Betekenis van de resultaten

Een onderschatting van de CO₂-productie betekent dat ook de emissie van ammoniak en methaan uit de stal waarschijnlijk te laag is ingeschat in eerdere berekeningen. Dat kan gevolgen hebben voor emissieschattingen en ammoniak-emissiefactoren van natuurlijk geventileerde melkveestallen. Overigens zijn de emissiefactoren van methaan gebaseerd op directe metingen uit de koeienbek en dus niet afhankelijk van het gebruikte model (zie kader).

Elk wetenschappelijk onderzoek kent variatie en heeft beperkingen. Daarom is herhaling van onderzoeken belangrijk. Het CIGR-model is ook eerder onderzocht en de resultaten van deze eerdere studies wijzen in dezelfde richting als deze studie. Zo is in 2016 een onderschatting van 10-12% gevonden, in 2024 een onderschatting van ongeveer 15% en in 2025 een onderschatting van gemiddeld 9%. Deze eerdere resultaten geven de onderzoekers vertrouwen in de gevonden onderschatting in de huidige studie.

Uitwerking van de conclusies

Het CIGR-model is gebruikt in de bepaling van een groot deel van de ammoniakemissiefactoren voor melkveestallen in Nederland. Daarom zeggen de gevonden resultaten niets over de onderlinge verschillen tussen conventionele en emissiearme stalsystemen. Immers, beide stalsystemen gebruiken natuurlijke ventilatie. Ook benadrukken de onderzoekers dat de resultaten alleen betrekking hebben op de ammoniakemissie uit stallen. Deze emissie uit stallen beslaat ongeveer de helft van de totale ammoniakemissie uit de melkveehouderij. De andere helft is ammoniakemissie van koeien en mest in het weiland en daarop is het CIGR-model niet van toepassing.

De gevolgen van dit onderzoek voor bijvoorbeeld vergunningverlening zijn nog niet bekend. Daarvoor verwijzen de onderzoekers naar de Kamerbrief die de minister van LVVN over dit onderzoek verstuurde.

Bron: Wageningen University & Research (WUR)



Source link


Delta, wereldleider op het gebied van energiemanagement en slimme duurzame oplossingen, en Siemens Smart Infrastructure sluiten een wereldwijd partnerschap om geprefabriceerde, modulaire energieoplossingen te leveren. Deze zijn ontworpen om de uitrol van datacenterinfrastructuur fors te versnellen en de investeringskosten (CAPEX) aanzienlijk te verlagen. Het partnerschap geeft hyperscale- en colocatie-exploitanten een strategisch voordeel in de competitieve markt voor AI- en cloud computing-datacenters, met de hoogste prestaties op het gebied van energiebeheer en betrouwbaarheid.

Snellere implementatie, lagere kosten

Victor Cheng, CEO van Delta Electronics in Thailand: “De snelgroeiende AI-trend vraagt om dynamische samenwerking met partners. Dit is een van de speerpunten van Delta’s langetermijnstrategie. Dat de ondertekening van deze overeenkomst in Thailand plaatsvindt, benadrukt het strategische belang van onze wereldwijde productie- en integratiecapaciteiten. Door onze integratiehubs in EMEA en APAC te activeren, brengen we een transformatieve oplossing op de markt: een geprefabriceerd, modulair systeem dat zorgt voor snelle lokale levering, meer projectzekerheid en een snellere time-to-market voor nieuwe capaciteit.”

“Onze samenwerking met Delta vormt een belangrijke mijlpaal voor de bouw van datacenters in de snelst groeiende markten ter wereld”, zegt Stephan May, CEO Electrification & Automation bij Siemens Smart Infrastructure,. Door de elektriciteitsdistributie en engineering van Siemens te combineren met de hoog efficiënte UPS-, batterij- en koeloplossingen van Delta, leveren we een aanpasbare oplossing die de time-to-market tot wel 50% verkort. Deze aanpak verlaagt het bouwrisico dankzij betere voorspelbaarheid, verhoogt de energie-efficiëntie en ondersteunt de duurzaamheidsdoelstellingen van onze klanten op de lange termijn.”

“Delta focust op energie-efficiëntie. Dat vormt de basis van deze overeenkomst,” zegt Jimmy Yiin, Executive Vice President van Global Business Operations bij Delta Electronics, Inc. “ Onze expertise in energiesystemen loopt van het elektriciteitsnet tot de chip. Hierdoor kunnen we het systeem dichter bij de kritische belasting ontwerpen. Bovendien zijn onze UPS-systemen, batterijen en thermische technologieën specifiek ontworpen voor de hoge eisen van het AI-tijdperk. Samen met Siemens kunnen we deze geavanceerde, energiebesparende oplossingen snel en wereldwijd uitrollen via één geïntegreerde, internationaal ondersteunde supply chain in EMEA en APAC.”

Plug-and-play voor datacenters

De kern van de samenwerking draait om geprefabriceerde en geïntegreerde containeroplossingen (SKID’s, eHouses). Doordat deze modulaire stroomsystemen off-site worden gebouwd en vooraf getest in een geoptimaliseerde lay-out, ontstaat een gestandaardiseerde plug-and-play-aanpak. Het resultaat: een tot 50% kortere time-to-market, een lager bouwrisico en een optimaal gebruik van het datacentervloeroppervlak. Het efficiënte ontwerp kan tot 20% CAPEX-besparing bieden en tot 27% minder CO₂-uitstoot opleveren dankzij een ruimte-efficiënt ontwerp met minder betonverbruik.

Door hun expertise en portfolio’s te combineren, creëren Siemens en Delta optimale resultaten voor hun klanten. Deze partner-ecosysteembenadering bevordert de innovatie en interoperabiliteit die nodig zijn om de grootste uitdagingen van vandaag aan te pakken.

Foto: Delta and Siemens Global Strategy Partnership Agreement Signing Ceremony. From left to right: DALIP SHARMA, President and General Manager, Delta Electronics EMEA, VICTOR CHENG, CEO, Delta Electronics (Thailand), JIMMY YIIN, Executive Vice President of Global Business Operations, Delta Electronics, STEPHAN MAY, CEO of Electrification & Automation, Smart Infrastructure Siemens, UWE GERBER, CFO of Electrification & Automation, Smart Infrastructure Siemens, ADVAIT SUKHTANKAR, Vice President of Electrification & Automation, Smart Infrastructure Siemens.

Bron: Delta



Source link


Netbeheerder Enexis heeft een raamovereenkomst gesloten met stroomleverancier en Edmij. Deze raamovereenkomst vergemakkelijkt het proces om congestiecontracten, zo genoemde capaciteitsbeperkende contracten (CBC), af te sluiten. Hiermee zet Enexis in op het voorkomen van netcongestie met eindklanten die bij Edmij een CBC afsluiten. Naast het voorkomen van netcongestie, ontvangen de eindklanten een vergoeding voor het beperken van hun energiecapaciteit.

Deze raamovereenkomst heeft ertoe geleid dat binnen enkele maanden ruim 40 bedrijven in het netgebied van Enexis een CBC hebben afgesloten. Stroomleverancier Edmij verwacht binnen de komende drie maanden nog meer dan 30 contracten af te sluiten.

Voorkom lokale overproductie en krijg compensatie

Een van de klanten die een CBC heeft afgesloten is De familie Huijerjans. De onderneming heeft zowel in het veld als op het dak zonnepanelen staan. In het veld staan 3800 panelen opgesteld, goed voor 2,25 MWp vermogen, en op het dak liggen 800 panelen. Het bedrijf wordt afgekoppeld van het stroomnet als er lokale overproductie dreigt. ”Onze ervaring van de afgelopen periode is dat dit enkele keren per maand gebeurt. Als eigenaar hoeven wij daar zelf geen actie voor te ondernemen, de afhandeling gaat volledig via Edmij,” vertelt Wilfred Huijerjans. ”Zij kunnen direct schakelen op onze installaties en ontzorgen ons volledig in dit traject. Wij leveren hiermee een bijdrage aan de oplossing van de netcongestie in onze regio en worden daarbij gecompenseerd voor de gemiste opbrengsten. Wij maken hier naar volle tevredenheid gebruik van.”

Hoe het werkt

Edmij maakt een dag vóór de productiedag een prognose van de hoeveelheid zonne-energie in bepaalde gebieden van het elektriciteitsnet. Op basis van die prognose en die van andere aangeslotenen, ziet Enexis waar in het net transportproblemen ontstaan als gevolg van overproductie. Via het handelsplatform GOPACS roept Enexis klanten van Edmij op om de hoeveelheid zonnestroom tussen bepaalde tijdstippen te limiteren. Dat gebeurt vóór de day ahead veiling van EPEX (Een verkoopmarkt van stroom), zodat Edmij minder stroom voor deze klanten verkoopt. En op de dag zelf, reduceert Edmij de hoeveelheid zonnestroom. Enexis vergoedt de op EPEX gemiste inkomsten en vergoedt ook de gemiste subsidie door het afschakelen van zonnestroom. Bovendien krijgen klanten een vaste vergoeding per maand. De raamovereenkomst maakt het mogelijk om snel méér flexibel vermogen beschikbaar te hebben en meer CBC’s af te sluiten. Het doel van Edmij is om aan het eind van het jaar 100 klanten in Enexis gebied te hebben die meehelpen om netcongestie te voorkomen.

Slimmer omgaan met zonnestroom

Aan de raamovereenkomst met Edmij worden later nog zogenaamde Biedplichtcontracten toegevoegd (BPC). Hiermee kan Enexis ook óp de productiedag aan meer klanten vragen bij te dragen om congestie te voorkomen. Naast congestiediensten levert aggregator Edmij ook balanceringdiensten aan de landelijke netbeheerder TenneT. Bovendien geeft Edmij toegang tot de TenneT onbalansmarkt. Daarmee biedt Edmij bedrijven de mogelijkheid om het optimale uit hun zonnestroominstallatie te halen, terwijl tegelijkertijd het stroomnet wordt ontlast. ”Je moet slimmer zijn met je zonnestroom dan je vroeger was,” zegt Jens van den Brug, business developer bij Edmij. ” “Dom doorproduceren levert tegenwoordig te weinig op. Edmij stuurt alle zonne-installaties van hun klanten aan op de EPEX- en de Onbalansmarkt, maar we gaan daar nu een stapje bij doen; de GOPACS/Congestiemarkt. Hiermee  stapelen we verschillende verdienmodellen, zodat onze klanten meer rendement uit hun zonne-energie halen.”

Bron: Edmij



Source link


Het Nederlandse stroomnet staat onder druk. Toch laten steeds meer bedrijven zien dat groei en verduurzaming nog altijd mogelijk zijn, als ze hun energiegebruik slimmer organiseren. Netbeheerder Enexis ziet dit als een belangrijke ontwikkeling voor grootzakelijke klanten: flexibiliteit wordt de standaard.

“Het stroomnet versterken blijft belangrijk en daar investeren we de komende jaren ruim 7 miljard euro in, maar uitbreiding alleen is niet genoeg,” zegt Karin Mathijssen, directeur grootzakelijk van Enexis. “Door samen met bedrijven flexibeler om te gaan met energie, kunnen we de ruimte die er wel is optimaal benutten. Zo blijft groei mogelijk, ook waar de grenzen van het net al in zicht komen.”

Flexibiliteit als nieuwe standaard

Enexis benadrukt dat flexibiliteit geen tijdelijke noodmaatregel is, maar een structureel onderdeel van een toekomstbestendig energiesysteem. Veel bedrijven kunnen hun productie, verwarming of laadprocessen slim afstemmen op beschikbare capaciteit. Enexis ondersteunt hen daarbij met pilots, data-inzichten, nieuwe contractvormen en lokale samenwerkingsinitiatieven.

Bedrijven die nu ervaring opdoen met flexibel energiegebruik, behouden hun wendbaarheid op de langere termijn. Het gaat daarbij niet alleen om besparen, maar ook om slimmer omgaan met capaciteit, het verlagen van piekbelasting en meer grip op energiekosten.

Onderwijs: flexibel plannen voor een duurzamer energiesysteem

De Technische Universiteit Eindhoven zet actief in op ‘netbewust’ energiegebruik. Door lessen en onderzoeksactiviteiten slim te plannen, kunnen meerdere lokalen gebruikmaken van dezelfde klimaatinstallatie. Daarnaast verlaagt de universiteit tijdelijk het laadvermogen van laadpalen als de vraag naar elektriciteit stijgt tijdens colleges.

Zo draagt de TU/e niet alleen bij aan een stabieler lokaal energienet, maar leert ze studenten en medewerkers ook bewuster omgaan met energie.

“Binnen je huidige capaciteit heb je meer ruimte dan je denkt.” zegt Thijs Meulen, Adviseur Energiemanagement & Gebouwautomatisering bij TU Eindhoven. “Zorg dat je goed inzicht hebt in je energieverbruik, onderzoek waar je flexibiliteit zit en investeer in onafhankelijkheid met eigen opwek en een batterij.”

Samen vooruit

De energietransitie vraagt om meer dan extra kabels. Bedrijven laten zien dat slim energieverbruik écht werkt: pieken worden afgevlakt, processen blijven draaien en verduurzaming levert direct resultaat op. Enexis faciliteert dit door data, pilots en samenwerking beschikbaar te maken, zodat het systeem niet alleen sterker is, maar bedrijven ook zelf wendbaar blijven en direct voordeel ervaren.

“De toekomst van energie is gezamenlijk,” besluit Enexis. “We bouwen verder aan een sterker net, maar vooral aan een slimmer net. Want alleen door flexibel te denken en te doen, houden we het energiesysteem betrouwbaar en toekomstbestendig.”

Over Enexis Grootzakelijk

Enexis Grootzakelijk ondersteunt bedrijven in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland bij het optimaal benutten van hun energievoorziening, ook in een druk en veranderend netwerk. Met slimme aansluitingen, realtime inzichten en flexibiliteitsoplossingen zoals capaciteits-beperkingscontracten, blokstroom en batterijopslag helpt Enexis bedrijven om piekverbruik te verlagen, processen efficiënt te laten doorgaan en hun energiekosten beter te beheersen. Zo blijven groei en verduurzaming mogelijk, terwijl het energienet toekomstbestendig en betrouwbaar blijft.

Foto: Enexis

Bron: Enexis



Source link


Namport, het Havenbedrijf van Namibië, kondigt aan dat de internationale samenwerking van Namibië op het gebied van duurzame energie en strategische waardeketens voor kritieke materialen verder wordt versterkt.

Volgend op de ondertekening van het Memorandum van Overeenstemming (MvO) tussen de Europese Unie en Namibië over samenwerking op het gebied van groene waterstof en kritieke materialen, heeft de Europese Unie (EU) nu een dienstverleningsovereenkomst gesloten met Havenbedrijf Rotterdam voor het ontwerp van een Green Minerals Terminal bij de Angra Point Hydrogen Hub in Lüderitz.

Dit initiatief bouwt voort op de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen Havenbedrijf Rotterdam en Namport en richt zich op de ontwikkeling van een waterstofhub in de haven van Lüderitz–Angra Point, in het zuiden van Namibië. Deze samenwerking sluit aan bij het Global Gateway-initiatief van de EU dat is gericht op het versnellen van wereldwijde investeringen in duurzame infrastructuur en energietransitieprojecten.

Namibië is eerder dit jaar gestart met de export van ‘groen’ ijzer via Namport en blijft een belangrijke speler in de export van mineralen als mangaan, lithium en grafiet. Er worden plannen gemaakt om deze mineralen lokaal te verwerken, wat de positie van Namibië in de wereldwijde toeleveringsketen voor schone energie verder zal versterken. De Global Gateway-financiering van de EU ondersteunt de ontwikkeling van het ontwerp voor een multi-user-terminal die bestemd is voor de export van verwerkte mineralen, en voor de im- en export van diverse andere ladingen.

Deze mijlpaal markeert een nieuwe fase in de ontwikkeling van geïntegreerde waardeketens voor groene waterstof en kritieke materialen die Namibië verbinden met Noordwest-Europa. De samenwerking heeft een tweeledige doelstelling: bijgedragen aan de energietransitie in Europa en het stimuleren van exportgroei,  industrialisatie en werkgelegenheid in Namibië .

De overeenkomst tussen Namport en Havenbedrijf Rotterdam vormt een hoeksteen van Namibië’s exportstrategie voor groene waterstof.Hierdoor transformeert Namport van een traditionele logistieke speler in een strategische facilitator van de wereldwijde handel in schone energie. Door gebruik te maken van de technische capaciteit, markttoegang en het investeringsnetwerk van Havenbedrijf Rotterdam, positioneert Namport zich om uit te groeien tot de belangrijkste exporthaven van groene waterstof in Sub-Sahara Afrika.

Namport blijft zich inzetten voor de duurzaamheid en energietransitie van Namibië door middel van strategische partnerschappen gericht op de bevordering van infrastructuurontwikkeling, innovatie en economische groei op de lange termijn.

Foto: Martijn Coopman Projectdirecteur APPC Havenbedrijf Rotterdam, Stefanus Gariseb Directeur Risicobeheer Namport en Beatriz Martins Ambassadeur Delegatie van de Europese Unie in Namibië

Bron: Haven van Rotterdam



Source link


Het uitgebreide decarbonisatiewerk dat wordt uitgevoerd door de wereldwijde cement- en betonindustrie om CO₂-uitstoot te verminderen, wordt beschreven in een nieuw wereldwijd rapport dat werd gepresenteerd tijdens de COP30 in Belém, Brazilië. In het rapport worden de meest recente gegevens uit de sector beschreven, waaruit blijkt dat vooruitgang wordt geboekt binnen de sector. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op de urgente noodzaak van input vanuit wereldwijde overheden om de actie te versnellen.

In het rapport wordt vastgesteld dat de sector sinds 1990 de CO₂-intensiteit van cementproducten wereldwijd met 25% heeft verlaagd. Daarnaast wordt een reeks beleidsaanbevelingen presenteert die de weg kunnen vrijmaken voor snellere emissiereducties.

Dominik von Achten, President van de GCCA en Chairman van de Raad van Bestuur van Heidelberg Materials, zei: : “Onze sector werkt samen en innoveert op elk aspect van onze productie. We vinden nieuwe manieren van werken en zetten baanbrekende technologieën waarmee we nu al belangrijke stappen zetten op weg naar verandering. Wij kunnen de transformatie op industriële schaal die onze wereld nodig heeft echter niet alleen realiseren. Onze sector heeft nu de steun nodig van overheden, beleidsmakers, stakeholders en onze partners in de bouwwereld.”

Het rapport roept op tot de dringende invoering van doeltreffend beleid om het gebruik van gemeentelijk en industrieel afval dat niet op een andere manier kan worden gerecycled als duurzame alternatieve brandstof voor cementovens te stimuleren, evenals het gebruik van sloopafval als gerecyclede grondstof. Enkele andere belangrijke beleidsmaatregelen zijn een wijziging van de bouwvoorschriften om breder gebruik van gemengde cement- en betonproducten te stimuleren, en de invoering van marktgestuurde nationale koolstofprijsmechanismen die decarbonisatie en investeringen in schone innovatie bevorderen.

Thomas Guillot, Chief Executive van de GCCA zei: “De reikwijdte van de activiteiten die we binnen ons ledennetwerk zien, is werkelijk inspirerend. We zien krachtige voorbeelden van projecten en initiatieven die werken op alle decarbonisatieniveaus, waar ondersteunend beleid aanwezig is. Cement en beton zijn essentiële materialen voor de wereld, maar we weten ook dat het cruciaal is om ze te decarboniseren. Niettegenstaande onze vorderingen beseffen we dat krachtig beleid wereldwijd van fundamenteel belang is om de emissiereducties te versnellen.”

Vier jaar na de presentatie van de routekaart op weg naar klimaatneutraliteit, benadrukt het GCCA-rapport ‘Vorderingen in de cement- en betonindustrie op weg naar klimaatneutraliteit 2025/26’ de voortrekkersrol die bedrijven wereldwijd vervullen op het gebied van het decarboniseren van de sector.

Het rapport belicht meer dan 60 in het oog lopende decarbonisatieprojecten van bij de GCCA aangesloten bedrijven en partnerorganisaties, waaronder:

  • CO₂-reducties worden gerealiseerd door het gebruik van afvalmaterialen (“alternatieve brandstoffen”) ter vervanging van fossiele brandstoffen, het inzetten van gedecarboniseerde grondstoffen, energiebesparende maatregelen en innovaties zoals het gebruik van waterstof en elektrische cementovens .
    • Voorbeelden zijn onder meer de fabriek van Fletcher in Golden Bay en de fabrieken van JSW in Nandyal en Shiva. In Turkije is Votorantim Cimentos een pionier op het gebied van het gebruik van biomassa-afval. In de fabriek in Yozgat wordt in de hoofdbrander voornamelijk gebruikgemaakt van maïsstengels als alternatieve brandstof. In de fabriek in Hasanoğlan wordt biomassa ingezet in de calcinatorlijn.
    • Limak Cement maakt al gebruik van sloopafval in de commerciële productie. Molins heeft in Spanje gecalcineerde kleicement op de gebracht. En CIMPOR, een dochteronderneming van TCC Holdings, stimuleert de productie van gecalcineerde klei in Afrika. De cementfabriek van CRH in Rohožník, Slowakije, heeft de efficiëntie van de klinkerproductie verhoogd door 20% van de grondstoffen te vervangen door alternatieven.
  • Versnelling van koolstofafvang, -gebruik en -opslag (CCUS), volgens de roadmap van de GCCA goed voor 36% van de geplande CO2-reducties in de sector.
    • Enkele voorbeelden zijn de opening van ‘s werelds eerste industriële cementfabriek met koolstofafvang op industriële schaal in Brevik, Noorwegen, geëxploiteerd door Heidelberg Materials, in juni 2025. Andere voorbeelden zijn initiatieven van bedrijven zoals Breedon, Cementir Holding, CNBM, GCC, Holcim, JCA, JSW, TITAN en UltraTech. Publiekelijk aangekondigde projecten zijn bijeengebracht en zijn te volgen via de GCCA/LeadIT Green Cement Technology Tracker.
  • Toenemend gebruik van alternatieve energiebronnen
    • Enkele voorbeelden hiervan zijn de vorderingen op het gebied van zonne-energie bij de Cemex-fabrieken in Kroatië, en het duurzame energieproject van UltraTech in Gujarat.
  • Beton met minder koolstof en circulariteit, en ontwerp en bouw
    • Holcim en Seqens hebben in Parijs het Recygénie-complex gerealiseerd – een sociaal wooncomplex met 220 wooneenheden, gebouwd met een speciaal ontwikkeld beton: het eerste gebouw ter wereld dat volledig is gebouwd met 100% gerecycled beton. Het CARBOCATCH-systeem van Taiheiyo Cement produceert koolstofarm beton door gebruik te maken van afvalmaterialen die al CO₂ hebben opgenomen.

Mélanie Joly, minister van Industrie en als minister verantwoordelijk voor de economische ontwikkeling in de Canadese regio Québec, zei: “Beton staat centraal in de groeiende economische ambities en infrastructuurbehoeften van de wereld, van huisvesting tot wegen, van energievoorziening tot handelscentra. Nu de vraag steeds sneller groeit, is industriële decarbonisatie belangrijker dan ooit tevoren.”

“Canada is trots op wat de Cement and Concrete Breakthrough heeft gedaan en bereikt. De COP30 biedt kansen om voort te bouwen op de geboekte vorderingen richting onze eerste reeks prioritaire acties.”

Over emissiegegevens van de industrie

Elk jaar publiceert de GCCA de nieuwste GNR-gegevens van de sector (“GCCA in NumbeRs”). De GNR is een wereldwijde databank waarin (via een geaccrediteerde derde partij, PwC) een reeks belangrijke duurzaamheidsgegevens van de cementindustrie wordt verzameld en op transparante wijze wordt gepubliceerd. De gegevens zijn verzameld volgens het Cement CO₂ and Energy Protocol. Er zijn gegevens beschikbaar vanaf het referentiejaar 1990. Hierdoor zijn wij in staat de lopende vorderingen te evalueren.

De GNR is een essentieel hulpmiddel voor het monitoren en rapporteren van de belangrijkste vorderingen op het gebied van duurzaamheid.

Nieuwste gegevens

In 2025 hebben we gegevens over het jaar 2023 verzameld om te voldoen aan de vastgelegde vertragingstermijn van 2 jaar, zoals voorgeschreven door de Competition and Markets Authority (CMA).

  • Uit de GNR-gegevens* van de cementindustrie over 2023 blijkt dat sinds 1990 een CO2-reductie van 25% per ton cementmateriaal is gerealiseerd
  • Het aandeel alternatieve brandstoffen dat wordt gebruikt, is twaalf keer zo hoog als in 1990
  • De energie-efficiëntie is met 18% verbeterd
  • De verhouding tussen klinker en cementmateriaal is sinds 1990 met 10,68% verbeterd

* Opmerking: de cijfers zijn afgerond. Raadpleeg de website van de GCCA website voor exacte gegevens, vergelijkingen en toegang tot de volledige GNR-database.

Bron: GCCA



Source link


Fossiele brandstofinfrastructuur vormt een risico voor de gezondheid en het levensonderhoud van minstens 2 miljard mensen wereldwijd, ongeveer een kwart van de wereldbevolking, aldus Amnesty International en Better Planet Laboratory in een nieuw rapport over de schade die de fossielebrandstofindustrie toebrengt aan klimaat, mens en ecosystemen wereldwijd.

Het rapport ‘Extinction Extraction: Why the lifecycle of fossil fuels threatens life, nature, and human rights’ toont aan dat de volledige levenscyclus van fossiele brandstoffen onvervangbare natuurlijke ecosystemen vernietigt en de mensenrechten ondermijnt, met name van mensen die in de buurt van fossiele brandstofinfrastructuur wonen. De nabijheid van kolen-, olie- en gasinfrastructuur verhoogt aantoonbaar het risico op kanker, hart- en vaatziekten, ongunstige reproductieve gevolgen en andere negatieve gezondheidseffecten. Amnesty International werkte samen met Better Planet Laboratory (BPL) van de University of Colorado Boulder voor een unieke kaartoefening om de potentiële omvang van de wereldwijde schade te schatten die voortkomt uit bestaande en toekomstige locaties voor de productie van fossiele brandstoffen.

“De steeds groeiende fossielebrandstofindustrie brengt miljarden levens in gevaar en verandert het klimaatsysteem onomkeerbaar. Tot nu toe was er geen wereldwijde schatting van het aantal mensen dat in de buurt van fossielebrandstofinfrastructuur woont. Ons werk samen met BPL onthult de omvang van de enorme risico’s die fossiele brandstoffen gedurende hun hele levensduur met zich meebrengen. Kolen-, olie- en gasprojecten veroorzaken klimaatchaos en schaden mens en natuur”, aldus Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.

“Dit rapport levert nog meer bewijs voor de noodzaak voor staten en bedrijven om de wereldeconomie te ‘defossiliseren’ om de ergste gevolgen van de klimaatcrisis voor de mensenrechten te verzachten. Het tijdperk van fossiele brandstoffen moet nu eindigen.”

Met behulp van onderzoek en wereldwijde berekeningen bracht BPL de omvang van de blootstelling aan fossielebrandstofinfrastructuur in kaart door gegevens over de bekende locaties van fossielebrandstofinfrastructuur te combineren met gerasterde bevolkingsgegevens, datasets die indicatoren zijn van kritieke ecosystemen, gegevens over wereldwijde gerasterde dagelijkse emissies en gegevens over het landbezit van inheemse volkeren. De bevindingen van BPL onderschatten waarschijnlijk de werkelijke wereldwijde omvang vanwege discrepanties in de documentatie van fossielebrandstofprojecten en beperkte volkstellingsgegevens per land.

Het rapport is ook gebaseerd op diepgaand kwalitatief onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met de Smith Family Human Rights Clinic van Columbia Law School, en bestaat uit interviews met meer dan 90 mensen, waaronder direct getroffen personen uit ambachtelijke vissersgemeenschappen in Brazilië (Guanabara Bay), inheemse landverdedigers in Canada (Wet’suwet’en-gebied) en kustgemeenschappen in Senegal (Saloum Delta), academici, journalisten, maatschappelijke organisaties en overheidsfunctionarissen. Het rapport maakt ook gebruik van open-source data en remote sensing om de bevindingen te bevestigen en te visualiseren. Deze werden aangevuld met de resultaten en conclusies van eerder onderzoek van Amnesty International en lopende campagnes tegen olie- en gasgiganten in Ecuador, Colombia en Nigeria.

Verbijsterende omvang van de risicopopulatie

Minstens 2 miljard mensen wonen binnen een straal van 5 km van meer dan 18.000 operationele locaties voor fossiele brandstoffen, verspreid over 170 landen wereldwijd. Naar schatting zijn meer dan 520 miljoen van hen kinderen en wonen minstens 463 miljoen mensen binnen een straal van 1 km van de locaties, waardoor ze worden blootgesteld aan veel hogere milieu- en gezondheidsrisico’s.

Inheemse volken worden onevenredig blootgesteld: meer dan 16% van de wereldwijde infrastructuur voor fossiele brandstoffen bevindt zich op inheemse gebieden. Minstens 32% van de bestaande in kaart gebrachte locaties voor fossiele brandstoffen overlapt met een of meer ‘kritieke ecosystemen’.*

De fossiele-brandstofindustrie blijft groeien, met meer dan 3.500 locaties voor fossiele brandstoffen, ofwel voorgesteld, in ontwikkeling of in aanbouw wereldwijd. Cijfers van BPL suggereren dat een dergelijke uitbreiding minstens 135 miljoen extra mensen in gevaar zou kunnen brengen. Opvallend is dat het aantal olie- en gasprojecten op alle continenten zal toenemen, terwijl het aantal kolencentrales en -mijnen vooral in China en India toeneemt.

“Overheden hebben beloofd fossiele brandstoffen geleidelijk af te schaffen, maar we hebben nu duidelijk bewijs dat nieuwe fossielebrandstofprojecten zich vooral blijven uitbreiden in onze meest kritieke ecosystemen wereldwijd. Dit staat haaks op de gestelde klimaatdoelen”, aldus Ginni Braich, Senior Data Scientist bij BPL, die leiding gaf aan het artikel dat de wereldwijde bevindingen van het rapport onderbouwt.

De menselijke kosten van de productie van fossiele brandstoffen

“We ervaren intergenerationele strijdmoeheid… We zullen dit fysiek niet overleven. We waren nooit de aanstichters, maar we hebben de dupe van al het geweld moeten zijn”, aldus Wet’suwet’en-landverdediger Tsakë ze’ Sleydo’ (Molly Wickham), terwijl ze de aanstaande bouw van nieuwe compressoren beschreef die de winstgevendheid van de Coastal GasLink (CGL)-pijpleiding in Canada moeten verhogen.

Het winnen, verwerken en transporteren van fossiele brandstoffen ondermijnt de mensenrechten van naburige gemeenschappen en veroorzaakt ernstige milieudegradatie, gezondheidsrisico’s en verlies van cultuur en bestaansmiddelen.

Sommige geïnterviewde groepen beschreven de winning als een vorm van economische of culturele plundering, gepleegd door bedrijven door middel van intimidatie en dwang. “We zijn niet uit op geld; we willen alleen wat van ons is. We willen gewoon vissen in de baai van Guanabara, dat is ons recht. En ze nemen onze rechten af”, aldus Bruno Alves de Vega, een ambachtelijke stadsvisser uit Rio de Janeiro, Brazilië.

Alle milieuactivisten en verdedigers van inheemse land die door Amnesty International werden geïnterviewd, werden geconfronteerd met ernstige veiligheidsrisico’s, vaak als gevolg van geschillen met bedrijven waarvan de activiteiten de traditionele levenswijze en de integriteit van het ecosysteem bedreigen.

Naast fysieke en online bedreigingen hebben staten en bedrijven zich op lawfare gebaseerd en misbruik gemaakt van juridische stappen, waaronder strafrechtelijke procedures, om verdedigers het zwijgen op te leggen, te delegitimeren en te intimideren. “Wanneer we in opstand komen om de Yin’tah (Wet’suwet’en-grondgebied) te verdedigen, worden we gecriminaliseerd. Burgerlijke bevelen zijn een koloniaal juridisch wapen dat is uitgegroeid tot een mechanisme voor de militarisering van onze gemeenschap, de criminalisering van onze bevolking en voor bedrijven om destructieve ontginning uit te voeren zonder toestemming van de inheemse bevolking”, aldus andere landverdedigers van de Wet’suwet’en.

Leden van gemeenschappen die in de buurt van fossiele brandstofinfrastructuur wonen, veroordeelden het gebrek aan direct en zinvol overleg en transparantie van bedrijven. Velen gaven aan de omvang van de lopende activiteiten of uitbreidingsplannen van de exploitanten niet volledig te begrijpen en verklaarden dat ze geen toestemming hadden gegeven voor projecten die hun grondgebied aantastten.

Mensen die door Amnesty International werden geïnterviewd in de Saloumdelta in Senegal, uitten hun zorgen over de gebrekkige verspreiding van toegankelijke informatie over de mogelijke milieu- en sociaaleconomische gevolgen van het Sangomar-project door de autoriteiten en projectleider Woodside, een groot Australisch fossiele-brandstofbedrijf.

“Deze casestudy’s zijn slechts enkele voorbeelden van een geglobaliseerd probleem. De meeste getroffen groepen veroordeelden het machtsevenwicht tussen hun gemeenschappen en de bedrijven die het project uitvoeren, evenals het gebrek aan effectieve rechtsmiddelen. Het tijdperk van de fossiele brandstoffen loopt onvermijdelijk ten einde en staten moeten stoppen met het criminaliseren van milieuactivisten die strijden voor de bescherming van hun gemeenschappen”, aldus Candy Ofime, onderzoeker en juridisch adviseur klimaatrechtvaardigheid bij Amnesty International.

“Staten moeten de fysieke en online bedreigingen waarmee activisten worden geconfronteerd onderzoeken en robuuste beschermingsprogramma’s opzetten om ervoor te zorgen dat kritische stemmen die pleiten voor een dringende en rechtvaardige energietransitie, klimaatactie veilig en zinvol vorm kunnen geven.”

Vernietiging van onvervangbare natuurlijke ecosystemen

De meeste gedocumenteerde projecten creëerden hotspots van vervuiling, waardoor nabijgelegen gemeenschappen en kritieke ecosystemen in ‘offerzones’ veranderden.** De exploratie, verwerking, ontwikkeling van locaties, het transport en de ontmanteling van fossiele brandstoffen veroorzaakten of dreigden schade toe te brengen aan mens en dier, leidden tot ernstige vervuiling, broeikasgasemissies en schade aan belangrijke biodiversiteitsgebieden of koolstofputten.

Ondanks toezeggingen in het kader van internationale klimaatovereenkomsten en herhaalde oproepen van de VN om fossiele brandstoffen dringend uit te faseren, zijn de overheidsmaatregelen volstrekt ontoereikend gebleken. Fossiele brandstoffen zijn nog steeds goed voor 80% van de wereldwijde primaire energievoorziening, terwijl de industrie haar inspanningen intensiveert om ongepaste invloed uit te oefenen in klimaatbeleidsfora om een ​​snelle uitfasering ervan te voorkomen.

“Staten zouden moeten beginnen met een volledige, snelle, eerlijke en gefinancierde uitfasering van fossiele brandstoffen en een rechtvaardige transitie naar hernieuwbare energie die wordt geproduceerd op een manier die in overeenstemming is met de mensenrechten. Amnesty International roept dringend op tot de aanname en implementatie van een Non-Proliferatieverdrag voor Fossiele Brandstoffen”, aldus Agnès Callamard.

“De klimaatcrisis is een manifestatie en katalysator van diepgewortelde onrechtvaardigheden. Dit rapport is een reactie op de visie van gastland Brazilië dat de COP30 van dit jaar een forum moet zijn voor de betekenisvolle participatie van bosbewoners, waaronder inheemse volken en traditionele gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld. Ons rapport legt de omvang bloot van de klimaat- en mensenrechtenschendingen die verband houden met de productie van fossiele brandstoffen wereldwijd, illustreert de uiteenlopende impact van de industrie op inheemse volken en traditionele gemeenschappen en benadrukt de toenemende weerstand die zij opbouwen.

“De fossielebrandstofindustrie en haar sponsors stellen al decennia dat menselijke ontwikkeling fossiele brandstoffen vereist. Maar we weten dat ze, onder het mom van economische groei, in plaats daarvan hebzucht en winst zonder rode lijnen hebben gediend, rechten met bijna volledige straffeloosheid hebben geschonden en de atmosfeer, de biosfeer en de oceanen hebben vernietigd. Tegen deze voortdurende patronen, tegen de wereldwijde fossiele-brandstof-politieke economie van repressie, moeten we collectief verzet bieden en eisen dat wereldleiders hun verplichtingen en toezeggingen nakomen. De mensheid moet winnen.”

Bron: Amnesty International



Source link


Stedin, Enexis en Alliander hebben op woensdag 12 november een internationale simulatiestraat geopend naast het Stedin-kantoor in Utrecht. Deze LV-NExT simulatiestraat voor het stroomnet – een straat zoals je die in een buurt ook tegen zou kunnen komen – is een testlocatie voor disruptieve innovaties die het laagspanningsnet sneller, slimmer, veiliger en duurzamer moeten uitbreiden. De simulatiestraat trekt nu al wereldwijd aandacht – van Canada tot India en Europa.

Nederland loopt voorop: urgentie en ambitie

Nederland heeft een van de betrouwbaarste elektriciteitsnetten ter wereld. Maar door de snelle opkomst van warmtepompen, elektrische auto’s en zonnepanelen raakt het stroomnet overbelast. De huidige infrastructuur is niet berekend op tweerichtingsverkeer – zowel het leveren als het terugleveren van (duurzame) stroom – en de groeiende vraag. Daarom wordt het stroomnet fors uitgebreid, en dat moet nog sneller dan dat nu al gebeurt.

Feiten en cijfers

  • Om de energietransitie te laten slagen, moeten netbeheerders het aantal netverzwaringen in buurten opschalen van 100 naar 1000 per jaar – een vertienvoudiging.
  • In de komende jaren moeten er 100.000+ km kabels worden gelegd en 50.000+ transformatorhuisjes worden aangesloten.
  • Met de huidige werkwijze voor de aanleg en uitbreiding van het laagspanningsnet kan de verzwaringsambitie niet worden gerealiseerd.

Internationale simulatiestraat: wat in Nederland werkt, werkt wereldwijd

Naast het Stedin-kantoor in Utrecht is op woensdag 12 november een simulatiestraat geopend, met kabels en transformatorhuisjes zoals je die in een buurt ook tegenkomt. Hier kan iedereen innovatieve methoden testen die het verzwaren van het laagspanningsnet significant kunnen versnellen. En dit in een veilige omgeving, zonder de operatie te verstoren.

De LV-NExT simulatiestraat is onderdeel van de wereldwijde LV-NExT challenge. LV-NExT is een internationale oproep aan marktpartijen om met innovatieve oplossingen te komen, om de uitbreiding van het laagspanningsnet radicaal te versnellen. De ambitie is een vertienvoudiging. De netbeheerders richten zich nadrukkelijk niet alleen op de energiesector. Ook branches als automotive, defensie en scheepvaart worden uitgenodigd om mee te denken. De LV-next challenge is wereldwijd in de markt gezet, met speciale aandacht voor startups en scale-ups. Innovatiepitches kwamen binnen vanuit India, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Europese landen.

Nederland loopt voorop in de aanpak van netcongestie: innovaties die hier werken, zijn direct relevant voor andere landen waar het stroomnet ook onder druk staat. De proeftuin blijft twee jaar open voor nieuwe ideeën en partnerschappen.

COO Aline Arends (Stedin): “De energietransitie is een van de grootste verbouwingen van Nederland. Met deze straat openen we letterlijk de deuren naar de toekomst. We willen hier oplossingen uit andere sectoren en andere landen testen, zodat we de beste innovaties kunnen implementeren in ons werk. En wat hier werkt, kan wereldwijd het verschil maken.”

COO Han Slootweg (Enexis): “Wij moeten ons netwerk steeds sneller verzwaren. En willen dat slimmer doen en met minimale overlast voor burgers en bedrijven. De opgave is helder: een vertienvoudiging van onze output. Ons ambitieniveau ligt hoog en goede ideeën zijn dus meer dan welkom! Die gaan wij ophalen en doorontwikkelen met de LV-NExT challenge. En de simulatiestraat die wij vandaag in Utrecht openen, is van deze challenge een essentieel onderdeel.”

COO Charlotte Sanders (Alliander): “De markt brengt frisse ideeën die ons helpen bij de uitbreiding van het stroomnet. Wij bieden als netwerkbedrijven de ruimte om deze innovaties samen te testen. Daarbij draait het voor ons om oplossingen die veilig, toepasbaar en schaalbaar zijn, want de uitdaging is groot en vraagt om samenwerking die werkt in de praktijk.”

Bron: Stedin



Source link

Berichten paginering


Notice: ob_end_flush(): Failed to send buffer of zlib output compression (0) in /home2/huisjesmagazine/energieservicepunt.nl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5481